Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 10
(1994)– [tijdschrift] Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 49]
| |
76UBG hs III/77
Nevele 3 Mei 1880.
Lieve Paul,
Dank voor uwe inlichtingen. Ik geloof, dat het zeer goed zal kunnen zijn de vertaling te teekenen. Bij eene tweede lezing schijnt ze mij nog veel beter, sauf eenige frasen, welke onloochenbaar van Krommen Pier zijn en woorden die de terme propre niet kunnen heeten, maar die ik goed zelve veranderen kan. Ik ben bezig ze aandachtig naar te zien om de attentie van den schrijver op hetgeen verkeerd is, in te roepen. De algemeene toon schijnt mij waarlijk zeer voldoende. Wat mis is, komt omdat Mr H.Ga naar eind(1) ze niet heeft kunnen nazien, aleer ze te zenden, dat bekent hij. Hoste heeft aan Minnaert geschreven: lang, beleefd, bepaald afwijzend, streng beoordeelend. Deze heeft geantwoord op eenen zeer milden toon, zonder eenigen zweem van gekwetste eigenliefde, dat ik volkomen vrij ben aangaande het al of niet aannemen der vertaling. Natuurlijk moet het hem in den grond mishagen, doch hij handelt zeer gentlemanlike en - wat mij de comble der grootmoedigheid schijnt - neemt de gelegenheid te baat om eene zeer vleiende meening over het boek zelf uit te drukken. Onze hulponderwijzer is hier gestorvenGa naar eind(2). Er heeft eene exécution en règle op zijn sterfbed plaats gehad, revoltant om hooren van de zusters, welke buitengewoon vrijzinnig en intelligent zijn. Op het graf is eene lijkrede uitgesproken, waarin de hatelijke handelwijze der geestelijkheid, wel met niet veel talent - doch met overtuiging werd geschandvlekt. Ik geloof dat bijna al de onderwijzers van | |
[pagina 50]
| |
het kanton - een heel leger van gepersécuteerden - aan de offerande waren. Ik heb mijn huis verhuurd aan den heer Rom, deurwaarder, tegen 1 Nov. aanstaande, dus volkomen naar wensch. In 't kort ga ik met Onkel LouisGa naar eind(3) naar Gent om bouwgrond te koopen: ik schik mij aan de citadel een huis te bouwen: al de huurhuizen, die ik gezien heb, zijn zeer leelijk; ik zie dat men een honderd frank acht of negen moet geven om iets te hebben, dat convenabel is. Het zal mij dus veel voordeeliger komen te bouwen en aangenamer zijn. Wij hebben ons procés verloren. De juge heeft zich geingenieerd om alles tegen ons te draaien, wat hij maar kon en Schelpe te bevoordeeligen, die thans triomfant in de geburenhuizen zegt, dat een kristen mensch zooveel van de onrechtveerdigaards en de goddeloozen uit te staan heeftGa naar eind(4). Ik heb niets van de CalliersGa naar eind(5) vernomen, doch[t] het heeft geene haast, denk ik. Indien Léon iets voor mij te doen vind is het ook goed, doch ik kan zeer goed wachten.
Virginie. |
|