Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 28
(2005)– [tijdschrift] Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman– Auteursrechtelijk beschermdGezelschap dubbel waardig
| |
[pagina 68]
| |
Rond de jaarwisseling 1799-1800 genoten de berooide schrijfsters enkele maanden gastvrijheid in het huis van Willem Kist. Willem deed zijn broer, ‘den burger J.G. Kist, predikant te Boemel’, verslag in een brief, waarop Aart Vos (Stadsarchief Den Bosch) me vriendelijk attendeerde. De brief, waaruit hieronder geciteerd wordt, is gedateerd 14 januari 1800: [...] Nu ga ik tot het beantwoorden van uwen brief over. [...] - Tantes Wolf en Deken hebben aller aangenaamst bij ons gelogeerd, zij zijn haar gezelschap dubbel waardig, en het zijn vrouwen van groote verdiensten geleerd met zmaak zonder affectatie verstandig en vrolijk - in die maand dat zij hier waren hebben wij meer gelachen dan anders in vier dito - Gij weet dat zij zes duizend guldens aan intressen te verteeren hadden, dat een voornaam koopman Nissen haar homme d'affaire was, en dat deeze door al hun goed te verteeren en bankroet te gaan haar dood arm heeft gemaakt nu leeven zij van hunnen arbeid door te schrijven en te vertaalen - ook zijn er eenige menschen die haar bij staan: zij woonen op kamers in den Haag bij de parade bij Besançon een koopman, eeten uit een ordinair, leeven vergenoegd en wel, zijn in groot aanzien bij alle verstandigen; en de jaaren en ondervinding heeft die wilderigheid en al te zeer overkookend genie van Tante getemperd. Zij wist niet wat zij doen zou van erkentenis toen ik haar ging zien en haar bij ons verzocht; niets aangenaamer zal haar zijn als dat gij haar eens schrijft daarom heb ik het adres er bijgedaan: zij sprak veel van u.Ga naar eind1. Willem, die in dezelfde brief liet weten te worden gekweld door podagra, zou in dat jaar zijn entree in de letteren maken. Good old Knuvelder karakteriseerde Kist als een schrijver van de Verlichting: ‘Wie de geest van de verlichting uit het werk van een toegewijd voorstander wil leren kennen, leze de opera omnia van Kist: men leert eruit, hoe klerikalisme en feodalisme werden geminacht, de verdraagzaamheid aanbeden en de menselijke rechten op de voorgrond gesteld’.Ga naar eind2. Dat van dat anti-klerikalisme was in de ogen van Knuvelder natuurlijk niet best. Met wat gemakzuchtige ironie - ‘de opera omnia van Kist’ - lijkt Knuvelder de lezer te willen ontmoedigen werk van Kist te lezen, maar dat nu wekt bij dwarse lezers van vandaag en morgen de behoefte om het stof van zijn romans te blazen. In Van der Steurs zo prachtige catalogus Nederlandse literatuur en lectuur gedrukt tussen 1700 en ca, 1880, deel 2 (auteurs H t/m O), p. 223 wordt met verrukkelijke verontwaardiging gemeld dat het Nieuw Nederlands biografisch woordenboek deze Kist ‘geen regel’ waard geacht heeft. Een hernieuwde kennismaking met het talentvolle neefje van Betje Wolff, die zijn broer zo smaakvol verslag deed van het bezoek van de tantes, lijkt de moeite ‘dubbel waardig’. |