Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 18
(1995)– [tijdschrift] Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 72]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In horoscopo spectandae
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ArcanaHet woord ‘geboortramer’ dat Bilderdijk in zijn levensbeschrijving gebruikte, toont zijn interesse in het occulte al aan. Vermoedelijk doelde hij op een astroloog, in elk geval op iemand die op grond van geboortedata bepaalde, vooralsnog in de toekomst verhulde zaken kan gissen of vaststellenGa naar eind5.. In de romance Assenede uit 1805 vertelt de arts van de farao wat hij in de sterren heeft gelezen: Ik raamde in d'aanvang van uw Echt
Haar lot, ô Potifar!
Ik zag een' schrikbren nevelgloed
Om uw GeboortestarGa naar eind6..
Verwijzingen naar de astrologie komen in Bilderdijks gedichten vaker voor. Reeds in De Vijfde uit 1789 gaat hij in op het feit dat het met de graven Diederik V, Floris V en Willem V niet goed is afgelopen; met de stadhouder Willem V dreigt het eveneens mis te gaan. Brengt het getal 5 ongeluk? ‘Of is 't een zelfde Star die aller lot beslecht?’Ga naar eind7. Dat het citaat uit Zodiacus vitae sive de hominis vitae van Marcellus Palingenius, door Bilderdijk toegevoegd aan de aantekeningen op zijn vertaling van Alexander Pope's Essay on Man (De Mensch, uitgegeven in 1808), juist afkomstig is uit Liber VI (getiteld: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 73]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Virgo)Ga naar eind8., zal op toeval berusten. Hij heeft het citaat waarschijnlijk gevonden in een becommentarieerde uitgave van het Essay, want hij geeft er althans in deze periode geen blijk van het neolatijnse gedicht goed te kennen. Opvallend is wel dat in de gedeeltelijke navolging uit 1794 van de Astronomica van Marcus Manilius alle uitspraken over de mogelijkheid om uit de sterren het menselijk lot te berekenen, zijn weggelatenGa naar eind9.. Naast het dichtwerk biedt de in 1797 uitgegeven veilingcatalogus van Bilderdijks bibliotheek boeiende informatieGa naar eind10.. Deze catalogus - die waarschijnlijk voor een deel ‘vervuild’ en daardoor niet geheel betrouwbaar is - vermeldt namelijk een aantal merkwaardige werken over min of meer occulte kunsten en wetenschappen. Zo kan Bilderdijk omstreeks 1794, dus vlak voordat hij (in 1795) in ballingschap ging, belangstelling hebben gehad voor de alchemie. Uit dit jaar stamt een te Dordrecht uitgegeven tractaat, Over de mogelykheid, om uit metaalen (...) echt goud en zilver te maaken, dat aansluit bij andere, oudere alchemistische werken in de catalogus, zoals het bekende Viatorum, hoc est, de montibus planetarum septem seu metallorum (1651; eerste druk 1618) van de rozenkruiser M. Maier.Ga naar eind11. De catalogus biedt ook andere verassingen (zie de lijst op p. 82-83). Zoals bekend werd in de eeuw van de Rede aan de kwakzalverij goed verdiend. Een bijzonder beruchte kenner van quasi-medische kunsten was de in Nederland wonende, Duitse uroscopist en astroloog J.C. Ludeman (1683-1757), een aanhanger van Paracelsus en beoefenaar van de onomantie, die door W. van Swaanenburg en J.C. Weyerman in de eerste helft van de achttiende eeuw in schotschriften over de hekel werd gehaald.Ga naar eind12. Van de talrijke, ten onrechte aan hem toegeschreven en grotendeels door F.L. Kersteman geschreven werken komen er in de catalogus niet minder dan acht voor, voornamelijk uit de periode 1787-1791. Wellicht dat de latere vrijmetselaar Johannes Kinker, aan wiens Post van den Helicon Bilderdijk rond 1788 een en ander bijdroeg, mede verantwoordelijk is voor een reeks maçonnieke geschriften in de catalogusGa naar eind13.. Verder noemt de catalogus van 1797 ook een aantal interessante handschriften, zoals een ongedateerde Clavicula Salomonis van 276 bladzijden, ‘traduit de la Langue Hebraique en Italien’Ga naar eind14.. Dergelijke handschriften zullen gedurende de achttiende eeuw onder belangstellenden hebben gerouleerd. In verband met het onderwerp van deze bijdrage verdient vermelding de eveneens ongedateerde La roue pithagorique ou de fortune par laquelle on peut trouver & decouvrir les choses cachées & futuresGa naar eind15.. Dit manuscript is met name interessant omdat het zich beweegt op het gebied van de geomantia en