Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 18
(1995)– [tijdschrift] Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 117]
| |
BoekbesprekingFranciscus Lievens Kersteman: Zeldzaame levensgevallen van J.C. Wyerman. Heruitgave op basis van de tweede druk (1763). Bezorgd door M. van Vliet. Leiden: Astraea, 1994. (Duivelshoekreeks 1). 155 p. f 39,50. ISBN 90-75179-02-2.In 1756, negen jaar na de dood van Weyerman, verschijnt bij Pieter van Os in Den Haag de uitgave: Zeldzaame levens-gevallen van J.C. Wyerman. Een auteursnaam staat niet vermeld op de titelpagina, maar uit andere bronnen weten we dat het werk geschreven is door Franciscus Lievens Kersteman. Weer zeven jaar later verschijnt de tweede druk, met daarbij een ‘Aanhangzel’. Eind 1994 verscheen de biografie opnieuw, nu als eerste deel in de Duivelshoekreeks van uitgeverij Astraea. Of Kersteman Weyerman persoonlijk gekend heeft, valt te betwijfelen. In de biografie wordt van een persoonlijke ontmoeting geen melding gemaakt. Kersteman zal iets van Weyerman hebben gelezen en veel over hem hebben gehoord, zeker toen hij in 1751 in Breda in hechtenis zat. Uit al die verhalen meende hij wel een boek te kunnen samenstellen, aangevuld met enkele anekdoten uit zijn eigen leven of eigen duim. Wie het werk nu leest, met de kennis die we thans van Weyermans leven hebben, bekruipt steeds het gevoel: dit zijn verhalen van horen zeggen. Het is ook niet echt de bedoeling van Kersteman geweest om een op controleerbare feiten gebaseerde levensbeschrijving van Weyerman te schrijven. Hij zegt in zijn ‘Bericht aan den leezer’, dat jammer genoeg niet in de uitgave is opgenomen (zie bijlage hieronder), dat hij zijn lezers wil vermaken. De auteur is in die opzet zeker geslaagd; met vaart vertelt hij over onder andere Weyermans ontmoeting met de beruchte rover Cartouche, zijn belevenissen met de Baron van Syberg en zijn liefdesavonturen. Ondanks het feit dat de verhalen onnauwkeurig of onjuist zijn, heeft het werk een enorme invloed gehad. Iedereen die later over Weyerman schreef, putte uit deze biografie en dat heeft de beeldvorming van Weyermans persoon en diens werk geen goed gedaan. Voor het ‘Aanhangzel’, dat met de tweede druk in 1763 uitkwam, lijkt Kersteman wat meer onderzoek te hebben gedaan. Het verhaal hoe Weyerman uiteindelijk in het gevang raakte, is nu ook beter gefundeerd. Kersteman citeert bijvoorbeeld uit het gedrukte vonnis, de Sententie van den Hove van Holland uit 1739. Rietje van Vliet, de editeur van de nieuwe uitgave, laat aan de tekst een inleiding voorafgaan, met enkele lezenswaardige hoofdstukken over onder andere het Genre en de Broodschrijvers. In dit laatste schetst zij het beeld van deze aparte beroepsgroep en geeft zij een overzicht van de overeenkomsten en verschillen tussen de auteurs Kersteman en Weyerman. In het hoofdstuk Drukgeschiedenis geeft zij de stand van zaken weer, gebaseerd op enkele signaleringen in de Mededelingen van de Stichting. Zij heeft zelf geen diepgaand bibliografisch onderzoek uitgevoerd, terwijl daar wel alle reden toe was. Uit de signaleringen blijkt reeds dat er verschillende versies van de biografie bestaan. En dan is er ook nog de opmerking van Kersteman zelf, die in zijn Gedenkwaardige levensbeschryvinge van den waereldberoemden J.Chr. Ludeman beweert dat er van de biografie zeven drukken zijn verschenen.Ga naar eind1. Al vanaf de uitgave van De Rotterdamsche Hermes wordt er gevraagd om vooraf een goed bibliografisch onderzoek uit te voeren alvorens over te gaan tot het uitgeven van een tekst. Zo'n onderzoek is zeer tijdrovend en kan de uitgave aanzienlijk vertragen, maar een uitgever mag tegenwoordig zeker verwachten dat een redactie of editeur grondig uitzoekt welk exemplaar als uitgangspunt moet dienen voor de teksteditie. Wat schieten we ermee op als we achteraf moeten constateren dat er beter voor een ander exemplaar gekozen had kunnen worden? De nieuwe teksteditie, het uitgangspunt voor verdere studie, moet goed zijn, en gebaseerd op de onderzoeksmethoden die we thans noodzakelijk achten. Dat is de taak en de verantwoording van de editeur. Dankzij de uitgave van uitgeverij Astraea is de biografie nu bereikbaar voor een groot publiek en door het vele onderzoek naar leven en werk van Weyerman, dat door de leden van de Stichting Jacob Campo Weyerman in de afgelopen jaren is verricht, hoeven we niet meer te vrezen dat Kerstemans tekst Weyerman weer in diskrediet zal brengen. We kunnen nu rustig genieten van | |
[pagina 118]
| |
de biografie, zowel van de verhalen als van de wijze waarop Kersteman met zijn gegevens is omgegaan.
Jan Bruggeman
Bijlage Uit een van mijn eigen exemplaren geef ik de tekst van Kerstemans inleiding weer. | |
[*2r] Bericht aan den leezer.MEn ziet veeltyds dat groote Verstanden en Luiden die met meer als gemeene Begaafdheeden bedeeld zyn, in hun Leven tot buitenspoorige Ongereegeldheeden uitspatten, en dat zy zig allezins verbysteren in het Bestek hunner Schrandere Ontwerpzelen. [*2v] De alomberoemde Geleerdheid van Jacob, Campo, Wyerman, vergeleeken met zyne zeldzaame Levensgevallen, leeveren 'er ons het volstaande Bewys van uit. Wy vertrouwen daarom ook dat zyne Historie met geen minder belang, als alle zyne andere Geleerde Werken, dewelke hy gedurende zyn Leven zelfs heeft ontworpen zal worden doorbladerd. Wy vermoeden wel dat de wonderbaarlyke wisselvalligheeden van zyne Wereldsche Bedryven, in onze Leezers wat verwondering zullen verwekken, dog zy mogen vast[*3r]gaan op de egte Waarheid derzelver; aangezien wy ons, zedert zyne Dood, alle mogelyke moeite hebben gegeeven, om de waarschynelykste en zekerste Berichten van zyne Gevallen te bekomen. Geen kosten nog zorg hebben wy tot de Volmaaktheid daar van gespaard; en dit Werk, het welk wy al over langen tyd klaar hebben gehad, hebben wy tot nu toe met voordagt agterwegen gehouden, om te zien, of andere Schryvers ons inmiddels wezentlyker Berichten van zyn Leeven zoude mededeelen. Dat niet zynde, heb[*3v]ben wy beslooten om dezelve ter Druk-Persse te leggen, en onze Leezers aangenaam te vermaaken met de Merkwaardige Leevensloop van een Man, wiens Geleerdheid en Verstand, zonder tegenzeggen, de eerste van zyne Tyd is geweest. Schept derhalven dat genoegen met het Leezen van dezelve, gelyk wy met het Ontwerpen daar van genooten hebben, en vaart wel. |
|