Op expeditie naar Den Briel
Gerardine Maréchal en Barbara Sierman
Ons reisdoel van de expeditievergadering van 25 augustus 1990 zal Den Briel zijn. Daarvoor zijn verschillende aanleidingen. Allereerst vormde Den Briel het vertrekpunt voor de overtocht via Hellevoetsluis naar Harwich. Zoals bekend vermeldt Weyerman in het Brusselse handschrift een overtocht als volgt: ‘Zoo dra als ik kon oordeelde te konnen flodderen op mijn eijge wie[ken] stak ik [1704] van denBriel over naar Engelandt en belande te Londen’. Ook de andere overtochten die hij maakte (1709?, 1718?) zullen gestart zijn vanuit Den Briel. Tweemaal per week voer een pakketboot vanuit de marinehaven Hellevoetsluis naar Harwich. Hoewel de boot van Hellevoetsluis vertrok, sprak men in de volksmond over een oversteek vanuit Den Briel. Hellevoetsluis was voor de komst van de Nieuwe Waterweg in 1872 de voorhaven van Rotterdam, omdat de monding van de Maas al sinds het einde van 16de eeuw verzandde, evenals de kusten van Goeree en Overflakkee. Tussen Den Briel en Hellevoetsluis werd een ‘koetsdienst’ onderhouden. Via een veer vanuit Maassluis of rechtstreeks per boot vanuit Rotterdam kon men in Den Briel komen. De overtocht naar Engeland duurde ongeveer 16 uur, maar ondervond vaak vertraging door weersomstandigheden, zodat de tocht wel twee dagen kon duren. Op de pakketboot was slaapgelegenheid voor 26 personen, maar op het bovendek konden veel meer passagiers vervoerd worden. Uitgewoven door zijn vrouw Mary, die op de Brielse Catharijnetoren in Den Briel stond, voer Willem III in 1688 vanuit Hellevoetsluis met zijn vloot naar Engeland uit. Hij had toen de juiste windrichting, maar het kon soms dagen duren eer het zover was, en de passagiers doodden de tijd met een wandeling tussen Den Briel en Hellevoetsluis.
Onder dergelijke omstandigheden heeft Weyerman wellicht de roddels over Catharina Hogerwaard en haar minnaar Johan Rudolph Lochman gehoord. De liefdesaffaire tussen haar en Lochman wordt beschreven in nummer 19 van Den Vrolyke Tuchtheer (1729) en is de tweede aanleiding voor een bezoek aan Den Briel. Het nummer handelt over de Franse toneelspeler Marc Antoine La Lauze, die haar in 1722 trouwde. Over haar schrijft Weyerman:
Die schoone blonde was een Briels kind by geboorte en zo bekent by den tytel van de bevallige dochter in het leggent hert, als het Aphens Hansje