Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 19
(1996)– [tijdschrift] Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 57]
| |
De waaier van Jorina SchimGa naar eind*
| |
[pagina 58]
| |
Het spel met de waaier kon elke denkbare emotie als hartstocht, onverschilligheid of razernij kenbaar maken.Ga naar eind2. In ‘waaiertaal’ was het mogelijk zowel een vurig verlangen te uiten, als gehoorzaamheid af te dwingen. Deze vorm van vrouwelijke macht inspireerde vele schilders, dichters en toneelschrijvers, maar ontlokte bij sommigen ook enige frustratie. Zo ook bij Jacob Campo Weyerman. Hij was van mening dat een waaier in het bezit van een ‘foute’ vrouw een gevaarlijk instrument kon zijn. Juist in het gebruik van een waaier werd de grilzieke aard van de vrouwen tot uitdrukking gebracht. In Den Vrolyke Tuchtheer vergelijkt Weyerman waaierende dames zelfs met het wispelturige noodlot: ‘Ik moet lacghen, gelyk als alle de volken in het Treurspel van Titus en Aran, als ik hoor en zie, Dat de weerelt met het geluk en ongeluk speelt, gelyk als de Juffers met haare waayers [...].’Ga naar eind3. De waaier werd natuurlijk niet alleen betrokken in het spel der seksen, maar heeft duizenden jaren een functie vervuld als sacraal, ritueel, ceremonieel of romantisch object.Ga naar eind4. Iemand die daar alles van weet is mej. I.H. van Eeghen, die al 45 jaar geestdriftig waaiers verzamelt. Haar indrukwekkende collectie bevat waaiers van ca 1700 tot heden, allemaal (wanordelijk) opgeslagen in haar beroemde ‘waaier’-kamer. Ik heb het voorrecht in deze kamer te mogen snuffelen in de laadjes, dozen en plastic tassen propvol met deze decoratieve handvoorwerpen. Tijdens een van mijn speurtochten viel mijn oog op een oud, stoffig, bruin geblokt doosje. Eenmaal open bleek er een fraai bewerkte vouwwaaier in te zitten.Ga naar eind5. De opvouwbare waaier had in de achttiende eeuw alle andere soorten, zoals de uit één stuk gemaakte brisé-waaier, verdrongen.Ga naar eind6. Hij bestond uit een stel benen (ook wel: montuur) waarop een vouwbaar blad van perkament, papier of stof was bevestigd. De benen konden gemaakt zijn van hout of been, maar ook van kostbaarder materiaal als parelmoer, schildpad of ivoor. In Den Adelaar schrijft Weyerman een passage over de gevaren die het ivoor veroorzaakt. Hij wijst onder andere op de dobbelstenen, de snuifdozen, de fiches en de biljartballen. Over waaiers zegt hij het volgende: De beentjes der waayers, ja veeltyds gantsche waayers [= brisé-waaiers], met welke konstwerktuygen de juffers een soort van warmte poogen te koelen, voortkomende uyt de belommerde valey van Dione, worden gebytelt en gedraayt uyt den Olifantstant.Ga naar eind7. Aan de zijkanten waren de waaierbenen groot en stevig, ze boden dan ook bescherming aan de waaier wanneer deze gesloten was. Deze ‘dekspijlen’ vielen me direct op bij de tevoorschijn gekomen waaier: in het geraffineerd uitgesneden ivoor zijn zeer gedetailleerd enkele bloemen en een libelle zichtbaar, met in een ovaal een mooie juffrouw met elegant hoedje, die verrast kijkt naar haar linkerschouder, waarop een vlinder is neergestreken. Het blad van de waaier is van perkament gemaakt, met op de voorkant een handgeverfde bijbelse voorstelling in de sprekende kleuren geel, rood, blauw en groen met gouden afwerking, en op de achterkant zijn onder een eenvoudig gouden kroontjeGa naar eind8. de initialen J.S. aangebracht. Hierachter gaat een romantisch verhaal schuil. De initialen op het achterblad staan voor Jorina Schim. Zij was de op een na jongste dochter van Jannetje van der Gaag en Hendrik Schim. De in Rotterdam geboren Hendrik trouwde met Jannetje op 19 augustus 1753. Ze kregen vier dochters: Alida, Elisabeth, | |
[pagina 59]
| |
Jorina en Kornelia.Ga naar eind9. Jorina werd op 21 juli 1758 gedoopt in de Hervormde Kerk van Maassluis. Hendrik Schim was van 1753 tot 1762 schepen van MaassluisGa naar eind10., en hij woonde met zijn gezin ‘in de Goudsteen’, op stand. Na zijn dood (ca. 1767) vertrok Jannetje uit Maassluis, waar naartoe is mij niet bekend. Jorina was winkelmeisjeGa naar eind11. toen ze op een dag een zekere Ary Bol leerde kennen. Zij werden verliefd op elkaar en besloten te trouwen. Aan deze liefde dankt de waaier zijn bestaan. Jorina en Ary gingen op 2 februari 1783 in ondertrouw te Maassluis, en trouwden op de 21ste van dezelfde maandGa naar eind12.. De waaier werd speciaal in opdracht voor deze feestelijke gebeurtenis gemaakt. Dit gebeurde zeer waarschijnlijk in Rotterdam, waar veel waaiermakers gevestigd waren. Het is vrij bijzonder dat de waaier in zijn geheel in Nederland is gemaakt, aangezien de meeste waaiers (en waaieronderdelen) werden geïmporteerd uit andere Europese landen en uit het Oosten.Ga naar eind13. Frankrijk is de bakermat van de ons meest bekende vorm, de Fransen waren echte meesters in de fabricage van schitterende luxe monturen en gedrukte waaierbladen. Uit de bijbelse voorstelling op Jorina's waaier valt af te leiden dat het om een bruiloftswaaier gaat. Op het voorblad is te zien hoe koning Saul van Israël zijn jongste dochter Michal aan David ten huwelijk geeft. Op de achtergrond is Davids harp zichtbaar. Een illustratie uit het Oude TestamentGa naar eind14., die vaker voor dit doel werd gebruikt. Holland was bij uitstek het land van de waaier met bijbelse decoratie, maar deze waaiers waren niet alleen bedoeld voor exclusief gebruikt in de kerk. De kerkwaaier van Jorina was dus een waardevol huwelijksgeschenk, traditioneel gegeven door de bruidegom aan de bruid. Ary voelde het kennelijk niet als een bedreiging dat een deel van Jorina's leven zich voortaan achter een waaierblad af zou spelen. Of Jorina misbruik heeft gemaakt van haar mans goede vertrouwen blijft geheim, veilig bewaard in het originele waaierdoosje.
In datzelfde doosje bevond zich toen mej. van Eeghen het kocht, behalve de waaier, ook nog een brief uit 1899. Het schijnt dat een arme nakomeling aan haar rijke nicht berichtte dat zij in het bezit was van een waaier, die afkomstig was van haar grootouders. Aangezien ze in hevige geldnood verkeerde, wilde ze afstand doen van deze waaier, en hem haar nicht te koop aanbieden. Ik heb deze brief helaas nooit gezien; ergens tussen 1991 en zomer 1995 moet hij zijn kwijtgeraakt, en daarmee ook enkele ongetwijfeld interessante (familie-) gegevens. Heel jammer, maar gelukkig doet dit verlies niets af aan het feit dat er een Nederlandse achttiende-eeuwse waaier bestaat, waarvan de herkomst bekend is, en die nauwe banden heeft met Maassluis. | |
[pagina 60]
| |
[pagina 61]
| |
|