Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 20

[p. 44]

23
[Brief van Virginie Loveling aan Nelly en Cyriel Buysse]

Gent 20 sept. '17.

Lieve Nelly, lieve Cyriel,

Ik kan u niet uitdrukken, hoe gelukkig het is voor mij u nog eens - en wel vrijelijk - te kunnen schrijven. Vooreerst veel dank voor uw milde, rijke gaven. Hoe onerkentelijk en zelfs onbeleefd moet ik u voorkomen nooit in de gelegenheid te zijn geweest u te danken. Uw brief, lieve Nelly, ontroerde mij diep en het portret uwer moeder! Het hangt waar ik het altijd zie. Ze was zoo volmaakt, mevrouw Dyserinck.⁽¹⁾ Een persoonlijkheid als de hare bezit de macht om ons te verzoenen met het vele slecht in de menschheid. Lieve Cyriel, ik herinner mij niet met u gesproken of gecorrespondeerd te hebben over de vertaling van ‘Levensleer’.⁽²⁾ Ik hoop, dat alles toch eindelijk - na den vrede - terecht zal komen. Met mijn gezondheid staat het niet heel goed. Sedert maanden komt Dr. Simon een of tweemaal in de week.⁽³⁾ Daar er geen beterschap intreedt, laat hij mij nu door een specialist behandelen. Ik ben zenuwziek en lijd aan netelkoorts, maar lig niet te bed en dat is reeds veel. Met Alice die zoo florissant is als ‘rose in June’ en Edmond, ook plantureus, gaat het zeer wel.⁽⁴⁾ Julie schijnt te gaan stilletjes aan naar: une fin prochaine. Dina ligt nog altijd te bed.⁽⁵⁾ Met Netje⁽⁶⁾ gaat het goed, maar haar grootmoeder is dood, ook de vrouw van Léon Fredericq,⁽⁷⁾ deze is plots gestorven. U zijt zoo gastvrij geweest mij door den heer Consul te doen vragen om tijdelijk bij u te gaan. Hoe gaarne ik het deed, toch kan het niet om vele redenen. U terugzien is mijn warmste wensch. Dank ook voor de portretten van René, mijn lieveling;⁽⁸⁾ Onkel August⁽⁹⁾ en ik hebben elk een groot. Alice koos het kleinere, het rechtstaande. Ik vind het een beetje melancholisch, op de andere ziet hij er vroolijk uit.

Veel liefs van Augusta, Madeleine, Arthur en Paul.⁽¹⁰⁾ En de meisjes?⁽¹¹⁾ Aan welke van haar het meest? Ik kan niet kiezen; met

(1) Agnes Petronella Wijnands (1836-1917), weduwe van Abraham Lodewijk Dyserinck en moeder van Nelly, is pas overleden.

(2) Levensleer, de roman die gezamenlijk door Virginie Loveling en Cyriel Buysse werd geschreven, verscheen in 1907 onder het pseudoniem Louis Bonheiden in Groot Nederland en werd in boekvorm uitgegeven bij Ad. Herckenrath in 1912. De roman is gesitueerd in Gent en biedt een schat aan Belgisch-Fransche woorden en uitdrukkingen die in de loop der jaren door Virginie Loveling werden verzameld. De Franse vertaling waarvan hier sprake is nooit verschenen.

(3) Dokter Simon: gynecoloog Simon Fredericq, jongste zoon van César en jongere broer van Paul. Vgl hiervóór, brief 12 aant 5.

(4) Alice Buysse, zus van Cyriel, hield haar tante Virginie vaak gezelschap. In de oorlogsjaren ontplooide zij tal van activiteiten bij de hulpverlening. Over de schrijnende tekorten en de bevoorradingsproblemen tijdens deze oorlogsjaren schreef Virginie Loveling een aangrijpend getuigenis in haar oorlogsdagboek, dat werd gepubliceerd door Ludo Stynen en Sylvia van Peteghem onder de titel In oorlogsnood. Virginie Lovelings dagboek 1914-1918 (Gent 1999). Edmond de Keyser is de echtgenoot van Alice.

(5) Julie kon niet worden geïdentificeerd. Dina is wellicht de ‘whistvriendin’ Dina Bracke die ook (als ziek) wordt vermeld in een brief van Paul Fredericq d.d. 26 december 1916; zie MCBG X (1994), p. 153-154.

(6) Netje: vermoedelijk Jeanette Eechautte (1883-1955), de huishoudster van Cyriel Buysse in Afsnee en Deurle.

(7) Léon Fredericq (1851-1935) is één van de zonen van César Fredericq en een broer van Paul en Simon. Zijn vrouw, Bertha Spring, was de dochter van een voormalige rector van de Universiteit van Luik.

(8) René Buysse, de zoon van Cyriel, is vanaf 1916 oorlogsvrijwilliger. Zie hiervóór, de brieven en kaarten van Cyriel Buysse aan zijn vrouw Nelly uit 1916.

(9) Onkel August: Augustin Buysse (1832-1920), grootindustrieel in Gent, jongere broer van Cyriel Buysses vader Louis en peetvader van Cyriel. Zie de brieven van Cyriel aan zijn oom August over zijn vorderingen als zakenman in Amerika (gepubliceerd in MCBG II, 1986).

(10) Augusta Beaucarne is de vrouw van Cyriels broer Arthur; Madeleine (Buysse) is hun dochter en Paul (Verschoore) is haar echtgenoot.

(11) De meisjes zijn de drie dochters van Nelly uit haar eerste huwelijk; zie hiervoor, brief 3 aant 9, 11 en 12.

[p. 45]

alle drie heb ik gelukkige, lustige uren beleefd en duurzame vriendschap aangeknoopt.

Nogmaals dank.

Virginie Loveling.

Heden heb ik geen brood in huis, moet wachten daarop tot morgen om 8 uur. Bedenkt den toestand en schat de grootte uwer genoten weldaden! Uw brief onlangs van 19 juli den 17 sept. ontvangen.