Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 15
(1992)– [tijdschrift] Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 105]
| |
De jeugdjaren van Robert Hennebo
| |
[pagina 106]
| |
Wat was de geboortedatum van Hennebo? Was hij inderdaad een Fries? Of, zoals sommigen menen, een Leidenaar van geboorteGa naar eindnoot5.? Wie waren de ouders van Robert Hennebo? Struikelblok is steeds de doopsgezinde overtuiging van de familie Hennebo. Doopsgezinden werden vóór hun achttiende niet gedoopt, en derhalve zijn in de gewone doopboeken geen gegevens te vinden.
In Leiden moet (een) Robert Hennebo geboren zijn tussen 1683 en 1691, als zoon van Jan Hennebo Robbertszoon. Aan deze laatste werd, als ‘jongman van Leyden, woonende opt Rapenburg’, consent verleend ‘om tot Soeterwoude te moghe trouwen den 2:2:1683’, met Henriëtte van Hoogmade, ‘dochter van Leyden, woonende opt Hogewoert’Ga naar eindnoot6.. Jan Hennebo stierf op 29 september 1691, in de Breestraat. Henriëtte van Hoogmade hertrouwde twee jaar later met Jacob van HeemskerckGa naar eindnoot7.. Na het overlijden van haar man benoemt Henriëtte van Hoogmade tot ‘absoluute voogdij over haare minderjarige erfgenamen [...] monsr. Balthasar van Hoogmade, hare broeder ende Anthony Bierens en Rutgert Aarsen, hare swagers’Ga naar eindnoot8.. Helaas vermeldt de akte de namen van haar erfgenamen niet. Uit een nieuwe voogdijbenoeming na het hertrouwen van Henriëtte, blijkt dat het om ‘twee minderjarige kinderen’ gaatGa naar eindnoot9.. Overigens wordt Jacob van Heemskerck als medevoogd benoemd. Het vermoeden dat Jan en Henriëtte inderdaad een zoon Robert hebben gekregen, wordt bevestigd in het Gemeentearchief van Amsterdam. Bij de notariële protocollen aldaar bevindt zich een Akte van Akkoord, waarin Robert Hennebo in 1706 wordt aangenomen als koopmansleerling bij de koopman David Baillard; in die akte voor notaris Johannes Backs compareren de ‘Heeren Anthony Bierens, Rutgert Aartsen en Hendrik van Vreeden als voogden van Robbert Henneboo’, samen met ‘Jacob van Heemskerck, de medevoogt’Ga naar eindnoot10..
Deze familie Hennebo was een rijke lakenfamilie. De verkoop in 1692 van de ‘gereedschappen tot de lakendrapperie behoorende ende enige wollen’, levert alleen al een totaal van 872 gulden opGa naar eindnoot11.. Na het huwelijk vestigde de familie zich op de ‘Heeregracht’Ga naar eindnoot12.. Uit het huwelijk van Henriëtte met Jacob van Heemskerck komen twee zoons voort: in 1695 Jan Jacobse van Heemskerck en in 1697 Pieter van HeemskerckGa naar eindnoot13.. Moeder Henriëtte komt al vroeg, in 1698, te overlijdenGa naar eindnoot14.. Hoe de situatie in het gezin is, blijkt wel uit de manier waarop Robert uitbesteed wordt bij koopman Baillard. Hij wordt maar liefst voor acht jaar door zijn voogden verbonden. Deze zullen de ‘eerste jaren jaarlyx tweehondert guldens’ betalen maar de ‘drij volgende jaren sal geen gelt toegegeven worden, maar den dienst tegens cost als andere gerescontreert worden’. Als tegenprestatie zal Baillard Robert ‘in zijn negotie en de aancleef van dien [...] instrueren en onderwijsen’Ga naar eindnoot15..
In 1712 wordt in Leiden het huwelijk aangetekend van ene Robert Hennebo, ‘geboortigh van Leijden’ met Johanna Maria Timmermans (ook wel Carpentiers) ‘geboortigh van Rotterdam, beyden wonende in s'Gravenhage’Ga naar eindnoot16.. Het is niet met zekerheid te zeggen dat het hier om de voorgaande Robert gaat. Wel vermeldt de aantekening ‘geboortigh van Leijden’, maar deze zelfde persoon geeft later, in 1728, Amsterdam als geboorteplaats opGa naar eindnoot17.. | |
[pagina 107]
| |
Het huwelijk werd aangetekend met de vermelding ‘moet attestatie van s'Gravenhage overbrengen’. Als woonplaats wordt Den Haag vermeld, hoewel Hennebo daar pas op 30 september als poorter ingeschreven wordtGa naar eindnoot18.. Woonde Hennebo een tijd voor zijn huwelijk nog in Leiden, zodat ook daar de geboden in de kerk gelezen moesten worden? Er is met dit huwelijk iets merkwaardigs aan de hand. In Den Haag werd de ondertrouw namelijk twee maal aangetekend, op 5 juli 1711 en op 14 augustus 1712Ga naar eindnoot19.. In 1711 bevond Hennebo zich als ‘cadet onder de compagnie van brigadier de Rocque, in garnizoen’ in Geertruidenberg. Aldaar werd een notitie gemaakt van zijn ondertrouw op 12 juli 1712Ga naar eindnoot20.. Waarom werd dit voorgenomen huwelijk geannuleerd? Aangezien bij de tweede aantekening van het huwelijk de toestemming van de voogd ontbreekt zou het kunnen dat deze zijn toestemming niet heeft willen verlenen. Mogelijk is ook, dat Hennebo in 1712 meerderjarig werd en dat hij zonder toestemming kon trouwen. Hij zou dan van 1687 zijn.
Op 29 juni 1737 overlijdt in Amsterdam een Robert Hennebo die zich enige jaren daarvoor als makelaar inschreef in het PoortersregisterGa naar eindnoot21.. Dat het om dezelfde Hennebo gaat als degene die in Den Haag woonde, blijkt uit het feit dat Johanna Maria Timmermans de nalatenschap ondertekendeGa naar eindnoot22.. Maar er is niet veel bewijs dat deze Amsterdammer geboren werd in Leiden, en dus de zoon van Jan en Henriëtte Hennebo was. Bij zijn inschrijving in het makelaarsgilde geeft hij zelfs Amsterdam op als zijn geboorteplaats (vgl. nt. 22).
In dit alles vinden we toch, mogelijk niet toevallige, parallellen met het verhaal van Weyerman. Die suggereert bijvoorbeeld Hennebo's ouderloze jeugd. Hij zou het grootste gedeelte van zijn opvoeding genoten hebben ‘onder eene Soldaaten Tent’ (LA, p. 15). Verder worden onder andere genoemd: Hennebo's dienst in het leger, zijn huwelijk snel daarna, en het beoefenen van de makelaardij aan het eind van zijn leven. De omzwenking van Hennebo naar het gezeten makelaarschap wordt in LA, zij het wat gemelijk, becommentarieerd door Jonker Snoeshaan: ‘Dat 'er nu geen volmaakt geluk huysvest op de ondermaansche Weerelt, heeft ons de Ervaarenheyt aangetoond in dien Robert den Makelaar, die namaate dat hy verrykte in kontanten, verarmde in vreugden’ (LA, p. 32). |
|