Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 13
(1997)– [tijdschrift] Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 261]
| |
-46-(69)
Antwerpen 8 Nov. 1888
Aan Mejuffer Virginie Loveling
Zeer Waarde Jufvrouw
Ik dank U hartelijk voor de toezending van ‘Sophie’; mijne dochter en mijne vrouwGa naar eind(1) hebben het reeds gelezen, zij vinden het zeer mooi - eens vond ik mijn vrouw in tranen bij de lezing van het eerste deel om dat dit haar zoo geheel hare eigene moeder he[r]rinnerde - Ik zelf heb ternauwernood tijd gevonden om een begin met de lezing te maken; ik zal dus voor het oogenblik hierover niets schrijven. Gij zult het mij ook niet ten kwade duiden indien ik u niet vroeger schreef: het weghalen der voorwerpen uit de tentoonstellingGa naar eind(2) beneemt mij al mijn tijd, zoo ik tusschendoor naar eenige oogenblikken zoek om de pen te houden dan is het, omdat ik wel gaarne uw besluit zoude kennen over uwe deelneming aan het banketGa naar eind(3), waarvan ik u gesproken heb, en waarop gij mijns inziens volkomen toestemmend kunt antwoorden; de bijzonderste onzer BBBn∴ zijn gelukkig te vernemen dat er eene kans bestaat U in ons midden te zien, Br∴ RooseelsGa naar eind(4) zal zich vereerd gevoelen over uwe aanwezigheid op zijn feest. Gij zult eenvoudig deel maken van de Dames die mij aldaar vergezellen, de voornaamste kennissen weten op welke wijze zij u daar zullen aantreffen; geen enkele bedenking zal van aard kunnen zijn om het genot van een vrolijke avond te storen. Ik voeg dus mijne bede bij die mijner echtgenote om u te verzoeken te dier gelegenheid ten onzent te gast te zijn. Indien de dag op zat[e]rdag 28 dezer bepaald blijft (zoo niet zal ik er u bijtijds kennis van geven) zullen wij u alsdan in het vroeg van den namiddag verwachten, opdat gij wat uit zoudt kunnen rusten alvorens naar het feestmaal te gaan, de nacht zoudt gij te onzent doorbrengen en 's zondags daarop zouden wij u ontslaan in het station bij het vertrek van den laatsten trein. Mejuffer onze kleine Mina trippelt al bij de gedachte aan de genoegens daarvan. Ik hoop dat een gunstig antwoord van uwentwege haar en ons spoedig zal komen bevredigen. | |
[pagina 262]
| |
Intusschen bied ik u de hartelijkste groeten van
E. Vander Linden 118 Kronenburg st. |
|