Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 20
(2004)– [tijdschrift] Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 71]
| |
2[ca. 20 oktober 1869]
Waarde Juffrouw,
Het is mij nog al moeilijk, U eenen raad te geven wat den prijs betreft, dien gij voor het uit te gevene boek zoudt kunnen bepalen: ik weet niets van zijn omvang. In allen gevalle dunkt mij, dat gij wel een paar gulden per bladzijde zoudt mogen bedingen. Over het formaat deel ik niet uwe meening. Mij spijt het zeer, dat Wolters verkozen heeft, mij in een octavo-gewaad te steken. Het miniatuurformaat der uitgaven van Cotta, Brockhaus e.a., waarvan gij er waarschijnlijk eenige bezit, komt mij voor gedichten het geschiktste voor. Wat dit echter betreft, zal Wolters u wel de beslissing overlaten. Ik mag U verzekeren, dat hij een uitgever van eerste klas is en dat uw werk, door hem uitgegeven, er recht puik zal uitzien. En waarom zoudt gij er niet in toestemmen, er uwe portretten te laten bij zetten? Maar het zou eene staalgravuur moeten zijn, of eene lithografie van Van Loo. Zend uw handschrift, hetzij rechtstreeks aan Leopold, hetzij door mijne tusschenkomst, op: Wolters kan natuurlijk niets beslissen zonder het gezien te hebben. Aan Leopold, dien ik reeds vóór lang (zie | |
[pagina 72]
| |
maar de opdracht van uit Zd. Nld.)Ga naar eind(1) wat u en uwe zuster betreft, den kop warm heb gemaakt, hebt gij in Groningen eenen goeden vriend, die zorgen zal, dat alles goed ga. Ik ben zeker, dat gij in Holland een groot succès zult hebben: onder de dichteressen is er daar geene (ik ben niet gewoon, anders te spreken dan ik denk), die waardig zij het stof van uwe voeten te vagen, en zijn er dichters met heel veel talent, zoo is er onder hen toch geen, die in uw vak werkt. Wat mij betreft, ik zal het mij steeds tot eene eer rekenen, tot uwen ‘opgang’ in Holland iets te hebben kunnen bijdragen. Intusschen houd ik mij in uwe op hoogen prijs gestelde vriendschap aanbevolen en terwijl ik u verzoek mijne hartelijkste groetenissen uwer lieve zuster over te brengen, noem ik me, Waarde Juffrouw, uwen oprecht verkleefden
[get.] Frans de Cort
P.S. Mocht eene uwer iets en portefeuille hebben, dat U voor mijne Toekomst geschikt voorkomt, laat het mij, als 't u belieft, weten. Reeds nu ben ik bezig aan de verzameling der stoffen voor de 1. aflev. van 1870 - eene specimen-aflevering, die over het succès des ganschen jaargangs moet beslissen.
FdC |
|