der te zien leven, dan zij het in den drang hunner verbeelding geschapen hadden. Dit zeldzaam voorrecht heb ik bij de eerste opvoering van Het gezin Van Paemel en ook bij deze van Driekoningenavond mogen genieten.
O! hoe wonder reëel leefde dat alles, reeds van als het scherm opging, dank zij de spelers. Mijn oude vriend Maeterlinck die naast mij zat, verklaarde mij Het kan niet beter; in het Théatre Antoine, te Parijs, zoudt ge geen volmaakter spel bijwonen!
Zo was het De Mey, als Marco de stroper, Benoot, als vader Van Paemel, het was de volmaaktheid zelve!’
Sp.: Wel, mijnheer Benoot, zoudt u ons kunnen zeggen hoe de Multatulikring er toe gekomen was het werk van C. Buysse op te voeren?
Benoot: Zeker. Vader Anseele had het werk ter inzage gekregen van de heer Reichler, een vriend van Cyriel Buysse. Hij vatte de lezing aan, 's avonds laat, en 's anderendaags reeds maakt hij het werk over aan onze regisseur Frans de Mey, met de bemerking dat Het gezin Van Paemel een stuk voor de Multatulikring was. Onze regisseur las het, de leden lazen het en het algemeen oordeel was dat wij het drama van Buysse moesten opvoeren.
Sp.: Heeft Cyriel Buysse, die op de creatie natuurlijk aanwezig was, zich ook geïnteresseerd aan de repetities?
Benoot: Zeker, hij woonde verscheidene herhalingen bij, doch zonder zich ooit in ons werk te mengen of opmerkingen te laten horen.
Sp.: Mijnheer de Gos, van die creatie bezit uw kring zeker nog wel documenten?
De Gos: Helaas niet. Onze documentatie en onze bibliotheek zijn tijdens de bezetting gestolen en vernield geworden. Er zijn natuurlijk nog de persverslagen van die tijd - De eerste vertoning van Het gezin Van Paemel had plaats in het feest-lokaal Vooruit, dat toen gevestigd was in de Bagattenstraat. De toegangsprijs bedroeg 20 centimes. Van de toenmalige vertolkers zijn, buiten de vriend Benoot, nog in leven Arthur de Mey, broeder van de regisseur, en Henrietje Van Daele, de bekende Gentse toneelschrijver.