Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 9
(1993)– [tijdschrift] Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 92]
| |
12UBG hs. III/77
Nevele 25 juli 1874.
Lieve Paul,
Wij hebben door den heer Heremans vernomen dat er kans was voor u naar Antwerpen te komen; nu zegt men ons dat gij wel te Gent zoudt kunnen benoemd worden, hetgeen misschien nog voordeeliger voor u wareGa naar eind(1). Laat ons hopen dat de eene of andere dezer twee kansen zal meevallen. Men is volop aan het drukken onzer novellenGa naar eind(2), zoodra zij verschenen zijn, zult gij er een exemplaar van ontvangen. Het boekje zal op fraai papier gedrukt zijn en het formaat nagenoeg dat van de novellen van DehoonGa naar eind(3). Kent gij dien bundel? Het zal wel tot aan de 250 bladzijden komen, denkt Mr Heremans. Deze heer is vriendelijk genoeg zich met geheel den gang van het drukken te gelasten; wij kunnen hem niet genoeg dankbaar daarvoor zijn. Hij is hier eenen zondag namiddag met Madame geweest; wij hebben ons allen goed te samen vermaakt. Hij zal ook een voorwoord in ons boekje schrijven. Ik geloof dat gij al, of bijna al onze novellen kent. Wij hebben er elk vijf, de twee er bij gerekend die in het MuseumGa naar eind(4) verschenen zijn. Er is er eene bij die tante Virginie nu maar onlangs geschreven heeft, deze zal nieuw voor u zijn. Wat onze andere opsteltjes en artikeltjes betreft, waarvan gij er eenige in de ‘Toekomst’Ga naar eind(5) gezien hebt, ik geloof niet dat zij nevens de novellen op hunne plaats zouden zijn, doch het ware niet onmogelijk die ook eens in een bundeltje te verzamelen. Wij hebben er nog veel van die soort in porie-feuille, genoeg, denk ik, om een boek uit te maken. Nu dit is voor later. | |
[pagina 93]
| |
Tante SophieGa naar eind(6) heeft niet meegedaan in den prijskamp van 't Willemsfonds. Haar stukje was niet gereed. En gij, Paul, hoe stelt gij het met de litteratuur? Schrijft gij veel? Dunkt u niet dat proza schrijven toch veel plezieriger is dan verzen maken? Van Madame BergmannGa naar eind(7) hebben wij sinds lang geene rechtstreeksche maren meer. Mme Heremans heeft ons gezeid dat zij in 't kort met haar dochtertje naar Gent schikt te komen. Lia heeft uwe engelsche kaart ontvangen. Men had haar gezegd, dat de brief van onkel EdouardGa naar eind(8) te Arlon was. Hartelijke groete van haar. 'T is spijtigGa naar eind(9) dat gij de bedevaart niet hebt kunnen zien. 20.000 huivallige, gekretiniseerde pelgrims zijn hier naar het kapelleken voorbij getrokken onder het prevelen van gebeden of het zingen van kantiken. Gij weet dat ik eenigen tijd ziek in Gent geweest ben. Het gaat niet beter met mij, en Léon heeft mij aangeraden er toekomende week op nieuw eenige dagen te gaan doorbrengen, opdat Mr. Boddaert van mijnen toestand zou kunnen oordeelenGa naar eind(10). Ik heb zeer veel pijn en ongemakken en zie niet hoe ik ze kan kwijt geraken. Ik hoop dat ik er aan gewoon zal worden, en wat het gevaar betreft, daar bekreun ik mij weinig om: c'est l'affaire de la blanchisseuse. Mijne gemoedstemming is niet veranderd, ik amuseer mij gaarne, en lach gaarne, al voel ik dat ik in vele dingen kattevleeschGa naar eind(11) ben. Wij zijn vóór veertien dagen met de drie jugen per rijtuig naar den KranepoelGa naar eind(12) geweest. De andere zijn er rond gegaan, ik ben blijven zitten. Het was iets nieuws daar gansch alleen te zijn. Het water was helder en het weder goed. Ik dacht onwillekeurig aan Tony Bergmann en aan ons uitstapje van vóór twee jaarGa naar eind(13). Hoe weinig was het dan te voorzien dat de vrolijkste van heel de bende, de eerste zou geweest zijn om het af te leggen, gelijk de hollanders schrijven. Van AlbertGa naar eind(14) weet ik niet veel. Hij is mij eens met zijne vrouw komen bezoeken als ik in Gent was. Ik geloof dat hij nog al veel werk begint te krijgen. Grand'maman en tante Virginie doen u veel komplimenten. LiaGa naar eind(15) stelt het ook goed. Onkel Louis heeft zich twee hollandsche schapen gekocht; hij zal die waarschijnelijk binnen een paar dagen met tante Pauline en Lia naar Terneuzen gaan halen. | |
[pagina 94]
| |
De donder is dezer dagen in onzen hof gevallen en heeft eenen boom verbrijzeld. Grand'mama was voornemens u zelf te schrijven, maar zij is te moede. Vaarwel
Uwe tante
|
|