Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 15
(1992)– [tijdschrift] Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 16]
| |||||||||
Vasari in een vertaling van Weyerman?Ga naar eindnoot*
| |||||||||
[pagina 17]
| |||||||||
De meeste kunstkenners weten dat Leonardo da Vinci een buitenhuis in Amboise bezat, namelijk het landhuis Cloux, waar hij op 2 mei 1519 stierf. Velen weten waarschijnlijk niet dat Frans I niet bij Leonardo's doodsbed zat, maar in werkelijkheid ver weg bij zijn hof in Saint-Germain-en-Laye bij Parijs. Giorgio Vasari (1511-1574), biograaf, schilder en ontwerper van Michelangelo's grafmonument in de Santa Croce te Florence, verwierf grote roem met Le vite de più eccellenti pittori, scultori e archittettori. Karel van Mander heeft tijdens zijn Italiëreis deze kunstenaar ontmoet en vertaalde plus bewerkte een aantal van diens schilderlevens in zijn Groot Schilderboeck (1604). Het is bekend dat Van Mander de Toscaanse taal beheerste, maar hoe groot was de talenkennis van Jacob Campo Weyerman? Las hij Toscaanse werken tijdens zijn verblijf van drie weken in Livorno, of zat hij liever te kaarten? Een zekere kennis van de taal moet hij toch wel gehad hebben, als hij inderdaad lid is geweest van de Hollandse schilderskolonie in Rome, waar zijn bentnaam ‘Campovivo’ zou hebben geluid. Heeft Weyerman zelf voor een vertaling van het bovenstaande fragment gezorgd, of nam hij dit van anderen over? Twee zaken zijn in ieder geval zeker: bij zijn directe voorganger Arnold Houbraken ontbreekt dit fragment vrijwel volledig en ook Cornelis de Bie besteedt nauwelijks aandacht aan Leonardo's dood. Weyerman kan voor de vertaling niet bij hen terecht. Houbraken vermeldt er het volgende over: ‘Leonard da Vency, was van wegen zyne Konst zoodanig by den Koning van Vrankryk geagt, dat deze Vorst verscheidenmalen, hem, daar hy op zyn ziekbed lag, kwam bezoeken, en handreiking aanbood, zulks hy ook eindelyk in 's Konings armen den geest gaf.’ Houbraken verwijst naar zijn bron, pag. 57 bij Van Mander.
De andere voorganger van Weyerman is Cornelis de Bie, notaris uit Lier. Ook hij besteedt in Het Gulden Cabinet (1661) nauwelijks woorden aan Da Vinci's dood in de armen van ‘soo grooten Monarch des werelts’. Rest nu nog de vraag of Jacob Campo Weyerman een kopie levert van Karel van Manders versie. Om dit na te gaan heb ik zowel de uitgave van Het Schilderboeck van 1604 als die van 1618 geraadpleegd. Van Manders tekst is in beide uitgaven hetzelfde, alleen de spelling is lichtelijk veranderd. De versie van Weyerman verschilt duidelijk van die van de schilder-biograaf uit Meulebeke. Twee voorbeelden maken dit voldoende duidelijk:
| |||||||||
[pagina 18]
| |||||||||
Dus Weyerman is soms wat breedsprakiger en een enkel keer wat beknopter. Dat laatste blijkt ook uit een vergelijking van Weyerman met de vertaling van Anthonie Kee uit 1990 (De Levens van de grote schilders en beeldhouwers en architecten). Deze vertaalt het bovenstaande als volgt: ‘kwam hij zijn bed uit, om steunend op de armen van zijn vrienden en dienaren, zich op vrome wijze het Allerheiligst Sacrament te laten toedienen’. Ik neem maar aan dat Kee zo dicht mogelijk bij Vasari's tekst is gebleven. Uit de woordelijke vergelijking van beide teksten blijkt dat Weyerman zeker geen kopie van Karel van Mander leverde, misschien een imitatie. Voorlopig ga ik ervan uit dat het een originele vertaling is, totdat iemand het tegendeel komt bewijzen. |
|