Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 9
(1993)– [tijdschrift] Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap– Auteursrechtelijk beschermd2UBG hs. 3426 A (9)
Luik den 9 Januari 1870.
Beminde grootmoeder en Tanten,
M. De LaveleyeGa naar eind(1) heeft mij gisteren een Engelsch Tijdschrift voor letterkunde (The Athenaeum)Ga naar eind(2) getoond, waar er over den bundel der Tanten gesproken wordt. Dat Tijdschrift, schijnt het, kondigt alle jaren, tegen nieuwjaar, een overzicht der Europeesche | |
[pagina 72]
| |
boeken af, die gedurende het afgeloopen jaar verschenen zijn. Ieder land en iedere letterkunde heeft zijn artikel. Onder den titel Belgium spreekt men er over de fransche en vlaamsche werken, die in Belgie in 1870 uitkwamen. Ziehier wat men van de Tante's gedichtenGa naar eind(3) zegt: ‘In contrast with this poet (Hiel)Ga naar eind(4), in whom the imagination is the predominant quality, stands [sic] the poets of pure sentiment, Rosalie and Virginie Loveling, the two poet sisters; they are the authors of an enchanting collection of poems, full of freshness, purity and grace. In their poetry we see once more that lovely smiling muse whose appartition becomes more rare every day. They have drunk inspiration from the Greeks, - from Anacreon and the poets of the Anthology. Each poem in this little volume is a gem that has been carved with loving care, and the artist did not cease from her labours until she had made her work as perfect as possible.’ Opvolgentlijk spreekt the Athenaeum van Conscience's Bavo en Lieveken, van Beers' Gevoel en Leven, Hiel's Liefde in het leven, de Tante's gedichten, de bundels van Dautzenberg en van MoysonGa naar eind(5). Dan wordt er een woord van de vlaamsche beweging gezegd; het Willems Fonds en Met Tijd en VlijtGa naar eind(6) worden als zeer werkzame vlaamschgezinde maatschappijen aangegeven. Dit artikel is zeer merkwaardig. Indien er in het Volksbelang of elders eene vertaling van verschijnt, zal ik er U een nummer van zenden. - Ik heb M. Delaveleye in uwen naam bedankt voor LeopardiGa naar eind(7). Hij heeft mij gezegd, dat hij zijne volledige werken misschien niet gansch in het korte zal krijgen, omdat de boekhandel met Italie zeer slecht ingericht is. Ik ben weder aan het studeeren, en omhels U teederlijk.
Paul |
|