Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 19
(1996)– [tijdschrift] Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 23]
| |
Demokriet en Herakliet tussen de KonstschildersGa naar eind*
| |
[pagina 24]
| |
A sa Messieurs! is er noch jemant onder de meenigte die iets manqueert?
Al hadje zo veel kwetsuuren als den Man in den Almanak die de twaalf Zodiaks têkens representeert,
Echter zal ik je helpen. Niemant? dat 's droevig! kom Simon, laat ons gaan dekampeeren,
En ook een Koetsje met een paard opzetten benevens een ongekamde Paruyk, de twee hoofdverdiensten dier Heeren.
Sa, Simon, repje, spoeje, en pak de Bagaazie by malkaar.
Sakr**! ik wensch dat ik ook tot een bevoorrecht Geneesheer gepromoveert waar,
Want die Heeren gelooftmen, die hebben het Jus vitae & necis.
Maar als wy arme Duyvels eenen schelmschen Boer depecheeren, dan is
Het aanstonds, de Satan haal de Kwakzalvers! men behoorde die Schelmen uyt het Gemeene Best te jaagen.
Doch een Doktoor, die grooter en droeviger plaagen.
Veroorzaakt binnen een half jaar, als die van Egypte ooit of immermeer hebben gehad,
Die viertmen, die adoreertmen, ja die maaktmen Overheden van de Stad.
Sa, Simon, pak de Bagaazie, het is alhier geen haven om lang veylig te konnen zyn,
Want daar die Heeren regeeren speelt de maagere Dood voor Souveryn.
DEMOKRIET lacghende.
Ha, ha, ha! wat zegje, hoe bevalje die Snaak, vriend Herakliet?
HERAKLIET.
Ach! hoe konje zo hartiglyk lacghen met eens anders verdriet?
Men behoorde alle die Kwakzalvers, die Borgers en boerensnuyters uyt de Stadspoorten te jaagen,
Die met zo veel assurantie aan dat aanzienlyk lieghaam der Geneeskunde durven knaagen.
Wat let zo een Schurk, of een Geneesheer een Koetsje voert, of een ongekamde Paruyk?
Toch is het verband met het markttafereel van Lingelbag maar zwak: op beide een kwakzalver, maar in Italië een paap en een stadsdokter, op de Brusselse kermis wel Herakliet en Demokriet maar geen geestelijke. Hoewel Herakliet de rol van de dokter verdedigt en ook probeert aan te tonen dat de kwakzalver een schurk is. Hoe is de verbinding aan het slot van dit ingelaste fragment met de volgende prozatekst? Demokriet heeft in zijn betoog gewezen op de vele overeenkomsten tussen kwakzalvers en geneesheren, en het enige verschil: ‘De Kwakzalvers zyn meestentyds Bedelaars, en de Doktooren zyn Heeren’. Hij sluit zijn betoog af met kritiek op de apothekers, want ook zij maken dodelijke fouten. Volgens hem is het nu beter te zwijgen dan dat men alles uitkraamt, te meer ‘men nimmermeer Geneesheeren, Kruyd-bereyders of Horsselen vermag te tergen, zynde die volkomentlyk kwaat Genoeg uyt de geboorte’. Weyerman laat de discussie tussen beide wijsgeren abrupt eindigen om over te stappen op de woelige haventaferelen en watergezichten die Lingelbag schilderde. Hij rept met geen woord meer over Demokriet, de lachende filosoof uit Abdera, of over Herakliet van Efese, die weende om de dwaasheden der mensheid, of over de geneeskunde: er is dus helemaal geen verband meer! Er zijn verschillen tussen de tekst van het kluchtspel en de versie in de Konst-Schilders: 1. andere regie-aanwijzing (cursief gedrukt); 2. de spelling; 3. toevoegingen en weglatingen; 4. geen inspringende regels. Ter vergelijking geef ik hier een zevental versregels uit Demokriets en Herakliets Pelgrimasie [p. 76]: | |
[pagina 25]
| |
Den Boer geeft geldt, en zo als hy de beurs in de zak meent te steeken, houd de Knegt de zijne open, daar hy de zelve insteekt Den Boer vertrekt. Sa Messieurs, is 'er nog lemant onder Uw die iets mankeert?
Al hadje zoo veel Quetzuuren als den man die in den Almanak de 12 Sodiaks teekens representeert,
Echter zal ik je helpen. Niemant? dat is droevig! Kom Simon pak de Bagazie by malkaar.
Ik wou mordiabel! dat ik mee Doctoor gepromoveert waar,
Want die Messieurs worden gelooft, die hebben het Jus vitae & necis.
En als wy een schelmschen Boer depecheeren, dan is
Het de Duivel haalt de Kwakzalvers, men moest die schelmen voor den drommel jaagen.
Kennelijk was Weyerman voortdurend bezig met het schaven aan zijn teksten, zelfs de titel moest veranderen. Op de voorkaft van de bundel heet het spel Demokriets en Herakliets, Brabandsche Voyagie, maar op de titelpagina van het spel staat Demokriets en Herakliets, Brabantsche Voyage en even verder is het Demokriets en Herakliets Pelgrimasie geworden. Het spel wordt in de verzamelbundel gevolgd door De Sleutel van Demokriets en Herakliets Pelgrimasie. Niet iedere wijziging leverde een verbetering op, zoals blijkt bij vergelijking van de volgende versregels:
Men behoorde alle die Kwakzalvers, die Borgers en boerensnuytersuyt de Stadspoorten te jaagen,
Die met zo veel assurantie aan dat aanzienlyk licghaam der Geneeskunde durven knaagen.
Wie moeten volgens Herakliet de stad worden uitgejaagd? Kwakzalvers én burgers én boerensnuiters die zich ten onrechte met geneeskunde bezighouden? Dat vind ik vreemd, dan was de tekst in het kluchtspel toch duidelijker.
Men behoorde die Kwakzalvers en Bedriegers de Poorten uyt te jaagen,
Die met zo veel assurantie aan die aanzienlijke Faculteyt durven knaagen.
|
|