Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 28
(2005)– [tijdschrift] Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 65]
| |
Signalementen
| |
Wat zijn Landdagsrecessen?Landdagsrecessen zijn de resoluties of besluiten, of juister: de handelingen (zeg maar agendapunten in de debatten die in besluiten eindigden) van de Gelderse Landdag, de voorloper van de huidige Provinciale Staten, en destijds de drager van de Gelderse soevereiniteit. In de achttiende eeuw vormden de kwartieren Nijmegen, Zutphen en Veluwe het hertogdom Gelre en het graafschap Zutphen. Stadhouder, kanselier en raden waren verantwoordelijk voor een groot deel van de bestuurlijke en justitiële aangelegenheden. Dat lijkt uit een modern perspectief, vertrouwd met de scheiding tussen wetgevende, bestuurlijke en rechtsprekende macht, merkwaardig, maar vóór 1795 was zo'n vermenging normaal te noemen. Het Hof van Gelre en Zutphen fungeerde tot 1795 in feite als dagelijks bestuur van het gewest. Aangezien de stadhouder zelden aanwezig was en er ná 1632 geen kanselier meer werd benoemd, vormden de raden, onder leiding van de oudste raad als president, gezamenlijk het Hof. Het hoogste wetgevend en bestuurlijk orgaan van het gewest was de Landdag, die werd gevormd door de gezamenlijke Staten van de kwartieren en doorgaans twee keer in gewone of ordinaris vergaderingen per jaar bijeenkwamen.Ga naar eind2. In de regel kwamen daar slechts onderwerpen aan de orde die het gehele gewest aangingen, namelijk uniezaken zoals financiële en militaire kwesties.Ga naar eind3. Toch bemoeiden de Landdag zich ook met ‘kleinere’ kwesties. Die werden alle in besluiten vastgelegd. De vele duizenden zaken waarover in de loop der tijd gesproken en besloten is, betreffen werkelijk van alles: toestemmingen aan neven en nichten om te mogen trouwen, begrotings-, waterstaats- en kerkelijke aangelegenheden, gratieverlening na moord of doodslag, hoge politiek, oorlog en vrede, bevordering, bescherming en reglementering van handel, landbouw en veeteelt en nijverheid, vreemde- | |
[pagina 66]
| |
lingenzaken, bedelarij, enzovoorts, enzovoorts, enzovoorts. In de regel kwamen vaak meer dan honderd zeer diverse agendapunten per Landdag aan de orde, waaraan de in spoedeisende gevallen bijeengeroepen buitengewone of extraordinaris Landdagen ook nog tien of twintig onderwerpen werden toegevoegd. Soms zijn de recessen wel van eigentijdse alfabetische trefwoordenregisters - zogenoemde indices - voorzien, maar de kwaliteit ervan is wisselend, terwijl ook de mate van volledigheid varieert, en dat nog afgezien van de niet altijd zo gemakkelijk te doorgronden achttiende-eeuwse terminologie. De door Drost bewerkte recessen zijn per Landdag chronologisch samengevat met verwijzingen naar de ‘echte’, de achterliggende bronnen. De recessen geven daarmee een ingang op ‘wat er in de tijd speelde’ en ‘hoe men daarmee omging’. Ze laten ook zien, hoe de macht functioneerde en verdeeld was, wie aan de touwtjes trokken, wie na verloop van tijd in politieke zin was uitgerangeerd. Want als bijlagen zijn bij elk deel lijsten van comparanten, directeuren en gecommitteerden ad causas bijgevoegd met hun verschijningsfrequenties en hun bovengewestelijke benoemingen, voor zover zij die natuurlijk hadden. In deze besluiten vindt men als het ware het hele politieke en maatschappelijke leven van die tijd weerspiegeld. Dat maakt van de Landdagsrecessen als bron een goed startpunt voor het onderzoek in andere historische bronnen. Wie wat wil weten over de periode, kan niet om deze schijnbaar droge materie heen. Schijnbaar, want wie de recessen doorbladert vindt wellicht aanknopingspunten voor zijn eigen historisch onderzoek, of stuit misschien op ideeën voor nieuw onderzoek. In die zin vormen de Landdagsrecessen een doorgang naar andere archieven of een paraplu waaronder andere bronnen schuilgaan. Thans is de periode tussen 1711 en 1780 toegankelijk gemaakt. Peet Theeuwen, welbekend van De post van de Neder-Rhijn, zal in de komende jaren niet alleen de periode 1583-1710 gaan ontsluiten, maar ook de interessante jaren tussen 1781 en 1795/1798. | |