waarschijnlijk ook de onomantia, twee occulte zusterkunsten waarop we in het vervolg nog terugkomenGa naar eind16.. Al met al is, op grond van de Catalogus van 1797, Bilderdijks belangstelling voor het magische, alchemische, astrologische, theosofische, hermetische, maçonnieke en mystieke toch niet bijzonder markant te noemen. Zijn omvangrijke bibliotheek (de Catalogus van 1797 bevat ongeveer 5.000 titels) weerspiegelt op dit punt de interesses van een dilettant, vergelijkbaar met die van door hem gewaardeerde geleerden als Voltaire en MontesquieuGa naar eind17.. Bilderdijk beschikte over een aantal interessante studies, maar de meeste klinkende namen en bewegingen (Böhme, het Corpus Hermeticum, Joodse kabbalisten, rozenkruisers enzovoorts) ontbreken, om van eigentijdse schrijvers (K. von Eckartshausen - afgezien van het werk over het magnetisme -, L.C. de Saint-Martin, J.F. Kleuker, J.H. Jung-Stilling, M. Claudius en anderen) niet te sprekenGa naar eind18.. De datering van de diverse | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 74]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
werken lijkt aan te geven dat zijn belangstelling voor het occulte met name uit de tweede helft van de jaren tachtig stamt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AstrologiaEen catalogus is maar een catalogus: op grond van een inventaris alleen zullen we nooit precies weten welke boeken Bilderdijk las, welke hij slechts doorbladerde en welke hij in kast of doos liet staan. Wel aantoonbaar is dat Bilderdijk zich actief met de astrologie heeft beziggehouden. In het Bilderdijk-Museum te Amsterdam berusten twee handschriften waarop een aantal astrologische tabellen, tekens, berekeningen en opmerkingen voorkomenGa naar eind19.. Het betreft twee ‘horoscopen’ van zijn hand. Het eerste handschrift is een blad dat aan beide zijden in het Latijn is beschreven (in het vervolg duid ik dit document aan als hs I). Het tweede is een dun ‘boekje’ van iets kleiner formaat, waarvan slechts drie bladzijden beschreven zijn, ditmaal in het Frans (hs II). In het volgende zal ik deze curieuze handschriften proberen te ontraadselen, om daarmee licht te werpen op een relatief onbekend aspect van de dichter-denker Bilderdijk. Op het grotere handschrift (hs I) komen op de recto-zijde twee tabellen voor. Het is niet moeilijk deze te ontcijferen. De eerste tabel bevat de data per maand waarop er tussen 1775 en 1793 een nieuwe maan te zien was. Men zou kunnen veronderstellen dat de tabel niet toevallig met het jaar 1793 eindigt. Zou dit niet het jaar kunnen zijn waarin Bilderdijk zijn horoscoop heeft opsteld? Onder de tabel staat echter geschreven: ‘quoq[ue] 19o anno idem ordo redit’ (om de 19 jaar keert dezelfde orde terug). Met behulp van deze tabel - het betreft hier een zogenaamde cyclus lunaris - kan de gestalte van de maan in elke maand van ieder willekeurig jaar worden berekend. Een eenvoudige berekening geeft aan dat 1756 overeen moet komen met 1775 (1756 + 19 = 1775). In dit jaar was er volgens de tabel op 24 september een nieuwe maan te zien, hetgeen betekent dat Bilderdijk bij een wassende, bijna-volle maan moet zijn geboren. Waartoe diende deze tabel? Ludeman, de Paracelsische piskijker, had in zijn Burger-Huysschat een lijst opgenomen waaruit men de invloed van de maan op aderlatingen kon opmaken. Om de gunstigste dagen te berekenen diende men te tellen vanaf de dag waarop het 's ochtends nieuwe maan was geworden. De 16de dag heette volgens deze maankundige bepalingen zeer ongunstig te zijn, de 17de juist zeer gunstig, de 27ste mogelijk dodelijk, terwijl de 26ste garant stond voor maar liefst twaalf maanden in blakende gezondheidGa naar eind20.. Bilderdijk echter zal deze tabel niet voor aderlatingenGa naar eind21., maar voor zijn astrologische berekeningen hebben gebruikt. De tweede tabel op de recto-zijde van hs I bevat de data en tijden waarop de ‘sterrenbeeldmaanden’ beginnen, en wel voor de jaren 1700 tot en met 1703. Ook deze gegevens zijn cyclisch van aard; ditmaal behelst de cyclus slechts 4 jaar. Het geboortejaar 1756 blijkt overeen te komen met 1700. In dit jaar begon de maand van de Maagd op 20 augustus om 10:30 's ochtends, om 30 dagen later op 19 september om 21:00 (9 uur ‘po[st]merid[ian]’) te eindigen. Waarom deze gegevens genoteerd zijn, is niet geheel duidelijk. Bilderdijks verjaardag valt middenin de sterrenbeeldmaand van de Maagd, zodat hij zichzelf nooit per vergissing tot de Leeuw of de Weegschaal heeft kunnen rekenen. Die verleiding zal hij allicht hebben gehad, want voor een liefhebber van de krijgskunst dan wel een beoefenaar van de advocatuur zullen deze sterrenbeelden een stuk aantrekkelijker zijn geweest dan dat van de MaagdGa naar eind22.. