Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 7
(1984)– [tijdschrift] Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman– Auteursrechtelijk beschermdWillem Hendrikx
| |
[pagina 21]
| |
[pagina 22]
| |
[pagina 23]
| |
LEEZER’, gedateerd 1779, behorende bij het voorwerk, wordt met een noot het volgende medegedeeld:
(x) Men heeft namelyk reeds in het jaar 1768. begonnen met dit Werk, bij bladen, om de veertien dagen, uit te geeven, waarmede men één jaar gecontinueerd heeft; - eindlijk is men te raade geworden, om alle de nog ongedrukte Vertoogen in ééns uit te geeven, 't welk ook minder kostbaar is voor den Kooper.Ga naar eind(3.)
Als oorzaak voor het niet continueren van de uitgave in 1769 wordt het afhaken van een der boekverkopers genoemd. Deze zou de kopij in handen hebben gehad, met als gevolg dat de resterende nummers pas in 1780 konden verschijnen. Inderdaad wordt in de eerste 25 nummers, naast C. van Hoogeveen Jun, en C. Heyligert, een J. van Zijp als mede-uitgever genoemd. In het voorwerk van de uitgave van 1780 komt deze naam niet voor. Hij zou dus de kopij in handen kunnen hebben gehad. Sierman heeft er al op gewezen dat het exemplaar van de Vereeniging ter bevordering van de belangen des BoekhandelsGa naar eind(4.) maar voor de helft is opengesneden. Alleen de laatste 25 ongedateerde nummers zijn blijkbaar gelezen. Dit zou erop kunnen wijzen dat de koper de eerste 25 nummers al had gelezen. mogelijk in 1768/69. Een prospectus uit 1768, al gesignaleerd door Hanou en Van Oostrum, wijst erop dat er in dat jaar inderdaad al sprake moet zijn geweest van een tweewekelijkse uitgave van Het oog.Ga naar eind(5.) In dit ‘BERICHT’ kondigen de uitgevers C. van Hoogeveen Jun., Johannes van Zijp en Cornelis Heyligert de uitgave aan.
Deze prospectus vormt een sterk argument voor de stelling dat er in 1768/69 inderdaad al sprake moet zijn geweest van een tweewekelijks tijdschrift Het oog in 't zeil. Waarom deze uitgave in 1769 is gestopt blijft voorlopig een raadsel. Mogelijk heeft inderdaad het uittreden van de boekverkoper Johannes van Zijp uit het driemanschap er iets mee te maken.
Uit het artikel van Hanou en Van Oostrum over de drukkers Van Hoogeveen Jun. en Cornelis Heyligert blijkt dat deze twee een soort 18e eeuwse vrije jongens waren, die er niet voor terugdeinsden uitgaven geheel of gedeeltelijk onder een erbij gesleepte goed verkopende naam uit te geven. Dit maakt Weyermans auteurschap van Het oog in 't zeil nog onduidelijker. Over dit alles hopen Peter Altena en schrijver dezes U in een uitgebreider artikel meer te kunnen mededelen. |
|