Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 32
(2009)– [tijdschrift] Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 150]
| |
Een ‘mediocre post’ voor een bijzonder man!
| |
[pagina 151]
| |
Van Kooten en kon bij hem een potje breken. Over een verblijf van Van Kooten in de Oost, waar Haafner aan refereert, is niets bekend: het lijkt erg onwaarschijnlijk.Ga naar eind4 Van Kooten was de éérste Agent van Nationale Opvoeding, de eerste minister van onderwijs, en zijn korte regeerperiode was bepaald ongelukkig: zijn ambtenaren kregen geen geld, voor zijn plannen om het Agentschap op te zetten, kwam maar geen toestemming. De andere Agenten namen hem, zo lijkt het, maar half serieus. Toen zijn collega-Agenten in de voorhoede van de tweede staatsgreep de bureaus van het ‘weggebliksemde’ Intermediair Bewind inspecteerden, zagen ze dat de brieven die Van Kooten de voorbije maanden gezonden had niet eens geopend waren. Met wat dun medelijden - en leedvermaak? - berichtten ze dat hun collega, die zo bevestigd zag wat hij al gevreesd had.Ga naar eind5 Brieven, zoals Haafner die schreef, kreeg Van Kooten met grote regelmaat. Hij las de brieven wel. Onderwijs en opvoeding vormden de beleidsterreinen, waar voor de revolutie en de Verlichting nog het een en ander te winnen viel en Haafner had daar goed gepast. Gerrit Paape zou een van zijn collega's zijn geweest. Haafners merkwaardige trotse open sollicitatie, waarin echo's van de brief aan de Hollandsche Maatschappij treffen, miste echter het door hem gewenste resultaat. Wel sneu. Misschien ook een ‘blessing in disguise’. Nadat Paape op het ministerie aan de slag ging, droogde de inkt van het schrijverschap goeddeels op: alleen wat ‘klaar’ was, werd nog gepubliceerd. Haafner moest blijven schrijven! De tekst van Haafners brief volgt hieronder. Omwille van de leesbaarheid heb ik op sommige plaatsen tussen rechte haken ‘verkortingen’ voluit geschreven: | |
[1r:]
| |
[pagina 152]
| |
|
|