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 75]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Interessanter worden Bilderdijks aantekeningen op de verso-zijde van hs I. Geheel bovenaan staat een derde tabel. Deze geeft aan welke uren op de verschillende dagen van de week door de diverse planeten worden geregeerd. Men dient te rekenen ‘ab hora 6 matutina’ (vanaf 6 uur in de ochtend), hetgeen betekent dat 6:00 overeenkomt met uur 1. Bilderdijks geboorteuur (4:00) komt volgens deze berekening overeen met uur 22 op 6 september 1756. Deze dag was volgens Bilderdijk een maandagGa naar eind23., zodat hij volgens de tabel geboren moet zijn op het uur dat Luna, de Maan, regeerde. Uit de tabel is tevens af te lezen dat ook elke weekdag met een bepaalde planeet correspondeert: de zondag met Sol of de Zon, maandag met Luna, dinsdag met Mars, woensdag met Mercurius, donderdag met Jupiter, vrijdag met Venus en zaterdag met Saturnus (de planeetnamen in deze volgorde waren in veel vroeg-moderne Latijnse geschriften de gangbare aanduidingen voor weekdagen). Bilderdijks geboortestond - 's maandags op het 22ste uur - stond dus tweemaal in het teken van de Maan. Een erg nauwkeurige berekening lijkt dit niet. In De lotery-spiegel van den astrologist Ludeman uit 1791Ga naar eind24., een werk dat voorkomt in Bilderdijks veilingcatalogus, wordt rekening gehouden met winter- en zomertijden. De ‘Oude Astronomisten’ verdeelden iedere dag in 12 dagdelen en 12 nachtdelen. In de zomer echter is een dagdeel langer dan een nachtdeel, omdat het dan langer licht is; 's winters is dit vanzelfsprekend andersom. In de Lotery-spiegel wordt de debutantwichelaar tal van tabellen geboden om precies de lengte van deze dag- en nachtdelen te kunnen uitrekenenGa naar eind25.. Het door Bilderdijk (ook in zijn levensbeschrijving uit 1806) genoemde ‘ab horâ 6 matutina’ wordt in dit werk van een verklaring voorzien: omdat ‘den Eersten Dag met de Scheppinge van het Eerste Licht zy begonnen’, vangt de eerste dag van de week aan bij zonsopgangGa naar eind26.. Bilderdijk heeft dit werk niet gebruikt bij zijn berekeningen. De Lotery-spiegel hielp bij het zoeken naar de gunstigste dagen waarop een bepaalde persoon zonder verlies en liefst met veel winst zijn goklust kon botvieren, waarbij het aantal door Ludeman vastgestelde, geschikte momenten (slechts twee dagen, namelijk 21 september en 22 december) door de auteur aanzienlijk werd vergroot. Terug naar hs I. Na te hebben vastgesteld door welke planeten zijn geboortedag en -uur werden geregeerd, kende Bilderdijk aan zowel de planeet die de dag als de planeet die het uur regeert bepaalde waarden toe - hij zal een handboek met tabellen tot zijn beschikking hebben gehad. De dag heeft de waarde 3/30, het uur de waarde 1/30 gekregen; samen is dit 4/30. Uit het vervolg van het manuscript wordt duidelijk dat diverse gegevens, waaronder de zojuist genoemde, bepaalde waarden tussen 1 en 10 moeten worden toegekend, en dat al deze waarden bij elkaar opgeteld gelijk moeten zijn aan 30. Een vierde tabel op hs I combineert de zeven planeten met de letters van het alfabet en de namen van engelen. We kunnen definitief constateren dat Bilderdijk de occulte kunst der onomantie beoefendeGa naar eind27.. Binnen deze kunst legt men zich erop toe de toekomst te voorspellen aan de hand van zowel geboortedata als doopnaam. Zij genoot in de achttiende eeuw zekere bekendheid: het Universal-Lexicon van Zedler (1740) wijdde er een passage aan, evenals de Encyclopédie (1751-1765) van Diderot en d'AlembertGa naar eind28.. En ook de paracelsist Ludeman was niet alleen in de uromantie, maar tevens in de onomantie bedreven. Hij stelde de diagnosen van zijn patiënten ermee vast. Helaas is niet bekend welk handboek Bilderdijk bij het bepalen van zijn horoscoop heeft gebruikt. Het door de veilingcatalogus vermelde handschrift La roue pithagorique heb ik niet thuis kunnen brengen. Agrippa's Occulta