Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 20
(2004)– [tijdschrift] Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 135]
| |
cate positie die anderhalf jaar later nog problematischer wordt door de beslissing van gouverneur-generaal von BissingGa naar voetnoot(12) om van de vernederlandsing van de Gentse universiteit een prioriteit te maken van de Flamenpolitik - een politiek die erop gericht is de Vlamingen gunstig te stemmen ten opzichte van de bezetter en hun verbittering over de Franstalige dominantie in België te exploiteren om het voortbestaan van het land na de oorlog onmogelijk te maken. Hoewel een Vlaamse universiteit een oude eis van de Vlaamse Beweging is, kan het Duitse besluit om het franskiljonse bastion in Gent te ontmantelen niet anders dan verdeeldheid zaaien. Een minderheid van radicale flaminganten zal gewillig meewerken met de Duitsers om te verkrijgen wat de Belgische regeringen nooit hebben willen toestaan, maar de meerderheid weigert het vergiftigde geschenk van de vijand te aanvaarden.Ga naar voetnoot(13) Via de Belgische onderwijsadministratie krijgen de Gentse professoren begin 1916 door de Duitsers de listig geformuleerde vraag voorgelegd of ze bekwaam zijn de vakken waarvoor ze zijn benoemd voortaan in het Nederlands te doceren. Logeman behoort tot de kleine minderheid van ja-zeggers, maar nadat zijn collegae Paul Fredericq en Henri Pirenne, die als de organisatoren van het verzet worden beschouwd, in maart zijn gedeporteerd, weigert ook hij alle medewerking aan de door de Duitsers opgezette operatie.Ga naar voetnoot(14) Natuurlijk beseft hij welk risico hij door die weigering loopt. Voordat de brief van 22 mei waarin von Bissing hem vraagt zijn mening te herzien in Gent arriveert, slaagt Logeman erin het paspoort in handen te krijgen dat hij nodig heeft om België tijdelijk te kunnen verlaten. - De officiële reden van zijn vertrek is dat hij zich gedurende een paar maanden in zijn vaderland aan wetenschappelijke studie wil wijden. In werkelijkheid is hij niet van plan voor het einde van de oorlog naar Gent terug te keren. Von Bissings brief is interessant vanwege de uitzonderingspositie van Logeman als Nederlands docent in Gent en vanwege de cynische | |
[pagina 136]
| |
kronkels in de argumentatie van de gouverneur-generaal: verwijzingen naar de bevoegdheden waarover hij ‘naar internationaal recht’ meent te beschikken en, vooral, naar zijn nobele missie als verdediger van het zelfbeschikkingsrecht van de Vlamingen. De redenen die Logeman vermeldt om zijn beleefde maar besliste weigering te motiveren zijn korter en in minder diplomatieke taal terug te vinden in het antwoord dat Cyriel Buysse een half jaar later geeft op een vraag naar zijn mening over de kwestie.Ga naar voetnoot(15) In 1903 al noemde Buysse het in Groot-NederlandGa naar voetnoot(16) ‘een onvermijdelijke rechtvaardigheid’ dat er Vlaamse hogescholen zouden komen, maar zijn brief van 19 oktober 1916 - een week voordat de ‘von Bissing-universiteit’ wordt geopend - eindigt met de vraag of er in Duitsland één hoogleraar te vinden zou zijn die in eigen land en in vergelijkbare omstandigheden de medewerking zou willen verlenen die von Bissing in Gent verlangt. De brief van von Bissing aan Hendrik Logeman en de antwoord-brief werden nooit eerder gepubliceerd hoewel het de uitdrukkelijke wens van Logeman was dat dit zou gebeuren. Afschriften van beide brieven trof ik aan in het archief van Arthur Buysse, de broer van Cyriel.Ga naar voetnoot(17) De brief van Cyriel Buysse dook pas op na de uitgave van het Verzameld werk en wordt hier weergegeven naar het afschrift in het archief van de Vakgroep Nederlandse Literatuur van de Universiteit Gent. |
|