Enkele voorbeeldenWat kan men nu zoal vinden in de serie Landdagsrecessen? Enkele willekeurige voorbeelden, met vermelding van het jaar van het Landdagsreces. Behalve allerlei procedurele en formele zaken, zoals benoemingen, instructies voor ambtenaren, huwelijksdispensaties, muntzaken, staten van oorlog, tolkwesties en tuchthuizen vind je besluiten over het licentieus drukken van boeken (1718), verlening van een octrooi op verbod van het drukken van boeken, tijdschriften of kranten (1719, 1736, 1737, (van bijbels in 1737), 1738, 1740, 1751, 1759-1760, 1762, 1763, 1766, 1768, 1779), beroepingen van predikanten (1750), de verkoop van een bibliotheek (van H. Cannegieter in 1771), contracten van correspondentie (1711), de ontsnapping van criminelen (1712), corruptie (1714), dobbel- en hazardspelen (1759), duelleren (1747), erfeniskwesties (1711), bepleiting van vrijheid van godsdienst (1711, (idem op galeien (1712), 1713, 1732, 1734), pogingen van families en vrienden om revisie te verkrijgen van een vonnis van een dierbare (1711, 1726), de invoer van aardewerk (1765, 1770, 1776), loterijen (1725-1726, 1736, 1741, 1749 en verder), de ontvoering van een minderjarige (1713), een ontwerpregeling tegen het al te haastig hertrouwen van weduwen (1720), (academisch) onderwijs (1720-1721, 1724, 1730, 1731, 1734 en later), papierfabricage (1721, 1737, 1757), sodomie (1738), studiebeurzen (1763), verbanning (1731), vrijmetselarij (1752, 1753) en missiven over de licentie aan of beteugeling van courantiers (1734, 1744-1745, 1771). Maar je vindt er bijvoorbeeld ook rekesten van gemeenslieden in, die protesteren tegen de inperking van hun bevoegdheden door hun magistraten (1718). Zo overhandigden gemeenslieden van Tiel in 1713 twee geschriften met ‘onbetamelijke en beledigende stellin- | |
[pagina 67]
| |
gen’ aan hun magistraat. Dit proces van gezagsontworsteling vond na een lange incubatietijd zijn hoogtepunt tijdens de patriottentijd. Het voorbeeld impliceert tevens dat serieel onderzoek mogelijk is door de ontsluiting van deze bron over meer jaren. Ik wil het allemaal ook weer niet te rooskleurig voorstellen, alsof onderzoek in deze bron afdoende is. Omdat Landdagsrecessen summiere informatie geven (discussies worden bijvoorbeeld niet weergegeven) is nader onderzoek in andere bronnen noodzakelijk. Ten slotte. Waarom mogen weduwen niet te snel hertrouwen? Als de weduwe na het overlijden van haar echtgenoot te snel het bed met een ander deelt, dan zou dat leiden tot ‘confusie der geslachten en onseekerheijdt der geboorten, maar [het is] ook strijdende met d'eerbaerheijt’,Ga naar eind4. zo meenden Hof van Gelre en de (Gelderse) Staten en vaardigden het verbod uit. Er werd bovendien een fikse boete voor overtredingen vastgesteld met een extraatje voor degene die dergelijke gevallen aangaf. Zo'n geval wekt nieuwsgierigheid: wat was eigenlijk de aanleiding voor het verbod? Had het alleen een medische achtergrond? Werd het een dode letter of het startsein voor het doen van aangiften? Gold het verbod alleen in Gelderland? Maar het doet er voor deze bijdrage eigenlijk niet toe, waarom Hof en Staten dat verbod instelden. Het geval kan een startpunt zijn voor nader onderzoek, zoals talloze andere recessen evenzovele uitnodigingen daartoe zijn. Waar het mij hier om gaat is dat dit voorbeeld illustreert hoe ingrijpend de bemoeienis van de overheid was en dat de bron de moeite van nadere kennismaking meer dan waard is. |
|