Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 20

6

Nevele 2 april 1871

Waarde Heer De Cort,

Ik wil niet uitstellen U eenige regelen in antwoord op Uwen brief te laten geworden. Ik krijg altijd gaarne een spoedig antwoord en denk dat gij ook zoo zijt.

Het zou ons een waar genoegen zijn U voor uwe Toekomst van eenig nut te wezen. Wij zullen eens beproeven het een of ander betrekkelijk opvoeding of onderwijs te schrijven, of wij gelukken zullen weet ik niet, daarover zult Gij oordeelen, in alle geval zal het ons aan geenen goeden wil ontbreken.

[p. 76]

Ik geloof niet dat wij er toe geschikt zijn goede recensiën over nieuw verschenen werken te leveren. Mij dunkt dat het ons aan de nodige kalmte ontbreekt om een oprecht onpartijdig oordeel over eenig boek te vellen. Zoo als de meeste vrouwen zijn wij te uitsluitend in onze zienswijze en geneigd onbepaald af te keuren of goed te vinden

Gij zoudt ons zeer verplichten indien gij ons dat nummer van den Olijftak waarin over ons gesproken wordt⁽¹⁾ eens wildet opsturen; zoodra wij het gelezen hebben zouden wij het U met dankbaarheid terug zenden.

Ontvang, waarde Heer De Cort, onze beste groetenissen.

Virginie Loveling.

(1) De bijdrage in De Olijftak kon vooralsnog niet worden teruggevonden.