Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 20

5

Nevele 19 november 1870.

Waarde Heer De Cort,

Wij danken u hartelijk voor het fraaie boekdeel over de ‘Nederlandsche Letterkunde’⁽¹⁾ dat gij ons van wege den Heer Leopold gezonden hebt. Het heeft mij innig genoegen gedaan te vernemen dat die man nog tot de levenden behoort. Hij schreef ons, eenige maanden geleden, dat aangezien hij voornemens was binnen kort een reisje naar België te doen, hij ons nog voor het einde van den zomer zou komen bezoeken. Ik antwoordde hem dat het ons veel genoegen zou gedaan hebben zijne kennis te maken en gaf hem inlichtingen hoe hij het gemakkelijkst in Nevele kon komen. Daar hij ons sedertdien geen enkel teeken van leven meer gegeven heeft, hebben wij er uit besloten dat hij niet meer in 't leven was.

Ik mag niet vergeten u te danken voor de nota, die gij over onze gedichtjes geschreven hebt. Ik hoef u niet te zeggen dat wij benieuwd

(1) Het ‘fraaie boekdeel’ is waarschijnlijk D. de Groot, L. Leopold en R.R. Rijkens, Nederlandsche letterkunde. De voornaamste schrijvers der vier laatste eeuwen, Groningen, Wolters, 1867.

[p. 75]

zijn die te lezen en dat wij grooten prijs aan uw oordeel hechten. Uwe aanmerkingen zullen wij ons voor het toekomende trachten ten nutte te maken.

Men heeft ons gezegd dat er binnen het jaar zekere formaliteiten natekomen zijn indien iemand wenscht het eigendomsrecht zijner werken te behouden. Ik weet niet of Mr. ter Horst voor ons bundeltje daaraan gedacht heeft.⁽²⁾ Zou het noodig zijn hem daarover te schrijven of ware zulks overbodig? Zoo ik niet vreesde u te veel last aan te doen, zou ik u verzoeken ons in het eerste geval een paar woorden te willen schrijven.

Mijne zuster en ik zenden u hiermede elk een versje voor uwe ‘Toekomst’⁽³⁾ en onze hartelijke groeten.

Aanvaard, waarde Heer De Cort, de verzekering onzer bijzondere hoogachting.

Rosalie Loveling.

(2) E.B. ter Horst was de feitelijke eigenaar van uitgeverij Wolters te Groningen. Zie hiervóór, brief 1.

(3) In de jaargang XV (1871) van De toekomst werden deze ‘versjes’ inderdaad opgenomen: ‘De eigendom’ van Rosalie (p. 29-30) en ‘Geboortegrond’ van Virginie (p. 30).