Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 8
(1985)– [tijdschrift] Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman– Auteursrechtelijk beschermdWillem Hendrikx
| |
[pagina 92]
| |
het zogenaamde systeem ‘Hofstede de Groot’ brengt echter verandering in deze toestand. Professor Hofstede de Groot was een van de belangrijkste kunsthistorici van deze eeuw. Zijn verzameling legde de basis voor het tegenwoordige Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie in Den Haag. Het systeem ‘Hofstede de Groot’ is een fichesysteem op vermeldingsplaatsen van schilderijen in veilingcatalogi, boedelbeschrijvingen, etc. Toen ik onlangs bij een onderzoek naar een andere schilder ook even, gewoontegetrouw, onder het kopje ‘W’ bij Weyerman keek, vergat ik de andere schilder meteen. Men vindt niet iedere dag ca. 55, niet door leden van de Stichting JCW beduimelde fiches met informatie over Weyerman. Jammer genoeg bleek al snel, dat deze 55 fiches niet betekenden, dat er ook 55 nog onbekende werken van Weyerman bestonden. Een aantal werken is door middel van twee of zelfs drie fiches in het systeem vertegenwoordigd. Ook belangrijk is het, dat dit systeem een overzicht geeft van aan bepaalde schilders toegeschreven werken, waarbij die toeschrijving op van alles en nog wat gebaseerd kan zijn. De fiches, met informatie van velerlei herkomst, geven over het algemeen het volgende: naam van de schilder, letterlijk citaat uit catalogus of iets dergelijks, afmetingen, prijs bij verkoop, naam van de koper en de vindplaats. Sommige werken zijn door Hofstede de Groot zelf bekeken. Dit werd dan door middel van een stempeltje op het fiche kenbaar gemaakt. In dergelijke gevallen zette hij ook andere informatie op het fiche. Zo vermeldt hij bij het schilderij in het museum te Kassel: Toegeschreven aan J.C. Weyerman. Bloemruiker in een bruine nis. Er blijkt uit niets waarop de toegeschrijving berust. 90 bij 75. 417. (Catal. 1888, 417). Bij het bloemstuk in het Amsterdamse Rijksmuseum: Bloemen in een vaas. Voluit gemerkt, maar zonder voornamen, en het is niet zeker dat deze schilder ook de bekende schrijver was. 1629a. Dit schilderij is gemerkt: ‘Weyermans’ en Hofstede de Groot wist dus niet zeker of er ook niet andere schilders met deze naam waren geweest. We vinden dan ook een paar vreemde namen onder het kopje Jacob Campo Weyerman. Twee landschappen werden in 1886 in Duitsland aan een Joh. Christoph. Weyermann toegeschreven: Weyermann Joh. Christoph. 1886. In 1783 werden in Haarlem twee bloemstukken geveild van een Juffrouw Weyerman (Veiling C.A. van Sypestein, Haarlem 11 november 1783). Was dit misschien een van JCW's echte of onechte kinderen, die in het voetspoor van haar vader was getreden? Het kan natuurlijk een verschrijving zijn. In het laatste kwart van de 18e eeuw blijkt er een echte Weyermanliefhebber actief geweest te zijn op de kunstveilingen. Een persoon, aangeduid als Wubbels koopt in 1788 voor f 5-5-0: No. 69 Een glaaze Fles met Bloemen, staande op een steene Tafel, fiks geschilderd door J. Weyerman. Op Doek. h. 21, br. 15 duim. Veiling Jan Lambers. Amsterdam 6 Mei 1788. Zeer waarschijnlijk is dit hetzelfde schilderij, gezien de afmetingen | |
[pagina 93]
| |