philosophia bevat een en ander over | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 76]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de onomantie, maar werd niet door onze astroloog gebruiktGa naar eind29.. Van de hand van een zekere M.D.N. Bidstrup verscheen in 1743 een Rota magica fortunae of magisches glucksradt met daarin een verhandeling over de onomantie; maar blijkens de berekeningen is Bilderdijks eigen horoscoop ook op dit werk niet gebaseerdGa naar eind30.. In het door mij geraadpleegde exemplaar is dit tractaatje met doorlopende paginering gevoegd achter een werk van I.K.L. (= J.C. Ludeman?), Kabinet of geluks-radt van veele geheime-kunsten, dat al evenmin Bilderdijks bron wasGa naar eind31.. In zulke handleidingen van de onomantie - het intellectuele niveau van de twee laatstgenoemde werken is overigens niet bijster indrukwekkend - treft men doorgaans ook uiteenzettingen aan over de geomantie, de kunst om vragen te beantwoorden aan de hand van geworpen teerlingen of anderszins verkregen, schijnbaar willekeurige getallen. Zo wijdt ook I.K.L. uit over de ‘Magische Puncteer-Kunst’ of ‘Geomantica Magica’Ga naar eind32.. Maar ook het trefwoord ‘geomantie’ levert geen aanknopingspunten op. Andere contemporaine bronnen als Het natuurkundig astrologisch en voorzeggend planeet-boek (1772)Ga naar eind33., Kort begrip der astrologie, of de nieuwe planeet-lezer (1788)Ga naar eind34. en Het groote planeet-boek, met de geomanci, physiognomi ende chyromanci (1800)Ga naar eind35., bieden evenmin uitkomst. Het is jammer dat de bron van Bilderdijks onomantische informatie niet bekend is, aangezien we het daardoor wat hs I betreft zonder de ongetwijfeld boeiende sleutel tot zijn horoscoop moeten stellenGa naar eind36.. Zoals we zullen zien, heeft Bilderdijk van zijn notities op hs II zèlf een interpretatie aangereikt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
OnomantiaHet is op zichzelf wel interessant om te weten hoe in de achttiende eeuw door een Hollander de onomantie in de praktijk werd beoefend. De zojuist vermelde, vierde tabel op hs I ziet er als volgt uit (Bilderdijk heeft voor de planeetnamen de gebruikelijke astrologische tekens gebruikt):
Onder deze tabelGa naar eind37. staat vermeld dat aan de planeten die de letters regeren in totaal de waarde van 7/30 moet worden toegekend. Hoe is Bilderdijk aan deze waarde gekomen? Heeft hij de waarden van de planeten die met de letters van zijn naam corresponderen, bij elkaar opgeteld? De waarde 7/30 blijkt vervolgens wel een belangrijke rol te spelen. Elke planeet die correspondeert met één van de letters van de naam W-I-L-L-E-M, zo wordt in een aantekening vermeld, regeert gedurende 7 jaar, gerekend vanaf de geboorte. Alleen voor de planeten Venus en Mercurius geldt de helft van deze waarde, dat wil zeggen 3½ jaar. Zoals uit de tabel opgemaakt kan worden, zijn de planeten die met de letters overeenkomen respectievelijk Saturnus-Jupiter-Venus-Venus-Mars-Venus. Vanaf de geboorte van Bilderdijk tot aan zijn zevende verjaardag regeerde dus de planeet Saturnus, tot aan zijn veertiende de planeet Jupiter, enzovoorts. In totaal komt dit op 31½ jaar (7 + 7 + 3½ + 3½ + 7 + 3½). Na deze periode begint het rijtje weer opnieuw: ‘& ita porro udq ad fin vitae’ (‘en aldus verder tot het einde van het leven’). Zo komt men, aldus de aantekeningen, tot de volgende tabel (op het handschrift zelf staan slechts twee kolommen, namelijk het aantal jaren en de planeten): | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 77]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dat de tabel juist na de tweede ‘L’ ophoudt, berust wellicht op toeval; deze laatste letter correspondeert met het jaar 1809 (september 1756 + 52½ = 1809). Vervolgens komen we op de onder de laatste tabel geplaatste, magische zin ‘In horoscopo spectandae’. De diverse losse strengen worden nu blijkbaar aan elkaar vastgeknoopt: de horoscopist gaat spreken. Op het handschrift zijn voor dit doel een aantal gegevens vergaard, die elk een bepaalde waarde zijn toegekend. Allereerst het jaartal 1790, dat kennelijk geregeerd wordt door Saturnus en het cijfer 8 heeft gekregen. Het cijfer zal Bilderdijk wederom uit het voor ons onbekende handboek hebben genomen. Overigens regeert de planeet Saturnus het jaar 1790 op twee manieren: (1) 1790 is Bilderdijks vierendertigste levensjaar en valt dus onder de letter ‘W’, die geregeerd wordt door Saturnus; (2) de periode van 21 maart 1790 tot 21 maart 1791 wordt in de handboeken (onafhankelijk van de naam ‘Willem’) met Saturnus verbondenGa naar eind39.. Het volgende gegeven op hs I is het woord ‘Abel’, met daaronder de symbolen voor de planeten Luna-Mars-Venus-Luna-Mars-Venus, gevolgd door het teken ‘&c.’ (enzovoorts). Het is alweer niet duidelijk waar het hier om gaat; het geheel heeft het cijfer 7 gekregen. Het derde gegeven is het teken voor de planeet Mars, hetgeen verwijst naar de dinsdag en van het cijfer 4 is voorzien. Het vierde gegeven is een datum, namelijk 3 mei (in het jaar 1790). Heeft Bilderdijk op deze dag getracht in de toekomst te zien? In elk geval wordt 3 mei op hs I verbonden met het teken van de Stier; dat stemt overeen met de tweede tabel op de recto-zijde van hs I (de periode van ongeveer 20 april tot ongeveer 21 mei staat traditioneel in het teken van dit sterrenbeeld). Dit vierde gegeven krijgt het cijfer 6, zodat het totaal van de tot nu toe vermelde getallen op 25 komt (8 + 7 + 4 + 6 = 25). Verdere gegevens zijn het land van geboorte (of het land waarin op 3 mei 1790 de toekomst werd voorspeld?), namelijk Holland, dat in het teken van de Kreeft blijkt te staan. En tenslotte nog het gegeven ‘volle maan’. Deze laatse twee gegevens, het land en de maangestalte, zijn geen waarden toegekend. Wel wordt 25 van 30 afgetrokken, zodat een onbekende factor met de waarde 5 wordt geconstateerd. Kon Bilderdijk aan de hand van een tabel hieruit bepaalde conclusies trekken, of is dit de waarde die bij het gebied Holland hoorde? We weten het niet. Onderaan de verso-zijde van hs I staan tenslotte nog de tekens van de vier elementen, waaraan de twaalf sterrenbeelden volgens de traditionele astrologie mede hun karakteristieken ontlenen: (1) Vuur (Aries, Leo, Sagittarius); (2) Lucht (Gemini, Libra, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 78]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aquarius); (3) Aarde (Taurus, Virgo, Capricornus); en (4) Water (Cancer, Scorpio, Pisces). Met deze gegevens heeft Bilderdijk althans op het manuscript verder niets gedaan. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
FuturaDe astrologische boodschap van het eerste handschrift valt niet te achterhalen, aangezien we niet over de sleutel beschikken. Het tweede handschrift, hs II, is in dit opzicht interessanter, omdat Bilderdijk hier zelf de gegevens heeft geïnterpreteerd. Bovenaan de eerste bladzijde van hs II staat een rij gegevens, die veel lijkt op die van hs I (versozijde)Ga naar eind40.:
Het centrale gegeven is hier duidelijk Bilderdijks geboortedatum (en dus niet, zoals in hs I wellicht het geval is, de datum van een horoscoopberekening). Het jaar 1756 wordt door Jupiter geregeerdGa naar eind41. en heeft wederom het cijfer 8 gekregen. De letters in de naam ‘Willem’ komen ook nu weer op 7. De geboortedag krijgt een 3, het geboorte-uur een 1: samen 4, evenveel als de waarde die de dinsdag op hs I werd toegekend. De geboortedatum krijgt ook nu weer een 6, hoewel het ditmaal niet 3 mei maar 7 september betreft. Blijft over een 5, die bij het geboorteland staat vermeld. De bijna volle maan heeft geen cijfer. Kennelijk stond 7 september ook in het teken van Aries. Dan volgt Bilderdijks interpretatie van al deze gegevens: de horoscoop wordt nu werkelijk boeiend. De horoscopist heeft blauwe ogen. Dat komt, aldus hs II, vanwege de invloed van de maan (er staat letterlijk: ‘yeux bleus par Luna = 3/30’). Door de combinatie van Maagd en Jupiter heeft hij bovendien ‘cheveux noirs’. Deze combinatie komt op 15, ofschoon volgens de tabel ‘Maagd’ en ‘Jupiter’ samen 14 zouden moeten zijn (6 + 8); zoals uit het vervolg echter blijkt, gebruikt Bilderdijk inconsequent de waarde 9 voor Jupiter. Interessanter is het karakter dat hem kennelijk door de achttiende-eeuwse sterrenhemel wordt toegeschreven, namelijk een ‘esprit imperieux’ (door Jupiter = 9), hetgeen gepaard gaat met ‘une bonne dose d'indolence’ (door Luna = 3), en wel ‘plus forte par s[a] phase, qu'ordin[aire]’. Zijn temperament is ‘cholericophlegmatique’, maar ‘melé du melancholique’ (Jupiter = 9, Luna = 3, en de Maagd), waarmee bijna alle humeuren de revue zijn gepasseerd. Onder invloed van Sagittarius (dit is een nieuw gegeven) heeft hij last van zowel ziekten als verhitting of opwinding (‘echauffement’). Zijn huidskleur is ‘brun pale’ (Jupiter = 9), versterkt door de Maagd (= 6) en getemperd door Luna (= 3). Zijn levensloop, zo luidt tenslotte de conclusie, zou ‘generalement assez heureux’ zijn, ‘[au]tant que le nom le permet’. Blijkbaar was ‘Willem’ geen bijzonder gelukkige naam. