Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 19
(1996)– [tijdschrift] Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 18]
| |
De titelprent van De Konst-schildersGa naar eind*
| |
[pagina 19]
| |
[pagina 20]
| |
Het eerste wat opvalt bij nadere observatie is dat de gravure niet gemaakt is op één plaat, maar dat zij uit twee delen bestaat: een middengedeelte met daarop een allegorische voorstelling, en daaromheen een randversiering, een lijst, waarop acht kleine voorstellingen staan. Op de afbeelding is het niet zo goed zichtbaar, maar in de witte rand om het middengedeelte ziet u donkere lijnen. Dat zijn de moeten die het drukken van het middengedeelte in het papier hebben achterlaten. Hoe komt het dat deze prent is opgebouwd uit twee delen? Die vraag is gemakkelijk te beantwoorden. De grote middenplaat bestond reeds, maar was niet groot genoeg voor het papierformaat waarop de Konstschilders werd uitgegeven. Het middengedeelte was oorspronkelijk de titelprent van een soortgelijk werk: De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen van Arnold Houbraken, uitgegeven tussen 1718-1721.Ga naar eind3. Dit werk verscheen in octavoformaat en het werk van Weyerman is in kwarto. De titelprent was dus te klein voor het nieuwe formaat. Hij zou gaan zwemmen op de grote bladspiegel en daarom is de randversiering eromheen gelegd, om de prent op die manier te vergroten naar het gewenste formaat. Dat is niet alleen gebeurd met de titelprent, maar ook met de andere losse gravures. Dit antwoord creëert onmiddellijk weer een nieuwe vraag. Want nu willen we graag weten of deze techniek al bestond, of dat zij hier voor het eerst werd toegepast. Het antwoord op deze vraag moet ik u schuldig blijven. Ik ben nog geen werk tegengekomen waarbij deze techniek ook is toegepast, maar ik ga er vooralsnog van uit, dat deze techniek al bestond. Als dat zo is, is er dan voor dit werk gebruik gemaakt van nieuwe of reeds bestaande lijsten? Wederom kan ik het antwoord niet geven, omdat ik de lijsten nog niet in een ander werk ben tegengekomen. Wie echter de lijsten bekijkt, ziet dat ze nog al wisselend van kwaliteit zijn. Van de titelprent is die erg fraai, maar er zijn er bij die erg eenvoudig aandoen; ze hebben grove lijnen en onnauwkeurige voorstellingen. Ik neem daarom aan, dat de lijsten reeds bestonden en dat de drukker uit zijn voorraad een keuze heeft gemaakt. Hierbij heeft hij zich toch enigszins laten leiden door de afgebeelde schilders, want rondom de plaat met onder andere Paulus Potter zien we voorstellingen van schapen en koeien.Ga naar eind4. Dit voor wat betreft de technische kant van de titelprent. Ik wil nu met u kijken naar de inhoudelijke kant van de prent. Wat staat erop afgebeeld en wat is de betekenis daarvan? Ik begin met het middengedeelte. Dit is een allegorische voorstelling. Ik weet niet of de tijdgenoten van Weyerman dergelijke prenten makkelijk konden duiden, omdat zij meer vertrouwd waren met de betekenis van de afgebeelde figuren en voorwerpen. Voor ons twintigste-eeuwers is zo'n prent moeilijk te begrijpen, maar in dit geval worden we enorm geholpen. Dit gedeelte van de prent vormde reeds eerder de titelprent van het werk van Arnold Houbraken. In dit werk staat naast de prent een gedicht afgedrukt, getiteld: Op de titelprint.Ga naar eind5. Dit gedicht geeft in versvorm de betekenis van de prent. Kort samengevat komt het hier op neer. De afbeelding toont ons de Kunstgodin, die de macht van de Tijd tracht te doorbreken, om zo de kunstenaars en hun werk, die door de Tijd in de vergetelheid waren geraakt, weer voor het voetlicht te brengen. Zij breekt de zeis en ‘fnuikt’ de vleugels van de Tijd. Haar helpers, de kleine putti, dragen de portretten weg, om ze te beschermen tegen het bederf en de wormen. De godin verbeeldt de kunstliefde van de auteur, die met zijn boek de schilders en hun kunst voor eeuwig tracht te bewaren. | |
[pagina 21]
| |
Die betekenis past uitstekend bij de twee werken. Beide schrijvers hebben getracht bekende en onbekende schilders en hun werk te beschrijven, zodat ze door latere generaties niet vergeten zouden worden. Dankzij deze geschriften beschikken we van sommige schilders over gegevens, die we alleen uit deze bronnen kunnen putten.
