Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 22

34

[Brief van Virginie Loveling aan Adolphine van Rijswijck. AMVC L863]

Gent 26 sept. '06.

Marnixstraat 18.

Mijn lieve Adolphine,

Dezer dagen brachten de dagbladen mij het treurbericht aan.⁽¹⁾ Ofschoon verwacht trof het mij smartlijk en diep.

Ik voel mij gedrongen u eenige woorden te schrijven, aan u die zooveel geluk hebt bezeten en zooveel verloren hebt. Van troost zal ik niet spreken, die bestaat niet - ten minste nu nog niet. Maar later als de wrangheid van den slag voorbij zal wezen, veel later wanneer - wanneer er door den tijd verzachting is aangebracht, zal het uw smart eenigszins linderen te denken, met welke liefde en toewijding gij hem, die heen is gegaan, hebt omringd en die u niets dan liefderijke herinneringen nalaat, herinneringen van algeheele verkleefdheid aan elkander. Mij bedroeft het verlies van een trouwen vriend en ook het noodlottig-menschelijke van het geval: Jan van Rijswijck had niets anders noodig voor zijn geluk, dat zijner huisgenooten en het welvaren zijner vaderstad dan de gezondheid en deze werd hem gruwzaam geweigerd!.. Hoe vaak gebeurt het niet, maar tevens hoe zelden dat er met een sterveling zooveel ten grave moet!

(1) Jan van Rijswijck overleed op zondag 23 september 1906; hij was 53 jaar oud.

[p. 226]

Lieve Adolphine, mijn woorden zijn hier machteloos, dat weet ik wel, maar ze zijn de uitdrukking voor u en uw dierbare kinderen van een oprecht vriendschapsgevoel.

Virginie Loveling.

Zoo even ontving ik den rouwbrief voor welks zending ik u mijn weemoedigen dank uitspreek.