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 79]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Deze in enkele regels genoteerde interpretatie wordt gevolgd door een kolom van jaartallen, beginnend bij 1756 en doorlopend tot en met 1825 op de derde bladzijde van hs II. Naast ieder jaar staat de planeet vermeld die dat jaar regeert. Bovendien is de gehele periode onderverdeeld naar de zeven planeet-perioden die bij de naam ‘Willem’ horen: 7-7-3½-3½-7-3½. De eerste periode van 7 jaar loopt van 1756 tot en met 1762:
Deze periode wordt in haar geheel geregeerd door de planeet die bij de letter ‘W’ hoort, namelijk Saturnus: een bijzonder ongunstige planeet om het leven mee te beginnen. Voor deze periode heeft Bilderdijk dan ook aangetekend: ‘Enfance malheureuse’, met op de leeftijd van 5½ jaar een ‘accident affreux - au pied’. Inderdaad heeft Bilderdijk zijn leven lang last gehad van zijn linker voet, na een ongeluk dat plaats vond in juli 1761 of 1762Ga naar eind42.: een buurjongen trapte hem op zijn tenen waardoor een ontsteking opkwam die pas na vele jaren genas. Maar dit alles wist Bilderdijk natuurlijk al toen hij met deze horoscoop bezig was. Curieuzer is de blik die hij in de toekomst werpt. Het is opvallend dat voor de zes volgende perioden, corresponderend met de letters I-L-L-E-M-W geen voorspellingen worden gedaan. Echter, vanaf ongeveer halverwege de tweede letter ‘I’, beginnend bij het jaar 1797, staat naast vrijwel ieder jaar een opmerking genoteerd. Men zou daaruit de conclusie kunnen trekken dat hs II omstreeks 1796-1797 is geschreven, toen Bilderdijk zich als balling in Londen ophield; een conclusie die wordt bevestigd door het watermerkGa naar eind43.. Opgemerkt moet wel dat de gegevens betreffende de periode 1800-1825 mogelijk op een ander (later, maar hoeveel later?) tijdstip zijn genoteerd: zij zijn slordiger opgeschreven, en met andere, dunnere inkt. Nu hebben de planeten elk een verschillende invloed op het doen en laten der mensen. De invloed van Saturnus, zo bleek al, is erg negatief. De Lotery-Spiegel verschaft inlichtingen omtrent de uitwerkingen op het sublunarische van de diverse planeten. Sol, Venus en Mercurius zijn goede planeten, Luna en Saturnus daarentegen kwade. Jupiter is de allerbeste, Mars ‘zeer kwaad’. Gelukkig ‘is de order in de Planeeten, zoo ingericht, dat het goed met het kwaad als verwisseld is, op dat het voordeelige en nadeelige in verwisseling, op den Aardbodem, zoude zijn’Ga naar eind44.. In het geval van Bilderdijks horoscoop komt deze ‘verwisseling’ op twee manieren tot stand. In de eerste plaats wordt ieder jaar door één van de 7 planeten geregeerd, volgens de universeel aangenomen volgorde: Sol, Venus, Mercurius, Luna, Saturnus, Jupiter, Mars. Daarnaast zijn er de perioden van 7 dan wel 3½ jaar die door de verschillende, met de letters van de naam ‘W-I-L-L-E-M’ corresponderende planeten worden geregeerd. Het jaar 1797 valt in de door Jupiter geregeerde periode, maar wordt als jaar door de ongeluksplaneet Saturnus beheerst. Bilderdijk noteert: ‘établissem[ent] non durable’, hetgeen overeenstemt met zijn lotgevallen tijdens de ballingschap. Bij het jaar daarop, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 80]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat in dubbel opzicht (als jaar èn als periode) door de zeer gunstige planeet Jupiter wordt geregeerd, staat ‘réussite’ vermeld, maar dit succes wordt helaas niet nader gespecificeerd. De krijgslustige en onvoordelige Mars beheerst het jaar 1799, waardoor de conclusie ‘blessure’ wel op haar plaats is. De eeuwwisseling (Sol) stelt voor Bilderdijk ‘bonheur’ in het vooruitzicht. In 1801 (Venus) volgt een erfenis, in 1802 (Mercurius) een dochtertje, in 1803 (Luna) ‘bonheur tranquille’. Dan begint de opeenvolging van planeten opnieuw, waarbij moet worden vermeld dat we nu de relatief gunstige, door Venus geregeerde periode zijn ingegaan: in 1804 (Saturnus) een