J. Smeyers
(Bruineveld 5, 3200 Kessel-Lo)
De la Fontaine; Borms
Bij een paar vermeldingen in de Mededelingen kan ik enkele randnotities bezorgen, die zeker niet belangrijk zijn, maar allicht enige verheldering brengen.
P. 47 i.v.m. de advertentie uit de ‘Boekzael’ van juni 1729: ‘Nog de Vertellingjes van Monsieur de la Fontaine...’. - Bij mijn opzoekingen vond ik: Vertellingen en nieuwigheden Van den heer De la Fontaine, Bid der Akademie van Vrankryk. Uit het Fransch vertaalt, verschenen in 1708 bij J. Strander te Amsterdam. De Catalogus der Bibliotheek v.d. Maatschappij der Ned. Lett. te Leiden, d. I, p. 314, schrijft ze toe aan: [Zweerts?] De inleiding van de Vertellingen is ondertekend K.Z. (=Kornelis Zweerts?). Door de bestaande literatuurgeschiedenissen en woordenboeken worden deze Vertellingen foutief toegeschreven aan de Brusselaar F. de la Fontaine.
P. 80 i.v.m. J. Borms en dr. Jacob.
Jan Borms (1888-1956) was wat men in Vlaanderen tijdens W.O.I een ‘activist’ noemde. Om die reden week hij in 1918 naar Den Haag uit en bleef er wonen tot bij zijn dood. Hij werkte bij een groothandelsfirma in Rotterdam (Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, d. I).
Hij moet zich hebben beziggehouden met opzoekingen in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag met betrekking tot de culturele geschiedenis van Zuid-Nederland. In de Nieuwe Rotterdamse Courant van 6 en 7.12.1936 schreef hij over een Gentse St.-Nicolaas-almanak van 1799 en op 27 en 28.11.1930 over J.B.C. Verlooy, naar aanleiding van de ontdekking van een exemplaar van diens Verhandeling op d'Onacht in de K.B.
Dr. Antoon Jacob (1889-1947) behoorde ook tot het ‘activisme’, was uiterst links gericht, had contacten met P. Geyl, werd na W.O.I veroordeeld, raakte, als lector Nederlands te Hamburg, in de ban van het nationaal-socialisme. Het ‘amnestie-comité’ (p. 80) moet dus te maken hebben gehad met een aktie, om hem na W.O.I uit de gevangenis te krijgen.
Mag ik nog signaleren dat bij uitgeverij De Dageraad in Antwerpen in het Rubens-jaar een boek verscheen over Pieter Paulus Rubens, De kosmische schilder, waarvan het allergrootste gedeelte (p. 6-86 van de 136 pagina's) de tekst bevat van De Achtste 't Zamenspraak tusschen Pieter Paulus Rubens, Anthony van Dyk, en Godefroi Kneller, Drie beruchte Schilders. Voor de Maand December, 1726. Door Jakob Campo Weyerman, naar een niet gedateerde druk: ‘Tot Amsterdam, Gedrukt voor den Autheur, en zyn te bekomen by Hendrik Bosch...’
[Noot red.: aldus wordt dhr. T. Broos min of meer omgaand geantwoord op zijn vragen naar de identiteit van J. Borms en dr. Jacob. De door dhr. Smeyers in zijn laatste alinea vermelde uitgave van de achtste samenspraak zal hij echter zeker niet gekend hebben, daar het toeval wil dat in dezelfde week waarin het schrijven van dhr. Smeyers ons bereikte, tevens, uit Engeland, ons een missive van dhr. Broos gewerd, met verzoek tot opname van het volgende gedeelte uit de achtste samenspraak. Daar wij hier niet kunnen bevroeden in welke mate dit samenhangt met een onderzoek in de toekomst naar JCW's relaties met b.v. Kneller (z. ook de Mededelingen p. 78-80) nemen wij deze tekst toch hier op.]