Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 9
(1993)– [tijdschrift] Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap– Auteursrechtelijk beschermd27UBG hs. III/77
Nevele 11 Mei 1875.
Lieve Paul,
Gisteren avond laat ben ik van Gent teruggekomen; onder eene ontelbare massa brieven, die ik later lezen zal, heb ik den uwen ontdekt en geopend. Het doet mij goed te zien, dat gij in den rouw van ons allen deelt. Hoe gaarn had ik u gezien! Ook van zoodra dag en uur der begraving bepaald waren, was mijn inzicht u een télégram te zenden. Léon vond mijne gedachte goed en Buysse werd ermede gelast toen onkel KarelGa naar eind(1) bijkwam, die het afried zeggend, dat het u onmogelijk was en diergelijke meer; ik dierf er niet te sterk op aandringen in de vrees uw exaam er schadelijk door te zijn; maar eeuwig zal het mij spijten hierin de ingeving van mijn hart niet te hebben mogen volgen. Ik, die de intiemste gedachten van Rosalie | |
[pagina 116]
| |
[pagina 117]
| |
[pagina 118]
| |
kende, wist hoe zij u genegen was en het had mij goed gedaan hare begravenis door u te weten bijwonen. Uwe deelneming ontroert mij zeer, het is hier zoo treurig sints zij ons heeft verlaten. Nica zal u geschreven hebben hoe schrikkelijk zij heeft geleden, zij wist het goed, dat zij stierf: het is de agonie, die begint, zei zij 's morgends, en dan later: ik zie u niet meer! Zij hield mijne hand vast, de vensters stonden wijd open, ik zat alleen aan haar bed met de meid, het was een warme meinacht, wij hoorden de nachtegaal en de kikvorschen in de verte: nu wil ik niet meer roeren, zei zij, en daar het woord agonie altijd terugkwam op hare lippen, vroeg de meid wat dat zeggen wilde ‘sterven, Mietje’ zei zij. Hare pijnen waren onuitstaanbaar, gij zelve weet wat zij u over haren aanstaanden dood zei. In eens hield zij op van spreken haar hart stond stil en zij ademde niet meer, een halve minuut te voor had zij gezegd ‘geen vreemde menschen bij mij. was het eene allusie aan eene belofte die ik haar had gedaan geene vreemde handen aan haar te laten komen? Ik heb haar zelve afgelegd met behulp van de meid, ik ben gelukkig moed en gezondheid genoeg gehad te hebben zulks te doen. Ook heb ik met Onkel Charles en Leon de doodkoets in een rijtuig gevolgd, en ware het niet onbetamelijk geweest tot aan het graf ware ik meedegegaan. De blijken van achting en genegenheid stroomen ons van alle kanten van Belgie en Holland toe. Het is verwonderlijk hoe gevoelig ik er aan ben. Op de lijst die Rosalie gemaakt heeft van de personen aan wien ik eenen rouwbrief zenden moest komt ook PotvinGa naar eind(2) voor, kunt gij mij zijn adres bezorgen? Ik houd er aan haren laatsten wil tot het uiterste te volbrengen. Kent gij het adres van Cornette?Ga naar eind(3) zijn brief is ons teruggekomen. Een paar uren na de begraving zijn wij naar St Amandsberg gegaan, het graf was nog open en wij hebben in ons bijzijn den kuil doen vullen. Ik ben zoo blij dat zij ligt waar zij ons allen nog als het ware toebehoort en waar wij haar kunnen gaan bezoeken. Lieve Paul, den twintigsten dezer is haar lijkdienst of beter gezegd de laatste vereeniging van familie en vrienden te harer gedachtenis. Al de nichten en neven komen, zult gij er ontbreken? Hetgeen ik u vraag moet natuurlijk met hetgeen menschelijk mogelijk is over- | |
[pagina 119]
| |
eenstemmen, ook zal ik aan uwe liefde niet twijfelen indien gij verhinderd zijt, maar uiterst gaarn zou ik er u zien. Ik bemerk met spijt eene groote vlek op mijnen brief, maar kan hem niet herschrijven. In Februari heeft Rosalie hare laatste novelle geschreven, ik kan er misschien niet goed van oordeelen omdat ik partijdig ben; maar zij schijnt mij zeer roerend. tot wederzien, hoe eerder hoe beter
Virginie.
Vele groetenissen van Gr Mama. |
|