Peter Wagner: Reading iconotexts, From Swift to the French revolution. London 1995. 211 p. ISBN: 0-948462-71-X.
‘Every picture tells a story’. In Reading iconotexts laat Peter Wagner zien dat deze stoplap dringend een nieuwe betekenis behoeft. Wagner, wellicht het meest bekend door zijn Eros revived, Erotica of the Enlightenment in England & America (London 1988), pleit ervoor achttiende-eeuwse afbeeldingen niet alleen te bestuderen en interpreteren in relatie tot de teksten waar ze bij horen, maar vooral ook in relatie tot andere afbeeldingen. Te vaak wordt de interpretatie van een afbeelding vooraf bepaald door de begeleidende tekst: de afbeelding wordt als ondersteuning (illustratie) beschouwd. Geïnspireerd door theorieën van Foucault, Barthes en Derrida toont Wagner de vele semiotische lagen die tevoorschijn komen als we de ‘intertekstualiteit’ van afbeeldingen proberen te achterhalen. De intentie van de kunstenaar/graveur is hierbij ondergeschikt. Het doet niet ter zake, of een toespeling op een ander beeld intentioneel is of niet. Sterker, wanneer we de auteursintentie loslaten, kunnen elementen in de afbeelding een nieuwe betekenis krijgen door ze te beschouwen vanuit het contemporaine ‘kijkpubliek’ en daarbij te bestuderen welke iconografische betekenissen een rol speelden bij de interpretatie ervan. Een afbeelding interpreteren betekent niet het reconstrueren van de ultieme bedoeling van de maker ervan, maar het achterhalen van de discourse en mentalité die erin worden uitgedrukt.
In vier hoofdstukken illustreert Wagner zijn invalshoek. Het eerste is geheel gewijd aan de illustraties in de eerste drukken van Swifts Gulliver's travels en de plaats die ze innemen temidden van het gehele voorwerk (‘parergon’) van de vroege edities. Op hun eigen wijze dragen ze bij aan de illusie dat het hier een niet-fictioneel werk betreft. In het tweede hoofdstuk komt een zeer verwaarloosd aspect van achttiende-eeuwse afbeeldingen aan de orde: de (gegraveerde) omlijstingen. Net zo goed als het voorwerk van een boek de lezer in een bepaalde richting duwt bij de interpretatie van het boek, kan de omlijsting een sturende rol vervullen (al dan niet misleidend). Het derde hoofdstuk is gewijd aan gravures van Hogarth, met name die waarop andere media zijn afgebeeld (pamfletten, aanplakbiljetten enz.). Wagner neemt eerdere interpretaties van deze gravures onder de loep, en toont aan dat Hogarth's werk oneindig veel gecompliceerder is dan menigeen doet voorkomen. In het laatste hoofdstuk beargumenteert Wagner dat de hausse in pornografische afbeeldingen in Frankrijk ten tijde van de revolutie niet alleen (of hoofdzakelijk) een politieke functie heeft (namelijk het bespottelijk maken van het hof), maar evengoed een ludieke, komische functie, aansluitend bij eeuwenoude tradities van carnavaleske afbeeldingen. Een complicatie hierbij is dat de schroom bij negentiende- en twintigste-eeuwse onderzoekers om dit pornografische materiaal serieus te bestuderen, de stereotypering ervan in de hand heeft gewerkt.
Hoewel Reading iconotexts enigszins gebukt gaat onder een te veel en te zwaar aangezette theorievorming (Wagner vindt het blijkbaar nodig op bijna iedere bladzijde de complexiteit en het vernieuwende karakter van zijn benadering te benadrukken), is het toch een boeiend en inspirerend boek, niet in de laatste plaats door de kleine honderd prachtige illustraties van met name Hogarth.
Marco de Niet