Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 15
(1992)– [tijdschrift] Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman– Auteursrechtelijk beschermdExotica bij WeyermanGa naar eindnoot*
| |
[pagina 19]
| |
Ill. uit: Avium vivae et artificiosissimae icones. Amstelodami, F. de Witt, [s.a.]
| |
[pagina 20]
| |
Hoe gebrekkig is Homerus in de beschryving van de groene Thee geweest, en hoe volmaakt is dat Kruit van den grooten Bontekoe beschreven! Hoe laf en onsmakelyk is Virgilius Maro omtrent de Theetafel van Dido, wanneer hy, de gulde randen en gekleurde bloemtjes van hare Japansche kopjes en schoteltjes optelt. Porselein (zowel uit Japan als China) werd in miljoenen aantallen verscheept en was in Weyermans tijd ook voor een smallere beurs beschikbaar. Of hij net als voorgenoemde dame een ‘Japansche quispedoor’ had, weet ik niet, maar Heer Echo beschikte wel over een kabinet met ‘Japansche Schotels en Koppen’Ga naar eindnoot2.. Naast thee kwamen ook koffie en cacao uit de Oost, maar vreemd genoeg las ik bij Weyerman alleen over ‘Levantsch boonsop’, terwijl de koffie uit Arabië in tegenstelling tot die uit de Oost als duur bekend staat. Chocolade werd bij Weyerman vaak in combinatie met amber genuttigd om er een erotisch drankje van te makenGa naar eindnoot3.. Het voornaamste produkt dat door de VOC werd meegebracht was echter peper - 50% van de retourlading bestond daaruit - en het ging daarbij om wel 6 miljoen pond per jaar. Geen wonder dat elke grote stad wel een Peperstraat kende. Weyerman noemde Peperbaals hemdenGa naar eindnoot4. en peperzakken stofGa naar eindnoot5., en elders moetende Hermes noch lagchen, wanneer hij gedenkt, hoe sommige gasten [op een diner] door yskoele wynen den brant van hunne tongen zochten te verfrissen, die zy een oogenblik te voren door peper en verhittende speceryen in vollen gloet hadden gezetGa naar eindnoot6.. Naast voedsel kwamen er ook stoffen met de VOC mee. Zijde en katoen werden uit India gehaald en met name de sitsen katoenen (beschilderde of bedrukte katoenen) werden zeer populair en zijn heden ten dage nog in de klederdrachten terug te vinden. Sits noemde Weyerman vaak bij dameskleding, maar een gevierd kledingstuk voor mannen werd ook van sits gemaakt: de Japonsche rok. In Den Echo kwam een persoon voor die ‘was opgeschikt in een wellustige Japonsche Tabbaert, door de Naelden van Jovistas Kamenieren geborduurt met alle geyle Beeldspraakelyke Zinnebeelden der Liefde, en die Japon was opgeschort met een bestikte Gordel’Ga naar eindnoot7.. Op p. 87 van hetzelfde tijdschrift beschreef Weyerman een bejaardentehuis voor oude dichters, die daar ‘Losse Zeegroenen Japansche Tabbaerden’ zullen dragen.
Maar ik wil mijn verhaal eindigen met levende have, met uitheemse vogels en met name papegaaien. We weten dat Weyerman er zelf een fan van was. Blijkens de inleiding bij de uitgave van de Den Vrolyke Tuchtheer had hij in de tijd van de Ontleeder een papegaai, die groen, geel en rood was. Later een, Karel genaamd, die blauw was en in de Echo had hij een groene. In de Echo vertelde zijn ‘groene Amasoon’ [een bekende papegaaiensoort uit Zuid-Amerika] hem dat alle papegaaien Oost- en Westindische spoken zijn, die eens per jaar bijeenkomen om over hun meesters te roddelen. Weyerman ging nog diezelfde avond met zijn papegaai mee naar de jaarlijkse bijeenkomst in een slot. Hij kwam in een zaal vol uitheemse vogels. Het moet, als je de beschrijving leest en er een papegaaienboek bij houdt, een kleurrijke vertoning geweest zijn. Uit zijn beschrijving blijkt enige kennis van zaken: op tafel stond typisch papegaaienvoedsel: | |
[pagina 21]
| |
noten en vruchten (‘kraakamandels, makarons, Sluysche Nooten en drooge en natte vruchten’). De voorzitter was een ‘Oostindische Rave’ (in de Tuchtheer kwam een ‘Westindische Rave’ voor) en zijn secretaris was een kleine Kaketoe. Ter andere zijde zat een Loerie (een uit Nieuw Guinea afkomstige papegaaiensoort) die bontgekleurd was (wel zeven ‘koleuren’) en sprak als de harlekijn La Lauze. Verder waren nog aanwezig een witte kaketoe, nog een Loerie, een blauwe papegaai (dacht Weyerman toen aan Karel?), een grote Kaketoe, ‘met een rooskoleure Kuyf en een zeer lange staart’, die verder wit was [waarschijnlijk een Molukkenkaketoe], een groene ‘Westindische Papegaay’ met een blauwe Trekmuts, een groene ‘perroquiet met oraanje tipje’ en een ‘oude bloedroode Indische Rave’, die een beetje hees van stem was. Allemaal deden ze hun zegje, maar de bijeenkomst viel uiteen toen Echo's papegaai opbiechtte dat de Echo er ook bij wasGa naar eindnoot8.. Had Weyerman zoveel vogels ooit gekend, hield hij kaketoes? Sommige van de door hem beschreven vogels kun je als huisdier houden, maar er zijn er ook onder die je wegens hun vernielzucht nog geen dag binnenshuis zou houden. Het zou dan ook best kunnen dat Weyerman deze gevederde vrienden rustig heeft bestudeerd bij de verzamelplaats van exotische dieren bij uitstek: Blauw Jan op de Kloveniersburgwal die een grote volière had en waarvan bekend is dat menig kapitein die op de Oost of West voer er een vogeltje te koop aanbood. |
|