ziekte, in 1805 (Jupiter) succes, in 1806 (Mars) een ‘procès de divorce’, in 1807 (Sol) een schitterend (‘brillant’) succes. Vanwege de halve jaren (tweemaal bij ‘L’, eenmaal bij ‘M’) waarmee de astroloog rekening moest houden, valt het jaar 1808 deels onder de goede Venus: een kind en het huwelijk van ‘votre fille’; en deels onder de kwade Mars: een ‘procès à juger’. Het jaar daarop (Mercurius) wijst op ‘[T]argeur’Ga naar eind45.. Intussen hebben we de zevenjarige periode (de ‘E’) van de negatieve planeet Mars bereikt. De combinatie met Saturnus in 1811 doet het ergste vrezen: Bilderdijk wordt inderdaad getroffen door een ‘perte cruelle’. In 1812 (Jupiter) zou hij wederom een ‘procès à juger’ hebben. De opmerking bij 1813 (tweemaal Mars) is onleesbaar, maar kan niet voordelig zijn geweest. De zon die 1814 regeert, brengt een ‘histoire écrite’ mee, Venus in 1815 ‘poesie’. In 1816 (Mercurius) valt Bilderdijk een ‘heritage mariage’ ten deel, terwijl 1817 (Luna, een ongunstige planeet) gewoon ‘bon’ is. Daarna wordt Bilderdijks leven in rap tempo ongelukkiger. Bij het jaar 1818 (Saturnus in de periode van Venus) staat niets genoteerd. In 1819 (Jupiter) begint voor de derdemaal de periode van Saturnus: ‘maladie’, in 1820 (Mars) gevolgd door ‘mort’. Wellicht achtte Bilderdijk dit laatste toch niet zo waarschijnlijk (of heeft hij in 1821, nog in leven zijnde, een en ander veranderd?), want de jaren 1821 tot en met 1824 nam hij vervolgens wel in de kolom op. Het jaar 1825 is een bijzonder slecht jaar, omdat dit jaar geregeerd wordt door Saturnus en bovendien in de periode van Saturnus valt. Geen logischer stervensjaar dus en Bilderdijk noteert: ‘mort’Ga naar eind46.. Dat is tegelijk het laatste woord op het manuscript. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
DataZijn de voorspellingen uitgekomen? Gaat het wel om voorspellingen, of heeft Bilderdijk achteraf de juistheid willen toetsen van zijn onomantische waarnemingen (zoals gezegd zijn de gegevens van de jaren 1800-1825 mogelijk pas later toegevoegd)? De enige opmerking waarvan we zeker weten dat het een voorspelling betreft, is de prognose van zijn eigen dood. Deze is niet uitgekomen. Bilderdijk stierf in 1831 (Luna, in de periode Jupiter), en niet in 1818, 1820 of 1825. Daarentegen is zijn dochter Louise inderdaad in 1808 gehuwd. Bovendien werd er in 1802 een dochtertje geboren, namelijk Adelheide Wilhelmine, die een kleine drie jaar zou leven. In 1808 is er echter geen kind van Bilderdijk geboren: Adelheide Irene zag in 1807 het licht en overleed al na enkele maanden, Lodewijk Willem werd pas in 1812 geboren. Waarnaar verwijst ‘het wrede verlies’ van 1811? Het wreedste verlies uit deze periode is het overlijden van de zoon van Bilderdijks eerste vrouw, Elius, maar deze stierf twee jaar later, in 1813. Aan zijn ‘histoire écrite’, de postuum uitgegeven, dertiendelige Geschiedenis des Vaderlands, werd pas tussen 1817 en 1819 definitief de hand gelegd, en niet in 1814Ga naar eind47.. In 1806 werd voorzover ik | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 81]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
weet geen ‘procès de divorce’ gevoerd, daar de juridische scheiding van Willem en zijn eerste vrouw, Catharina Rebecca Woesthoven, reeds in 1801-1802 had plaatsgevondenGa naar eind48.. Juist omdat zij grotendeels niet kloppen, zullen de in hs II genoteerde gegevens wel als voorspellingen zijn bedoeld. De voorspellingen die wèl zijn uitgekomen, zoals het huwelijk van Louise in 1808, berusten wellicht op andere biografische gegevens. Bilderdijk geloofde namelijk in historische herhalingen, in de wederzijdse spiegeling in de tijd van verschillende gebeurtenissen. Welnu, Louise huwde op tweeëntwintigjarige leeftijd, evenals haar moeder. Vermoedelijk stammen beide horoscopen grotendeels uit de jaren tussen ongeveer 1790 en 1796. De voornaamste bewijzen hiervoor zijn enerzijds de datum 3 mei 1790 op hs I, anderzijds het watermerk van hs II en het feit dat op dit handschrift pas bij het jaar 1797 opmerkingen zijn genoteerd. Dat de handschriften op verschillende tijdstippen zijn geschreven, wordt bevestigd door het gebruik van twee verschillende talen, het Latijn en het Frans. Voor het overige zijn er slechts enkele aanwijzingen die deze dateringen aannemelijk maken. Eén aanwijzing is een