Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 10
(1994)– [tijdschrift] Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 46]
| |
74UBG hs III/77
Nevele 4 April 1880.
Lieve Paul,
Zooeven ontving ik de levensschets van Tony. Hartelijk dank. Ik was juist bezig ze in den Studenten-Almanak - mij gisteren door Mme Bergmann gezonden - te lezenGa naar eind(1). Ik zal zeggen, dat ze mij bijzonder aanstaat, omdat ze zoo levendig geschreven is en de bijzonderheden, die het karakteristieke van B. doen uitschijnen, voortreffelijk uitgekozen zijn. Hieringesloten zend ik u eenige uittreksels uit de vertaling van den Hr. Minnaert opdat gij er over oordeelen zoudtGa naar eind(2). Zij zijn zonder keuze hier en daar genomen om u een gedacht van het geheel te geven; tot hiertoe heb ik er nog maar een derde van gelezen, doch na het tweede blad was mijn oordeel er reeds volkomen over gevormd. Ik zeg u niets er over, omdat ik u liefst niet zou influenceeren, enkel zal ik u verzoeken zoo goed te willen zijn eens - al ware het maar voor eenige phrasen - den text met de vertaling in al zijne nuances en bijzonderheden te willen vergelijken. Ook zou Léon mij zeer verplichten, indien hij er iets van lezen wilde. Om u de verveling der opzoekingen te sparen, heb ik text en vertaling nevens een | |
[pagina 47]
| |
gezet. Ik twijfel niet, of uwe beider meerling zal met de mijne over-eenkomen, het is enkel te weten, of ze zoozeer getrancheerd zal zijn. Een veertiental dagen geleden, kreeg ik door Mr. Hoste eenen brief uit het Walenland (Aywaille, bij Luik.) van eenen Heer HeuvelmansGa naar eind(3), welke schreef, dat hij de VI. Gewesten in het Fransch had vertaald en vroeg om de voorwaarden der uitgave te bespreken; dat zijne politieke vrienden hem aanrieden het boek in het Walenland te verspreiden. Ik antwoordde aan Hoste, dat een zeer kundige vertaler - naar ik redenen had te vermoeden - bezig was met de vertaling en dus het werk van den Heer Heuvelmans niet in betracht kon komen. Hoste zegde bereid te zijn een zeker honorarium te betalen. Gij zoudt mij veel genoegen doen, indien gij met uw antwoord de uittreksels wildet terugzenden: ik zou ze gaarn eens aan Albert toonen, welke zich zoo bereidwillig in deze zaak heeft getoond en er reeds veel last van heeft gehad. Ik verlang bovenmate naar uw schrijven. Dan zal ik u ook mijn gedacht zeggen en wat ik door een meesterstuk versta. Verschoon mij voor het werk, dat ik u opleg, gij zult mij waarlijk eenen dienst bewijzen.
Virginie. |
|