Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 25
(2009)– [tijdschrift] Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 7]
| |
Keert Cyriel Buysse terug?
| |
[pagina 8]
| |
‘Vuilschrijver’Cyriel Buysse werd lange tijd niet op zijn echte waarde geschat, omdat hij leed onder een kwalijke reputatie. - In het najaar van 1893, vertelt Van Elslander, publiceerde hij de naturalistische roman Het Recht van de Sterkste, waarin hij zich liet kennen als ‘een krachtig uitbeelder van bij voorkeur brutale personages’, om het met Pol de Mont te zeggen. Dat bezorgde hem de naam van ‘vuilschrijver’. In Nevele, zijn geboortedorp, kwam ik eens iemand tegen die Buysse nog had gekend en die al zijn romans had verzameld, behalve Het Recht van de Sterkste. Dat had hij verbrand! - Hij stond ook bekend als een felle antiklerikaal. - Inderdaad. Buysse heeft in zijn romans een bepaalde geestelijkheid niet zo sympathiek voorgesteld. Dat betekende geenszins, dat hij tegen de godsdienst was gekant. Wie zijn werk ernstig leest, zal er zeker géén religieuze dimensie in aantreffen, althans niet als we religie in de traditionele zin opvatten. Evenmin vind je er enige aanval op de godsdienst als zodanig in. Zijn antiklerikalisme komt ons thans weinig combattief of virulent voor. De vrijmetselaar Buysse beschouwde zichzelf als iemand met een spiritualistische levensvisie, een soort vaag deïsme, denk ik. Een echte ateïst was hij niet, wilde hij in elk geval niet zijn. Toen hij werd begraven, was er zelfs een kruis op zijn lijkwagenGa naar eind(1). - Toch bleef zijn slechte naam hem achtervolgen. - Ja. Op het einde van de jaren twintig noemde Boekengids hem ‘het type van de perverse dekadent, de cynische antiklerikalist, de vuilschrijver die aast op passies’. Een schrijver wiens werk iemand die ‘respekt heeft voor zichzelf en rein wil blijven’, nooit zou mogen aanraken. - De toen nog katolieke Walschap heeft hem tegen die beschuldiging wel fel verdedigd. - Maar Buysse bleef voor de katolieke biblioteken en scholen, waar Boekengids veel invloed had, nog jarenlang verdacht. - Aanvankelijk begreep hij weinig van de Vlaamse Beweging. Is dat ook geen reden geweest waarom men hem opzij stelde? Vermeylen heeft hem daarover hard aangepakt. - In zijn beginperiode heeft men foute uitspraken van hem over de Vlaamse strijd tegen hem uitgespeeld. Later herzag hij zijn mening en na de Eerste Wereldoorlog pleitte hij zelfs voor de vernederland- | |
[pagina 9]
| |
sing van de Gentse universiteit. De flaminganten bleven hem echter wantrouwen. - Is het waar dat hij thuis Frans praatte en eigenlijk in het Frans heeft willen schrijven? - [Eén ogenblik] heeft hij er inderdaad aan gedacht, carrière te maken als Franstalig literator. Hij was toen bevriend met Maurice Maeterlinck en andere Frans sprekende Gentenaars. Maeterlinck heeft hem dat afgeraden: zijn Frans bezat volgens hem onvoldoende kwaliteit, had geen ‘literair cachet’. De taal is trouwens altijd het zwakke punt bij Buysse geweest. Zowel met het Nederlands als met het Frans heeft hij geworsteld. Vergeet niet, dat hij maar tot zijn zestiende naar school was geweest en helemaal geen ‘goede leerling’ was. Hij kende dus onvoldoende Frans en onvoldoende Nederlands. Vandaar dat de gesprekken in zijn werk zo goed zijn. Die kon hij weergeven in zijn moedertaal. En dat was het dialekt van zijn streek. Later, toen hij met een Nederlandse gehuwd was en veel in Den Haag verbleef, is zijn taal er veel op vooruitgegaan. Ondertussen is het niet juist, dat Buysse thuis Frans praatte. Zijn zuster heeft het mij gezegd. Ik ontmoette haar toen ze 92 jaar was, een heel luciede vrouw. Ik kon vrij lang met haar praten en ze vertelde mij allerlei over haar broer. Ook over zijn amoureuze perikelen. - Is het waar dat hij een vrouwenliefhebber was? - Ik zou eerder zeggen dat de vrouwen liefhebber waren van Buysse! Hij moet een zeer innemend man zijn geweest, een grote, flinke figuur, zeer sportief. Emmanuel de Bom vertelt dat Buysse een struise kerel was ‘naast wie wij maar flauwe literatoortjes zijn’. | |
Scherp inzichtAntoon van Elslander, die van in zijn jonge jaren een echte Buysselezer was, ging zich op de studie van de auteur toeleggen toen in 1959 diens honderdste geboortedag werd herdacht. Van Elslander werd o.m. betrokken bij een toen door het Willemsfonds georganizeerde tentoonstelling en hield een reeks voordrachten. In die periode was Buysse nog niet uit het literaire vagevuur na zijn dood wederopgestaan. ‘In de boekhandel kon je toen één roman van hem krijgen’, vertelt Van Elslander. ‘Dat was 't Bolleken en het verscheen als een der eerste nummers van de Vlaamse Pockets, bij Heideland in | |
[pagina 10]
| |
[pagina 11]
| |
Hasselt. Dat wijst al op een kentering. Want Heideland was een katolieke uitgeverij’.
Om de sfeer uit Buysses jonge tijd goed te begrijpen, moet je volgens de hoogleraar Zoals het was lezen, een van de minder bekende boeken. ‘Een biezonder belangrijke roman, vanwege de autobiografische elementen. Ik zeg niet, dat alles is gebeurd zoals Buysse het verhaalt. Maar de atmosfeer is autentiek, de atmosfeer in het familiebedrijf waar hij moest helpen, bij de arbeiders en in het ouderlijk huis, waar de verhouding tot zijn autoritaire vader erg gespannen was. Buysse beschrijft ook zeer goed de opkomst van het socialisme in zijn streek. Voor ons moderne gevoel een beetje te langdradig, dat wel. Dat is voor de meeste romans van hem het geval. Maar je mag niet vergeten, dat ze werden geschreven in een tijd toen de mensen meer tijd hadden om te lezen en niet zo nerveus en opgejaagd leefden als nu’.
Zijn belangstelling voor de groei van het socialisme op het Vlaamse platteland bleek ook uit een bijdrage die hij in 1895 in het tijdschrift De Gids liet verschijnen. ‘Zij getuigt, zegt Van Elslander, van een scherp inzicht in de typologie van de plattelandsbevolking, b.v. in haar afkeer voor het kollektivisme zoals dat toen door de socialisten werd verkondigd. Buysse besprak ook de mogelijkheden van de kristen-demokratie op de Vlaamse buiten en zijn nauwelijks verholen sympathie is kenschetsend voor zijn humanitaire en niet-doctrinaire visie. Niet minder typisch is dat de kristen-demokraat uit zijn roman 'n Leeuw van Vlaanderen (1900) vrij spoedig het politiek toneel verlaat. Buysse had een afkeer voor partijpolitiek’.
Gaston Durnez |
|