Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 6
(1983)– [tijdschrift] Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman– Auteursrechtelijk beschermdWeyerman in Vianen: zijn vrijgeleide in 1731Wie in de loop van de 17e en 18e eeuw een goed heenkomen zocht in de vrijplaats Vianen kon staat maken op het leedvermaak en de hoon van in zaken gelukkiger en oppassender medeburgers. In de jaren twintig van de 18e eeuw werden leedvermaak en hoon op bijtende wijze vertolkt door Jacob Campo Weyerman. Bij Weyerman bleek de gefailleerde, die met terugwerkende kracht nooit gedeugd had, zijn bankroet niet aan wanfortuin, maar aan eigen misdadige opzet te danken. Altijd moedwil, nimmer misverstand.
In de dertiger jaren van de 18e eeuw verbleef Weyerman zelf in Vianen. In zijn editie van Weyermans Den Vrolyke Tuchtheer situeert Hanou het verblijf in Vianen ‘vóór 1738’. In een noot somde Hanou Weyermans schulden bij de Viaanse middenstand op. Die schulden waren sedert februari 1733 gemaakt. Over de reden van Weyermans komst naar Vianen noteert Hanou: ‘Vermoedelijk is dat geweest om zich aan vervolging te onttrekken: zijn schrifturen zullen daartoe aanleiding hebben gegeven wegens zijn “particularizeren”, het hekelen van bepáálde individuen.’ Met zekerheid is weinig bekend over het leven van Jacob Campo Weyerman.
Zéér onlangs wijdde Hanou in het tijdschrift In het land van Brederode speciale aandacht aan de betrekkingen tussen Weyerman en Vianen. Aan het slot van het artikel bleven ‘nog talrijke vragen over’. Twee daarvan: ‘wanneer arriveerde Weyerman precies in Vianen? Van wanneer dateert zijn vrijgeleide en waarom was dat voor hem noodzakelijk?’Ga naar eind(1.) In het Archief van de Staten van Holland bevindt zich de definitieve, door Gecommitteerde Raden van de Staten van Holland en West-Friesland verleende toestemming voor vrijgeleide in Vianen. In de linkermarge van de toestemming voor vrijgeleide staat aangetekend: ‘Acte van Vrij- | |
[pagina 17]
| |
geleij voor J. Campo Weyerman Viaensch Zegel 2 gls 10 st’. De eigenlijke tekst luidt: ‘De Gecommitteerde Raden van de Staten van Holland en Westvriesland, als van Hooghgem. Heeren Staten, Souverainen van Vianen Ameyde &c &c gequalificeert zynde tot de beheeringh der saeken van Vianen doen te weten, dat Haer Ed. Moge hebben ontfangen de ootmoedige Supplicatie van Jacob Campo Weyerman, dat hy Supplt gewoond hebbende tot Amsterdam aldaer negotie in boecken en het doen drucken van verscheyde wercken hadde gedaen, ter welckers occasie hy Supplt in eenige particuliere Schulden, veroorsaeckt door misfortuyn en geledene schade was vervallen, die hy, schoon van geen groot belangh waren eghter soo spoedigh niet konde voldoen, en daer omme genoodsaeckt was sigh by Provisie te retireren, omme middelerwijle met zyne crediteuren te konnen accorderen, versoekende derhalven seer onderdaeniglijk, dat Haer Ed. Groot Moge aen hem Supplt ten dien eijnde gratieuselyk geliefden te verleenen protectie en sauvegarde in Haer Ed. groot Moge Stadt en Landen van Vianen; Soo ist, dat Haer Ede Moge den voorn.e Jacob Campo Weijerman hebben genomen en nemen by desen in de protectie en sauvegarde van Haer Ede groot Moge om sigh te mogen ophouden in de Stede en Lande van Vianen, en dat by provisie tot onse vrye revocatie: des dat hy Supplt middelerwijle zal moeten traghten met syn crediteuren te accordeeren. gedaen in den Hage onder het kleyn Zegel van den Lande, den 2 January 1731.’Ga naar eind(2.) Vóór 1731 had Weyerman dus in Amsterdam een ‘negotie in boecken’ en hield hij zich bezig met ‘het doen drucken van verscheyde wercken’. Het is onduidelijk of men hierbij moet denken aan Weyermans zittingen in het ‘Londensch Coffihuys’ in de Kalverstraat en in De Brakke Grond of aan de formule ‘Gedrukt voor den Autheur’, die veelvuldig gebruikt werd op titelpagina's van Weyermans werk, of anderszins. Het faillissement werpt een merkwaardig licht op het jaar 1730, het jaar waarin Weyerman onwaarschijnlijk veel publiceerde en beloofde te publiceren. Leidde het koortsachtig publiceren tot het bankroet of bedoelde de koorts het dreigend bankroet (als gevolg van de Historie des Pausdoms?) uit de drijven? Het jaar 1730 bezorgde Weyerman stellig onvoldoende revenuen. Al met al is de reden van Weyermans verhuizing van Amsterdam naar Vianen verrassend. Het blijft zeer wel mogelijk dat ook de vrees voor vervolging wegens infame geschriften tot de verhuizing bijdroeg. Als mogelijke reden bleef het in de acte uiteraard ongenoemd. Beduidend vroeger dan tot voor kort aangenomen werd, vestigde Weyerman zich in Vianen. Het betekent o.a. dat Weyerman in Vianen woonde toen hij zijn grote boek over die andere oplichter, de zogenaamde baron van Syberg, schreef. Was dat ook de reden dat Weyerman Syberg wel vergezelde op weg naar Amsterdam, maar in de buurt van de stad gekomen rechtsomkeert maakte? Een andere vraag dringt zich op: moet het boek over Syberg begrepen worden als een poging tot zelf-rehabilitatie: de gefailleerde ontmaskert een bedrieger en deze goede daad van de gefailleerde matigt de argwaan en het wantrouwen jegens hem? | |
[pagina 18]
| |
[pagina 19]
| |
[pagina 20]
| |
Peter Altena en Marijke Gijswijt-Hofstra |
|