Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 17
(1994)– [tijdschrift] Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 32]
| |
SignaleringCorrectie/aanvulling Pieter 't Hoen Recent merkte ik dat er een onverklaarbare fout is geslopen in mijn stukje over de maçonnieke belevenissen van Pieter 't Hoen, opgenomen in mijn artikel ‘Drie patriotten-auteurs in de Loge’ in dit blad (Med JCW 16 (1993) 1, p. 10-17). Aldaar wordt, p. 10, een datum genoemd bij het mogelijke begin van 't Hoens vrijmetselaarsloopbaan: ‘[...] op 21 oktober 1810 wordt een Pieter 't Hoen “voorgesteld” in de Leidse loge La Vertu’. (Een) Pieter 't Hoen wordt inderdaad in La Vertu voorgesteld, en juist is: op 21 oktober. Echter niet in 1810, maar in 1774. Ter compensatie het volgende. (Een) Pieter 't Hoen is, hoewel misschien na zijn voorgesteldworden nooit werkelijk in La Vertu gerecipieerd, mogelijk wél aangenomen in een vergelijkbare club. Op 9 december 1774 wordt namelijk ‘Pieter Thoen’, student, aangenomen in Serenitatis Omen. Die datum volgt riant op de genoemde andere datum: 21 oktober. Serenitatis Omen is echter geen loge van de Vrijmetselaars, maar - schrik niet - van de ‘Vrije Timmerlieden’. Die Vrije Timmerlieden zou je een soort paramaçonnieke organisatie kunnen noemen (hun gewoonten, titels, ritualen hadden behoorlijk wat weg van die van de vrijmetselaars), ware het niet dat de metselaars dan misschien wat te veel eer krijgen als ‘toetssteen’ voor al die meer of minder geheime clubs die zich in de achttiende eeuw voordoen. Er zouden bijvoorbeeld in Leiden nog meer en andere geheime gezelschappen ontstaan in deze eeuw. Die Timmerlieden hadden echter een duidelijker landelijke organisatie. Hun ‘Grote Loge’ was te Harderwijk. Dat wijst erop dat hierbij vooral studenten betrokken waren. In Leiden was men meer wel dan niet tegelijkertijd lid van La Vertu en van Serenitatis Omen, overigens tot woede van de Voorzittend Meester van La Vertu: de bekende Laurens van SantenGa naar eind1.. Of de Pieter Thoen van Serenitatis Omen echter de bekende schrijver Pieter 't Hoen is, blijft aan twijfel onderhevig. Zo ja, dan vind ik het toch de moeite waard te vermelden, dat hij in dat gezelschap figuren aantrof als de drukkers Cornelis van Hoogeveen Junior (die van de Julia), Cornelis Heijligert en Nicolaas Honkoop; P.C. la Fargue (de bekende tekenaar en graficus), Karel de Pecker (de genootschapsbestuurder). Prins Galitzin is er voorgesteld, maar mogelijk niet aangenomen. Belangrijker misschien nog: de overbekende Pieter Vreede is een van de oprichters geweest van deze Loge van Vrije Timmerlieden. Hij werd er ‘2e Pasmeester’Ga naar eind2.. Tot hulp aan onze historici vermeld ik in aansluiting hierop, op basis van het archief van La Vertu, het vrijwel niet bekende feit dat Pieter Vreede op 21 oktober 1769 in La Vertu Leerling, Gezel (vermoedelijk ook Meester) en lid werd. Op 16 maart 1771 werd hij er Redenaar, op 20 december 1771 Thesaurier. Hij verkreeg ontslag uit de Loge 19 november 1773.
A.J. Hanou |
|