Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 14
(1991)– [tijdschrift] Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 41]
| |||||||||||||||||||
Weyermans werk in de aanbieding bij de Brugse drukker Joseph de Busscher (1774-1777)
| |||||||||||||||||||
[pagina 42]
| |||||||||||||||||||
[pagina 43]
| |||||||||||||||||||
Een andere zeldzame Weyerman-publikatie die De Busscher tijdens dezelfde periode op de plank had was ‘Den Goudmaker in 't nauw, of den Baron Alchimist ten toon gesteld [...] 's Graevenhaege 1732’. Over dit werk is er, volgens Marleen de Vries, enkel één vermelding bekendGa naar eind4.. In de verkoopscatalogus prijkt nog een onbekende uitgave, althans volgens de Weyerman-bibliografie, namelijk Den Ontleeder der Gebreken Ontleed, of Aenmerkingen op de Aenmerkelyke Aenmerkingen [...], Utrecht 1738. Is dit een jongere versie van De ontleeding van den ontleeder der gebreken uit 1724 of is het een tweede nieuwe Weyerman? Doorgewinterde Campisten zullen ons misschien kunnen helpenGa naar eind*.
Wie was nu deze Brugse drukker en boekverkoper die blijkbaar een markt zag om Weyermans uit te stallen in de reeds sterk verfranste Zuidelijke Nederlanden? Joseph de Busscher, geboren te Brugge op 6 oktober 1741, startte zijn loopbaan als onafhankelijk drukker in 1770. Hij genoot het privilege om hetzelfde jaar reeds opgenomen te worden in het gild der librariërs zonder een meesterproef af te leggen. Zo'n vrijstelling kwam in de late achttiende eeuw wel meer voor, maar het doet vermoeden dat De Busscher al een dosis praktische ervaring had. Waarschijnlijk was hij een tiental jaar voordien in de leer gegaan bij de meesterdrukker Pieter De Sloovere, de actiefste Brugse drukker tijdens het midden van de achttiende eeuw. Die leerde het ambacht aan een bijna volledige generatie librariërs die in de Westvlaamse hoofdstad de dienst uitmaakte. Zijn atelier was gevestigd in het huis Den Braembosch, te situeren aan de Predikherenstraat in het centrum van Brugge. Pieter De Sloovere overleed in 1767, waarna zijn jonge weduwe Anna Van der Piet de zaak voortzette, heel waarschijnlijk met de hulp van Joseph de BusscherGa naar eind5.. Deze samenwerking verliep blijkbaar heel vlot, want in 1770 huwde weduwe De Sloovere met Joseph de Busscher. Zoals reeds vermeld werd De Busscher dadelijk aanvaard in de Brugse drukkerswereld als opvolger van de gerespecteerde Pieter De Sloovere. Een bijkomende indicatie van zijn invloed was zijn aanstelling in 1771 als deken van het librariërsgildeGa naar eind6.. Doch in vergelijking tot zijn voornaamste collega's Joseph van Praet en Joseph Bogaert bleef de produktie van zijn drukwerk aan de magere kant. Hij nam gewoon een aantal klanten over van De Sloovere, maar breidde de zaak niet uit. De enige auteur die hij uitgaf, P. Beaucourt de Noortvelde, liet voorheen zijn werken drukken bij Pieter De SloovereGa naar eind7.. Ook Den Grooten Brugschen Comptoir Almanach, die De Busscher jaarlijks publiceerde, was een erfenis van De SloovereGa naar eind8.. Verder bleven zijn courante uitgaven beperkt tot allerhande praktische zakboekjes met reducties of omzettingen van munten, maten en gewichten. Joseph de Busscher trad meer op de voorgrond als boeken-expert. In die functie schatte en veilde hij zeer regelmatig de boeken-collecties van overleden stadgenoten. Deze activiteit en de boekenverkoop in zijn winkel vormden vermoedelijk zijn voornaamste inkomensbron.