ongedateerd handschrift van Bilderdijks eerste vrouw, Catharina Woesthoven, een vertaling van een gedeelte van L. Moreri's Dictionaire Historique. Het trefwoord dat Catharina opzocht, mogelijk naar aanleiding van de occulte bezigheden van Willem, is ‘Starrewiggelarij’. Deze kunst komt er bij Moreri niet goed van af: ‘een gewaande kunst’, wier ‘verborgen invloeden’ slechts ‘herssenschimmige hoedanigheden’ zijnGa naar eind49.. Het werk van Moreri bevond zich vóór 1797 in de bibliotheek van BilderdijkGa naar eind50.; maar Catharina kan de passage natuurlijk evengoed nà deze datum hebben vertaald. Een tweede aanwijzing: in februari 1796 schrijft Bilderdijk, reagerend op een wat kritische brief van zijn vrouw, dat een voorspelling die hij kennelijk van zijn eigen dood had gemaakt, niet is uitgekomen: ‘doch is het zoo vreemd, dat God iemands aangekondigd sterfuur opschort?’Ga naar eind51. Deze passage kan verklaren waarom Bilderdijk pas bij het jaar 1797 is begonnen met het noteren van voorspellingen. De zeis was geweken en hij werd opnieuw nieuwsgierig naar de toekomst die hem kennlijk nog beschoren was. Een derde aanwijzing tenslotte. In een brief uit december 1796 aan haar man - waarin zij bovendien vermeldt dat zij met de loterij (!) heeft meegedaan - schrijft mevrouw Bilderdijk: ‘God zegen alles wat gy onderneemt in dit jaar 1797 daar hebt gy altoos veel meede op gehad hebt gy dit noch (...)’Ga naar eind52.. Ik vermoed dat Bilderdijk intussen inderdaad van gedachten was veranderd. Op de tweede bladzijde van hs II heeft hij namelijk de gegevens betreffende de jaren 1795-1799 gecorrigeerd: 1797 bleek bij nader inzien geen gunstig jaar te zijn, maar dat kon Catharina Woesthoven niet weten. Aanvankelijk had hij genoteerd dat 1795 door Luna zou worden geregeerd, 1796 door Saturnus, 1797 door Jupiter, enzovoorts: 1797 had dan een goed jaar moeten zijn. Maar de berekening was fout, want 1795 stond in verband met Mercurius en niet met Luna. De gecorrigeerde aantekeningen geven dan ook aan dat niet 1796, maar 1797 in het teken stond van de rampspoedige planeet Saturnus en dat het niet erg waarschijnlijk was dat de goed bedoelde wens van Catharina zou uitkomenGa naar eind53.. Bilderdijk bleef ook na de jaren negentig een interesse in de astrologie tonen. Begin 1811 - alweer een ellendig Saturnusjaar - schrijft hij bijvoorbeeld aan H.W. Tydeman: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 82]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gelukkig! indien wij niet vooruitzien, waar wij niet voorkomen of afwenden kunnen. Het zal een ijslijk jaar zijn, dit jaar 1811, waarvan wij schaarsch de eerste zes weken door zijn; en zoo ooit, zou dit de Astrologie weêr in krediet kunnen brengen. Doch wat is dat alles als wij op de voorzienigheid zien?Ga naar eind54. Zijn geloof in een voorzienig wereldbestuur mag Bilderdijks astrologisch vuur hebben getemperd, men krijgt stellig de indruk dat zijn belangstelling voor de sterrenwichelarij serieus was. Verbazingwekkend is dat niet: in de periode 1790-1797 was het occulte salonfähig gewordenGa naar eind55.. Bilderdijk, met zijn temperament ‘melé du melancholique’ - een zelfbeschrijving die aan de laat-achttiende-eeuwse ‘tristesse de l'âme’ doet denken - begaf zich graag op het terrein van het mysterieuze, het onbekende, het bovennatuurlijke. De astrologie in het bijzonder en het occulte in het algemeen vormen één belangrijk aspect van het denken en dichten van deze markante figuur, die in zoveel opzichten op het breukvlak leefde tussen de Verlichting en de Romantiek.
Lijst van boeken handelend over het esoterische en het occulte, zoals vermeld in Bilderdijks veilingcatalogus uit 1797 (tussen haakjes staan de pagina- en de kavelnummers)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 83]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van J.C. Weyerman vermeldt de Catalogus (1797) tenslotte nog de Doorzichtige heremiet (z.j. [1730]; 69/1153), Levensbyzonderheden van Baron van Syberg (z.j. [1733]; 143/1974) en Ontleeder der gebreeken (1738? [1724-1726]; 157/2427); zie M. de Vries, Aanzet tot een bibliografie van de gedrukte werken van Jacob Campo Weyerman (1677-1747). Amsterdam 1990, resp. nrs. 41, 54, 22 en 27. W. van Swaanenburg is vertegenwoordigd met Parnas, of de zang-godinnen van een schilder (1724; 67/1104). |
|