Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 7
(1984)– [tijdschrift] Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 24]
| |
Peter Altena
| |
[pagina 25]
| |
Hermes sprak zijn diskwalificerende woorden over Argus' actualiteit nu niet als onbaatzuchtig geneesheer, maar als ‘Vrient en Collega’. De ondertekening moge ironisch zijn, geheel zonder juistheid is ze daarmee niet. Want Hermes, begonnen als mercuur der mercuren, had zich intussen ontpopt als gewone mercuur, nieuwscommentator. ‘Om den kieschen smaak zyner lezers te voldoen’, was hij ‘genootzaakt [...] altoos eenige remarques over dagelyksche Nieuwigheden te geven.’Ga naar eind(6.) Van harte ging het niet. Met tegenzin kwam hij tegemoet aan de slechte smaak van de lezers en werd als mercuur Argus' collega. Hermes' tegenzin blijkt nog ergens uit. Hij verkoos de ambitie van Censor, Zedenhersteller door middel van satire, boven het ‘langs kourant-boufonnieries de lezers door gapen en geeuwen in Goudenaars te transformeren.’Ga naar eind(7.) Beziet men Hermes' nieuwscommentaren nader dan valt op dat de actualiteit van zijn commentaar gering is. Zeer bijzonder is de persoonlijke toon, het persoonlijk optreden van Hermes. Uit het commentaar rees de figuur van Hermes op: een oude, bedaagde grijsaard, die veel meegemaakt had en daarom wat ‘historykundig’ viel. Hij signaleerde als moeilijkheid ‘wekelyks by eene duimbreette te gelyk, een Historyschryver [te zyn], en alle lezers op een eenig blad papiers [te willen] vergenoegen.’Ga naar eind(8.) Het was Hermes' ambitie in zijn nieuwscommentaren ‘Historyschryver’ te zijn, in het voetspoor van de bewonderde Hooft. Men vergelijke in dit verband ook de Verklaring van de titelprent. Thalie, Hermes' zusje, [is] in de weer om ‘Als een getrou historyschryver Het nieuwscommentaar wordt in de woorden van Hermes geschiedschrijving. Zo onttrekt het tijdschrift zich aan de actualiteit en de korte levensduur. B. van Selm heeft in zijn studie over De Hollandsche Spectator het volgende opgemerkt: ‘Vanaf het begin moet de uitgever van plan zijn geweest de afleveringen ook gebundeld als boeken te verkopen, omdat alle Nummers doorlopend gepagineerd werden.’Ga naar eind(10.) De paginering van de Rotterdamsche Hermes begon bij aflevering 16. Of het plan tot bundeling daarmee geboren werd, weet ik niet. Wel denk ik dat de paginering vertrouwen demonstreerde, vertrouwen in een complete jaargang. In aflevering 16 trad Hermes bovendien voor het eerst op als mercuur, als historicus van de eigen tijd. Een verband tussen het optreden als mercuur èn de uitgave van de complete Rotterdamsche Hermes, als boek dus, dringt zich op. In 1722 werd de Rotterdamsche Hermes compleet geadverteerd en verkocht. Mec de krant van eergisteren zou dat niet gelukt zijn. In de boekenkast van Wolff en Deken stonden complete jaargangen Weyerman. Die jaargangen getuigden niet van ‘aandacht voor de actualiteit’Ga naar eind(11.), zoals wel beweerd is, maar juist van het succesvol overwinnen van de actualiteit. Een boekuitgave van een tijdschrift lijkt me de overwinning op het dreigend efemere karakter van tijdschriften te symboliseren. Weyerman | |
[pagina 26]
| |
was er in geslaagd ‘alles voor den wrok der jaren op zuivre bladen te bewaren’. |
|