Het socio-culturele milieu waarin De Busscher vertoefde schetst ons een indringender portret van deze figuur en geeft een mogelijke verklaring voor zijn belangstelling voor Weyerman. Al op vrij jonge leeftijd verwierf hij een plaats binnen de gegoede burgerij; zo werd hij lid van de Vrije Archiers te Sint-Kruis en een jaar later, in 1762, kwam zijn naam voor op de ledenlijst van de schuttersgilde Sint-SebastiaanGa naar eind9.. Als een gereputeerd kunstkenner werd hij snel opgenomen in het bestuur van de lokale Academie voor Teken- en Schilderkunst, de bakermat van de latere kunsthistorische musea in Brugge. | |||||||||||||||||||
[pagina 44]
| |||||||||||||||||||
In die hoedanigheid schonk hij in 1787 aan de Academie het ‘Christusportret’, een kopij naar Jan van Eyck. Dit schilderij behoort nu tot de verzameling van het GroeningemuseumGa naar eind10.. Opmerkelijk is echter zijn rol binnen de vrijmetselarij. In 1783 werd hij als lid vermeld in de annalen van de Oostendse loge ‘Les Trois Niveaux’ met als beroep ‘teneur des livres’, verwijzend naar zijn optreden als deskundige voor het schatten van bibliotheken in nalatenschappenGa naar eind11.. Waarom De Busscher geen lid was van de Brugse loge ‘La Parfaite Egalité’, die tussen 1765 en 1773 22 vooraanstaande Brugse vrijzinnigen groepeerde, ligt waarschijnlijk in het feit dat haar oprichter Charles Lauwereyns van Noordfranse origine was en enkel familieleden of kennissen met Fransvlaamse bindingen tot zijn loge liet toetredenGa naar eind12.. Wel had Joseph goede banden met leden van deze kring. Zijn zuster Maria huwde Jean-Joseph Druart, de ‘frère à talent’ van ‘La Parfaite Egalité’. Een ‘frère à talent’ was geroepen om de maçonnieke plechtigheden op te luisteren met muziek of voordracht. Druart kunnen we dus beschouwen als de koster van deze loge-bijeenkomstenGa naar eind13.. Na 1775 viel er geen maçonnieke activiteit meer te bespeuren in het Brugse: ‘La Parfaite Egalité’ was ingesluimerd. Of De Busscher ooit door deze loge als drukker werd aangezocht is ons onbekend, maar het is best mogelijk. Immers zijn zoon Guillaume, die de drukkerij voortzette, beschikte over de nodige houtblokken met maçonnieke symbolenGa naar eind14.. Joseph de Busscher bleek ook geen onbekende voor de Oostendse bibliofiel Franciscus-Abraham FlanderinGa naar eind15.. In 1780 kocht deze verzamelaar bij De Busscher het boordjournaal van de ‘Marquis de Prié’, een Oostendse Chinavaarder die in 1727 naar Kanton zeilde met aan boord zijn vader Andreas Jacobus FlanderinGa naar eind16.. Deze relatie tussen De Busscher en Flanderin kan mogelijk verklaren waarom deze laatste zo'n grote collectie Weyermans in zijn bibliotheek herbergde. Immers voor Flanderin waren de Brugse boekhandels de meest nabije, want Oostende bezat geen echte drukkers- en boekhandelstraditie. Het is wachten tot 1781 vooraleer Pierre Jan Vereecken zich als drukker te Oostende vestigde. Voordien besteedde de stad Oostende haar drukwerk uit in BruggeGa naar eind17.. Joseph de Busscher liet zijn drukkerij in 1798 over aan zijn zoon Guillaume om zich geheel aan de boek- en kunsthandel te wijden. Hij volgde zijn zoon niet toen die in 1815 naar Gent verhuisde. Hij bleef in het Brugse rentenieren en overleed er op de hoge leeftijd van 85 jaarGa naar eind18.. Tot slot kunnen we Joseph de Busscher omschrijven als een kunstkenner en boekenexpert met internationale belangstelling, waarbij het hanteren van de drukpers slechts op de tweede plaats kwam. Hij was tevens een gekend figuur in de Brugse en Oostendse vrijzinnige kringen. | |||||||||||||||||||
[pagina 45]
| |||||||||||||||||||
