Inleiding
In 2009 was het niet alleen 150 jaar geleden dat Cyriel Buysse werd geboren maar ook 10 jaar geleden dat Antonin van Elslander is overleden. Bij wijze van hulde aan hem die in de jaren '60 van de vorige eeuw de Buyssestudie op gang heeft gebracht, openen wij deze 25e aflevering van de Mededelingen met een herdruk van een interview dat Gaston Durnez met hem had.
Huldeblijken voor Buysse zelf waren er in overvloed, voornamelijk in zijn geboortestreek, waarover als het ware een lawine van naar Buysse verwijzende, veelal folkloristische evenementen heen is gegaan. Maar de belangstelling was niet beperkt tot de omgeving van Nevele. Wij kunnen hier bijvoorbeeld twee lezingen afdrukken die respectievelijk werden gehouden door schrijfster Monika van Paemel (in Brussel) en door biograaf Joris van Parys (in Gent). Om het feestelijke karakter ook aan deze Mededelingen mee te geven hebben wij behalve Monika van Paemel ook nog twee andere creatieve auteurs aan het woord gelaten over hun ‘omgang’ met Buysse. Van Erwin Mortier kregen we de toestemming om zijn recensie van de succesrijke herdruk van 't Bolleken over te nemen en van Leo Pleysier konden we een veel vroegere herinnering uit de vergetelheid halen. Een getuigenis uit onverwachte hoek!
Een kort overzicht van de vele andere huldeblijken is te vinden in de Kroniek achteraan in deze Mededelingen. Een beetje feest brengt ook de publicatie van het toneelstuk Euzeke, een toneelbewerking van Levensleer door Buysse zelf. Dat deze versie in handschrift bestond was al langer bekend, maar ze werd pas nu helemaal ontcijferd en wordt hier voor het eerst gedrukt. We willen hierbij de hoop uitspreken dat de hilarische dialogen in het Gents-Frans van Madame Verpoest door een regisseur of acteur ontdekt en op de planken gebracht zullen worden. Het stuk bevat een leuke, voor die tijd vermoedelijk zeer gewaagde scène, gesitueerd in het hart van het Gentse prostitutiemilieu. Aantrekkelijke elementen genoeg om een ‘nieuwe Buysse’ te ontdekken!
Nieuw materiaal levert verder de bijdrage over de aandacht die de Brusselse avant-garde groep ‘La Lanterne Sourde’ had voor Nederlandstalige literatoren. Dankzij de medewerking van Frans de Haes (Archives et Musée de la Littérature) kon de hand worden gelegd op een tafelrede die Herman Teirlinck over Buysse heeft gehouden. Bovendien bleek dit archief enkele brieven van niemand minder dan