Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 9
(1993)– [tijdschrift] Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 99]
| |
16UBG hs. III/77
Nevele 16 October 1874.
Lieve Paul,
Hartelijken dank voor de lijsters: zij zijn ons dezen morgen toegekomen, zijn aanstonds gepluimd geworden en zullen goed smaken, hoop ik. Tante Rosalie is, en somme, gebeterd, maar heeft nog erge poozen en slechte nachten, voor het oogenblik ligt zij weder te bed; maar als gij dezen brief ontvangt, is het wel mogelijk dat zij weder goed zal zijn. Mama stelt het nog immer goed, zij doet U hare complimenten, even als Tante. LéonGa naar eind(1) is hier gisteren geweest. Hij heeft ons zijn lauwertakje getoond. Deze week verlaat hij het hospitaal, omdat het schijnt dat zijne twee fonctiën, degene van élève interne en die van préparateur, niet te zamen kunnen gaan, ten minste als de professoren moeilijkheden maken. Léon schijnt er niet ontevreden over. De novellen zijn afgedruktGa naar eind(2) hoelang het nu nog zal duren aleer zij verschijnen weet ik niet. Nu moeten wij nog de proeven voor het kiezen van den omslag krijgen. Ik denk dat het goed zal zijn den Heer Heremans daarover te laten beslissen daar hij er beter kennis van heeft dan wij. Het boek maakt 301 bladzijden uit. Onnodig U te zeggen dat Gij er een exemplaar van voor geschenk zult krijgen, noodra wij de boeken ontvangen hebben, zenden wij het U op. | |
[pagina 100]
| |
Lia is voor het oogenblik in Gent. Léon zal haar uwe boodschap wegens het beantwoorden van haren brief doen. Vaarwel en nogmaals dank voor het toegezondene.
Uwe Tante
Madame BergmannGa naar eind(3) heeft ons eenen heel vriendschappelijken brief geschreven van zoodra zij weder te huis was. Ik heb haar geantwoord dat Gij iets op het album hebt geschreven en wij het haar met een boekje der novellen zullen opsturen. De tentoonstelling van schilderijen wordt deze week gesloten, ik heb ze niet terug gezien. Hoe jammer toch dat Gij den Heer GeetsGa naar eind(4) niet gezien hebt; maar ook waarom heeft hij U van zijne komst niet verwittigd? |
|