Bijlage(Voor het jaar 1775 ontbreken de catalogi van de maanden februari, maart, april en mei) | |||||||||||||||||||
* februari 1773
|
- | De Levens-Beschrijvingen der Nederlandsche Konst-Schilders en Konst-Schilderessen, met de uytbreiding over de schilderkonst der ouden, 3 deelen met plaeten van Houbraken ('s-Gravenhage, 1729; gebonden, f 18 - 0 - 0). |
- | Idem, 4de deel (Dordrecht, 1769; genaaid, f 4 - 18 - 0). |
* juli 1773
in quarto
- | De Doorzigtige Heremyt, bespiedende door sijn verrereykende Verrekyker ('s-Gravenhage, z.j.; f 1 - 11 - 6). |
* september 1773
in quarto
- | Nieuws Tyding uyt d'andere weireld, of Zamenspraek tusschen den beroemden Schilder en Schryver Jacob Campo Weyerman, en den beruchten Doctor en Astrologist Ludeman ('s-Gravenhage, 1768; f 0 - 14 - 0). (van F.L. Kersteman) |
* mei 1774
in quarto
- | De Levens-Beschrijvingen der Nederlandsche Konst-Schilders en Konst-Schilderessen, met de uytbreiding over de schilderkonst der ouden, 3 deelen met plaeten van Houbraeken ('s-Gravenhage, 1729; gebonden, f 21 - 0 -0). |
- | Idem, 4de deel (Dordrecht, 1769; genaaid, f 4 - 18 - 0). |
* augustus 1774
in quarto
- | Den Amsterdamschen Hermes, zynde een historisch. poëtisch en satyrisch Verhael van de Zotheden der voorby zynde, der tegenwoordige en der toekomende eeuw, benevens eenige Liefdens Gevallen, staetkundige Coffihuys Opmerkingen, en Courant-perioden, 2 deelen (Amsterdam, 1722; gebonden, f 9 - 0 - 0). |
- | Den Ontleder der Gebreken, zynde een aengenaem Vertoog over de opperheerschende feylen dezer eeuw, benevens enige ongemeene voorvallen, aerdige opmerkingen, Coffihuysredevoeringen &c., 2 deelen (Amsterdam, 1726; gebonden, f 9 - 0 - 0). |
- | Den Persiaenschen Zydewever, Demokriets en Herakliets brabandsche Voyagie, de hollandsche Zinlykheyd, den antwerpschen Courantier, en de gehoornde Broeders &c voorzien met de sleutel van het geheele Werk (z.p., z.j.; gebonden, f 5 - 0 - 0). |
* januari 1775
in quarto
- | De Doorzichtige Heremiet (z.p., z.j.; gebonden, f 1 - 15 - 0). |
* januari 1777
in octavo
- | Zeldzaeme Levens-gevallen van Jacob Campo Weyerman, op de Voor-poorte van den Hove van Holland, 2 deelen, 1 band ('s-Gravenhage, 1763; gebonden, f 1 - 15 - 0). (van F.L. Kersteman) |
- | Godgeleerde, Zede-kundige en Historische Bedenkingen, over den Text des Apostels Pauli (Amsterdam 1730). Bedenkingen over den Text der Spreuken Salomons, ibid. in een band. (f 1 - 15 - 0). |
- | Den Goudmaker in 't nauw, of den Baron Alchemist, ten toon gesteld ('s-Gravenhage, 1732). de Levens Bezonderheden van den Baron van Syberg (Utrecht, 1733; gebonden, f 1 - 15 - 0). |
- | Het vermaekelyk Wagen-praetje (Gorinchem, 1741). Natuerkundige, Historische, Ernstige, Schertsende en vroyelyke Aenmerkingen, tusschen eenen Geneesheer en zyne Lyders, [...] ibid. den Voorlooper van de Kronyk der Bankeroetiers (Rotterdam, 1738; gebonden, f 1 - 15 - 0). |
- | Den Doktoor voor de Liefde, of Philosooph Raedgever, eene aerdige geschiedenis (Amsterdam, 1732; gebonden, f 1 - 15 - 0). |
- | Den Ontleeder der Gebreken Ontleed, of Aenmerkingen op de Aenmerkelyke Aenmerkingen (Utrecht, 1738; gebonden, f 1 - 15 - 0). |
- | Maendelyksche t'Zaemenspraeken, tusschen de Doode en de Leevende (Amsterdam, 1726; f. 1 - 15 - 0) |
- | De zeldzaeme Levens-byzonderheden van Laurens Arminius, J.C. Weyerman, Rob. Hennebo, Jacob Veenhuyzen, en veele andere beruchte Persoonen (Amsterdam, 1738; f 1 - 15 - 0). |
- | Piet fopt Jan, en Jan fopt Piet, of boertige en ernstige Zaemenspraek, tusschen eenen Protestant, Jansenist, en Jesuit (Amsterdam, 1737; f 1 - 15 - 0). |
- eind1.