(ca. 54×38,5 cm) en de afbeelding, dat nu in het Rijksmuseum te Amsterdam hangt. In 1789 koopt deze Wubbels: No. 45 Een Bloemstuk, fiks en meesteragtig geschilderd door J.C. Weyerman. op doek. h. 24, br. 14 d. In 1777 kocht deze Wubbels, hier ‘Wubes’, voor f 8-0 een schilderij, dat als volgt werd beschreven: 225) Een graauw bewerkte steenen nis, met een jongelingshoofd van boven, en van onder in den nis, een roode marmer steenen voetstuk, waar op een vaas, met basrelieven, en in dezelve veelerley zoorten van bloemen, met groote breede bladen en ranken, helder en kragtig geschilderd. Hoog 30, en breed 24½ duim. Dk. f 8-0-0 aan Wubes. Vgl. Nicolaes Nieuhoff, Amsterdam (Schley-Yver) 14 April 1777. evd. Het is natuurlijk niet mogelijk hier alle informatie van deze fiches te geven. Ook de meeste vindplaatsen, namen, etc. zijn nog lang niet allemaal gecheckt. Daarom zal ik mij hier verder beperken tot een overzicht van de onderwerpen van de aan JCW toegeschreven schilderijen. De grootste groep schilderijen is natuurlijk de groep bloemstukken. Een aantal hiervan wordt zonder meer als bloemstuk aangegeven, daar valt dus verder niet veel uit af te leiden, alleen door middel van de afmetingen (wanneer vermeld) kunnen we hier nog vaststellen of het om verschillende schilderijen gaat. Vaak wordt er echter meer informatie gegeven, vooral over de opstelling van de bloemen en de omringende architectuur. Een voorbeeld hiervan is de beschrijving van het stuk dat Wubbels in 1777 kocht. Het schilderij in het Rijksmuseum wordt omschreven, op meerdere fiches, als een glazen fles of vaas, met bloemen, staande op een stenen of marmeren tafel, of op een tafel zonder meer. Het bloemstuk in Kassel wordt ergens beschreven als een ‘Bloemruiker van rozen, tulpen, winden, korenbloemen. In een vaas op een steenen tafel.’ Twee maal wordt een fruitstuk aan Weyerman toegeschreven, eenmaal in 1804 op een veiling in Antwerpen, samen met bloemen: ‘Des Fleurs et des Fruits, très naturellement peinti’. Een mooie beschrijving krijgt ook het schilderij, dat in 1811 in Haarlem is geveild: Een nis, waarin staat een glaze beker met een menigte van schoone bloemen, waarop insectens azen, dun en helder, door J.C. Weyerman. Tweemaal wordt een bloemstukje op koper vermeld: op veilingen in 1784 en in 1821 te Leiden. Opvallend is de veiling in 1813 te Dordrecht, waar geveild worden: ‘Twee ronde Tafels, een door Laresse, en een door Weyerman geschilderd’. Helemaal buiten de bloemschilderkunst valt een aantal schilderijen, die in het buitenland zijn geveild. In Milaan ging het in 1900 om een ‘Interno di uno studio artistico’. Opmerkelijk zijn de stukken die in 1905 te München worden geveild: No. 186 Kriegszug. durch den Wald: Bez.: Weyerman. Aanvankelijk stond ik nogal sceptisch tegenover Weyerman als schilder van oorlogsstukken, maar gezien het schilderij dat zich in Breda bevindt (een landschap) en gezien Weyermans verleden in het leger en | |
[pagina 94]
| |
zijn langdurig verblijf in een garnizoensstad als Breda, kan hij best dit soort stukken geschilderd hebben. Dit Bredase schilderij ontbreekt ook niet in het systeem. Er worden zelfs twee veilingen vermeld waarop het werd verkocht; in 1922 in Keulen en in 1952 eveneens in Keulen. Het valt op dat het in 1922 werd geveild met een daarbij behorend ‘Gegenstück’. Op de veiling van 1952 is daarvan geen sprake meer. Als laatste in de reeks aan JCW toegeschreven werken is er nog een aantal landschappen, die in 1882, 1886 en 1922 in Duitsland werden geveild. De beschrijving van een daarvan, geveild in 1922 te Frankfurt am Main wil ik u niet onthouden: 82) Gewitterlandschaft. Am Fusze eines den Mittelgrund beherrschenden Hügels eine Stadt mit brennender Burg. Vorne rechts flüchtende Landleute mit Kind. Das dunkle Firmament wird von einem nach links zuchende Blitz zerrissen, der eine Eiche zerschmettert. Rechts bezeichnet: Weijerman fc. 1709. Tot slot en bij wijze van speculatie dient nog vermeld te worden, dat in dit systeem ongeveer 30 tot 40 verschillende verwijzingen zitten van aan Weyerman toegeschreven werken. Dit betekent dus een flinke uitbreiding van Weyermans potentiële schildersoeuvre. Misschien moet wel overwogen worden om voor Weyermans schilderijen een zoeklijst op te stellen. |
|