Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 22
(2006)– [tijdschrift] Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap– Auteursrechtelijk beschermd31[Brief van Virginie Loveling aan Doca van Rijswijck. AMVC L863] Gent 7 april 1900.
Zeer lieve Doca,
Wat is het lang geleden dat ik van u allen niets meer hoorde! De schuld ligt zeker aan mij, want op uw zoo lieven brief heb ik nog niet geantwoord. Verschoon mij; denk sedert mijn terugkomst uit Antwerpen ben ik voortdurend min of meer ongesteld geweest. Thans heb ik weder eene erge verkoudheid en ben gisteren - na tien | |
[pagina 222]
| |
dagen thuis zitten - eens uitgegaan, met herval. Met het goed weder, dat vandaag schijnt in te treden, zal het voorgoed beteren. Van miss CoeGa naar eind(1) kreeg ik eergisteren een teleurstellenden brief. Zij kan niet naar Antwerpen en Gent komen, zooals vastgesteld was. Ik vertrouw dat dit u niet verhinderen zal mij te bezoeken gedurende deze Paaschvacantie. Natuurlijk ware het prettiger voor u met haar, maar ik zal toch het mogelijke doen om uw verblijf zoo aantrekkelijk als het kan te maken. Gij hebt hier zulke herinneringen van aanminnigheid nagelaten, dat u wederzien voor allen eene vreugd zal wezen. Schrijf mij dus, lieve, duidelijk bescheid. Mijne zuster Madame BuysseGa naar eind(2) ligt nog immer te bed sedert Kerstdag, toen ze gevallen is, zonder merkbare beterschap. Het is wel treurig en zij begint den moed te verliezen. Ik schaam mij nog, als ik denk, hoeveel last ik u veroorzaakt heb door mijn onpasselijk zijn. En toch heb ik de zoetste herinneringen aan mijn verblijf te uwent bewaard. Zelfs het ziek liggen komt mij bekoorlijk voor met het onderhoudend gerol en geratel beneden op straat, door de verhevenheid der kamer en de breedte van 't voetpad verdoofd. Nog decoraties bijgekomen? Miss Coe spreekt van Gent als ‘your quaint little town’, de pendant van mijn Berlinschen vriend; ‘Antwerpen, ja, ich erinnere mich ganz gut das kleine Dörfchen’. Ik neem dat kwalijk voor beide steden, die ik zoo groot vind en die mij zoo dierbaar zijn. Ik moet uitscheiden, lieve, mijn hoofd doet te zeer, ik moet mij gaan neerleggen. Uw komst zal mij opknappen. Beste groete aan uw lieve ouders aan wie ik even als aan u zoovele schoone levensdagen te verdanken heb. Tot weldra. Hartelijk gekust van uw liefhebbende
Virginie Loveling. |