- Archief J. de Béthune, Bibliothèque ou catalogue de livres qui se trouvent chez J. de Busscher (januari 1773-november 1777).
- eind2.
- Archief J. de Béthune, Bibliothèque ancienne et moderne ou catalogue de livres anciens et nouveaux qui se trouvent chez Joseph van Praet (januari 1772-december 1773).
- eind3.
- Marco de Niet signaleerde ons een exemplaar in de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam, ref. 655 J 5, en een ander in de KB te Den Haag, ref. 30 B 4, waarvoor onze oprechte dank.
- eind4.
- M. de Vries, Aanzet tot een bibliografie van de gedrukte werken van Jacob Campo Weyerman (1677-1747). Amsterdam, 1990, p. 66.
- eind*
- (noot van de redactie:) De kwestie van de Ontleeder wordt ontleed door Erik de Blauw in Med. JCW 4 (1978), pp. 27-28. Overigens bevindt zich in het archief van de Stichting een kopie van een exemplaar van de Ontleeder ontleed uit 1738.
- eind5.
- A. Van den Abeele, ‘De drukkersfamilie de Busscher’. In: Biekorf (1982), pp. 129-133.
- eind6.
- A. Schouteet, ‘Inventaris van het archief van het voormalig gild van de librariërs en van de vereniging van schoolmeesters te Brugge’. In: Handelingen van het Genootschap voor Geschiedenis te Brugge (1963), p. 263.
- eind7.
- De historicus Patrice Beaucourt de Noortvelde liet zijn boeken Description de l'Eglise Notre-Dame (1773) en Brugsche Koophandel (1775) door De Busscher drukken (A. Viaene, ‘De drukkersfamilie De Busscher, Brugge en Gent, 1770-1852’. In: Biekorf (1962), pp. 33-40).
- eind8.
- De volledige collectie van Den Grooten Brugschen Comptoir Almanach, welke De Busscher tussen 1771 en 1794 uitgaf, wordt bewaard in het Brugse Stadsarchief.
- eind9.
- A. Van den Abeele, ‘De drukkersfamilie’, p. 130.
- eind10.
- A. Viaene, ‘De drukkersfamilie’, p. 34.
- eind11.
- P. Duchaine, La franc-maçonnerie belge au XVIIIe siècle. Brussel 1911, p. 417.
- eind12.
- A. Van den Abeele, In Brugge onder de Acacia. De vrijmetselaarsloge ‘La Parfaite Egalité’ (1765-1774) en haar leden. Brugge 1987, pp. 56-57.
- eind13.
- Ibidem, p. 293.
- eind14.
- Guillaume de Busscher werd na 1803 lid van de nieuwe Brugse loge ‘La Réunion des Amis du Nord’ en in 1818 trad hij toe tot de Gentse loge ‘Les Vrais Amis’ (A. Van den Abeele, ‘Den drukkersfamilie’, p. 132).
- eind15.
- K. Bostoen, Jacob Campo Weyerman en de Zuidelijke Nederlanden. Brussel 1990. (Cahiers van het Studiecentrum 18de-eeuwse Zuidnederlandse Letterkunde nr. 4).
- eind16.
- Universiteitsbibliotheek Gent, Fonds Hye-Hoys, Hs. 1923. Met dank aan Karel Degrijse die ons deze vondst aanwees.
- eind17.
- P. Vandenabeele, ‘De Oostendse drukkerijen (1780-1850)’. In: Ostendiana V (1986), pp. 122-123.
- eind18.
- A. Van den Abeele, ‘De drukkersfamilie’, p. 133.