Nu kom ik bij de acht kleine voorstellingen in de lijst. Ik begin rechtsboven en ga dan naar beneden. Rechtsboven zien we een stier met daarop een vrouw. De stier zwemt in de zee en op de achtergrond staan nog enkele menselijke gestalten. Deze afbeelding stelt voor de schaking van Europa door Jupiter in de gedaante van een stier. Daaronder zien we Apollo en Daphne. Apollo is verliefd op haar, maar zij niet op hem. Zij is bevreesd en roept de hulp in van haar vader, de riviergod Peneus. Die beantwoordt haar smeekbede en verandert haar in een boom. We zien hier net het moment waarop Daphne in een laurier verandert. Haar armen vormen al takken en haar lichaam wordt al een stam. Daaronder zien we de val van Icarus. Daedalos en zijn zoon Icarus werden gevangen gehouden op het eiland Kreta. Zij wisten te ontsnappen door veren, die met was aan elkaar gelijmd waren, aan hun lichaam te bevestigen. Icarus werd overmoedig en steeg te hoog op. De zonnewarmte deed de was smelten, waardoor Icarus jammerlijk in zee stortte. In deze rechterkolom hebben we te maken met drie mythologische voorstellingen en de daarbij behorende verhalen komen voor in de Metamorphosen van Ovidius.Ga naar eind6. Ik ga nu naar de linkerkolom. Helemaal bovenaan zien we een man vechten met een leeuw. Misschien denkt u even aan Hercules, die de Nemeïsche leeuw bevecht, maar dit is de Bijbelse Simson, die een leeuw verscheurt. Het verhaal staat in Richteren in het Oude Testament.Ga naar eind7. Daaronder zien we de dans om het Gouden Kalf. Terwijl Mozes op de Sinaï veertig dagen lang met God spreekt en de Stenen Tafelen in ontvangst neemt, wordt het volk Israel afvallig en maakt het een afgodsbeeld.Ga naar eind8. Daaronder zien we een voorstelling waar ik niet uitkwam. We zien een knielende figuur voor een viertal personen. Het ligt voor de hand dat dit ook een scène uit de Bijbel is, maar welke? Met succes heb ik de hulp ingeroepen van Lykle de Vries, die mij mededeelde dat deze voorstelling waarschijnlijk de ontmoeting tussen Abraham, God en twee engelen verbeeldt. Ook deze geschiedenis komt voor in het Oude Testament.Ga naar eind9. Middenonder zien we Clio, de muze van de geschiedenis. Op de banderol, die op haar schoot ligt, is het woord ‘Historia’ te lezen. Middenboven zien we weer een Bijbelse voorstelling. Het is Jozef, die zijn broers opzoekt in Dothan.Ga naar eind10. We zien dus dat de lijst een zeer evenwichtige opbouw kent. Links drie Bijbelse voorstellingen en rechts drie mythologische. Boven een Bijbelse en onder een mythologische. De Bijbelse voorstellingen zijn allemaal afkomstig uit het Oude Testament; drie mythologische komen uit de Metamorphosen van Ovidius. De acht voorstellingen behoren tot het genre van de historieschilderkunst. Dit genre wordt door Samuel van Hoogstraeten als het hoogst gewaardeerde genre aangemerkt.Ga naar eind11. Ik heb geprobeerd de titelprent van de Konstschilders enigszins te duiden en nu hoop ik dat mijn observatie opgemerkt zal worden door een kunsthistoricus, die het onderzoek aanvult en uitbreidt naar alle titelprenten en illustraties in het werk van Weyerman. |
|