Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 28
(2005)– [tijdschrift] Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 61]
| |
J.C. Weyerman in de Mededelingen: een veelkleurig palet
| |
[pagina 62]
| |
Dit verschijnsel zou zich ook voordoen bij andere heruitgaven van Weyerman, zij het in mindere mate.Ga naar eind13. Daarnaast zorgden expeditievergaderingen naar plaatsen waar Jacob Campo ooit woonde, bijvoorbeeld Breda (1983), Vianen (1984) en Den Haag (1985), voor veel kopij en enkele speciale afleveringen.Ga naar eind14. Ook lezingen op de jaarvergaderingen vonden hun weg naar de Mededelingen, zoals die van I.H. van Eeghen over Weyermans contacten met de Amsterdamse boekhandel.Ga naar eind15. In 1986 betrad Thomas Matthey vrijwel ontontgonnen terrein met zijn bijdrage over Weyermans toneelstukken.Ga naar eind16. De volgende jaargang, 1987, stond voor een belangrijk deel in het teken van Weyerman als luis in de pels van de Verlichting. Dit hield verband met het thema van de tentoonstelling die in de Koninklijke Bibliotheek werd georganiseerd om het tweede lustrum van de Stichting luister bij te zetten.Ga naar eind17. In de jaren negentig stonden ook Weyermans bronnen en bewerkingen in de belangstelling. Zo verschenen in de jaargang 1990 artikelen over de bron van zijn Vermakelyk wagen-praatje en zijn vertaling van de biografie van de Schotse kolonel Francis Charteris.Ga naar eind18. In 1995 werd er zelfs een themanummer gewijd aan Weyermans bewerking Don Quichot.Ga naar eind19. Eervolle vermelding verdienen verder de dikke lustrumnummers uit 1992 in 1997. De aflevering van 1992 telde liefst acht bijdragen over De zeldzaame leevens-byzonderheden van Weyerman. Dit nummer was tevens een impliciet antwoord op André Hanous oproep Weyermans kritische houding tegenover de vrijmetselarij nader te bestuderen.Ga naar eind20. In het themanummer van 1997 stonden Weyermans - uiteindelijk minder gewaardeerde - Maandelyksche 't zamenspraaken tusschen de dooden en de leevenden centraal.Ga naar eind21. In de laatste zeven jaargangen is het aantal artikelen gerelateerd aan Weyerman in de minderheid geraakt en hoofdzakelijk beperkt tot teksten van lezingen en observaties, niettemin met steeds weer verrassende onderwerpen zoals Weyerman en de prostitutie of Russen in Weyermans werk.Ga naar eind22. Wel valt op te merken dat in de afgelopen jaren het onderzoek naar Weyerman als stillevenschilder en toneelschrijver nieuw leven werd ingeblazen.Ga naar eind23. Evengoed zijn ook veel van de overige bijdragen over geestverwanten en tijdgenoten,Ga naar eind24. achttiende-eeuwse periodiekenGa naar eind25. en andere literaire en pershistorische onderwerpen waardevol voor de context van Jacob Campo en zijn receptiegeschiedenis. Bovendien bevatten sommige stukken toch nog ‘verdwaalde’ details over Weyerman of diens werk, doordat de auteurs - doelbewust of niet - de band met het tijdschrift wilden uitdrukken. Alles overziend representeren de recente bijdragen in de Mededelingen, al dan niet over Weyerman, uitstekend de hernieuwde belangstelling in de laatste decennia voor allerlei facetten van de Nederlandse Verlichting. Het tijdschrift is hiermee een goede weg ingeslagen. Ter afsluiting nog enkele opmerkingen. Het is binnen dit bestek onmogelijk recht te doen aan alle bijdragen over Weyerman in de Mededelingen. De meeste laten zich ook niet eenvoudig in één categorie rubriceren - ik denk dan aan personalia, geschriften, inspiratiebronnen, opvattingen, conflicten enzovoort. Ze zijn al met al net zo veelkleurig als de bloemstukken die Jacob Campo schilderde. Verder geldt dat de meeste auteurs onderwerpen hebben uitgewerkt die min of meer toevallig op hun weg kwamen, soms natuurlijk ook aangespoord door de redactie, die altijd stimulerend heeft gewerkt. Hoewel deze creatieve stream of consciousness ongehinderd doorgang moet vinden, zou het tegelijkertijd geen kwaad kunnen de leemten in het onderzoek naar Weyerman in te vullen. Zo zou de sinds lang gekoesterde biografie over hem sneller gerealiseerd kunnen worden - en het staat buiten kijf dat Weyerman een moderne biografie verdient. Zijn tijdgenoot Laurens Arminius typeerde hem niet zonder reden in de Europische Mercurius reeds als één van de ‘schranderste geesten’ van de achttiende eeuw.Ga naar eind26. Een biografie over Weyerman zal ook een aanwinst voor het internationaal | |
[pagina 63]
| |
gezien laat tot bloei gekomen biografische genre in Nederland kunnen betekenen. Bovendien zal het mogelijk zijn aan de hand van Weyerman diverse onderbelichte aspecten van de Nederlandse achttiende-eeuwse cultuur in de schijnwerpers te plaatsen. |
|