ten zoals de Kerk het wou: onderdrukkend, dreigend. Om aan dit cliché te ontsnappen, hing ik het kruis aan de muur opvallend schuin. De pastoor (het geweten) komt de situatie rechttrekken (het kruis). Op het einde van de scène lijkt ‘het geweten’ alleen maar oog te hebben voor wat op de stoof staat te pruttelen. Op die manier zette ik de ernst van de preek op de helling en ontkrachtte ik de mythische angst voor de pastoor.
In een derde fase experimenteerde ik ruim met ‘vorm’. Regelmatig onderbrak ik de echtheid, en bracht ik het beeld terug tot een compositie van een propaganda-affiche uit Buysses jonge jaren. Hiermee tekende ik de referentie naar de sociale bewogenheid van de auteur. Immers, hij wijst dikwijls de rijken aan als schuldigen voor de situatie van vrouw Cloet. Met een knipoog naar Bertold Brecht (in wiens werk ik overeenkomsten ontdekte met Buysses oeuvre) doorprikte ik vaak de toneelrealiteit: bvb. door Julken bewust naar het publiek te laten staren, door koningen verkleed in clowns door de zaal te jagen, etc...
Toen ik na de produktie voor het aperitief bij Maddy Buysse werd uitgenodigd, toonde ze enkele herinneringen aan Cyriel. Bij het bekijken van de foto's, de tekeningen en de schetsen door zijn vrienden gemaakt, het prachtige beeld vanop de Molenberg, voelde ik de dynamiek van Cyriel Buysse.
Het werk van deze schrijver komt de jongste jaren steeds vaker aan bod op tv, in de bioscopen, in theater... Toch heb ik nog steeds de indruk dat slechts weinigen Buysse durven te interpreteren. Vaak volgen ze slaafs de vale, bruine denkbeelden die door goed-weet-wie werden vastgekleefd op het naturalisme. En de vrolijke speelsheid van ons prachtig ellendevolk wordt vergeten. Onder De Biezenstekker schuilt een enorme stuwkracht die bruisend naar een gat in de oppervlakte zoekt. Het is Cyriel Buysse die kunstzinnig uiting geeft aan zijn sociaal engagement, maar dit in een uiterst beheerste stijl: elegant, charmerend, soms katachtig sluw, ironiserend.
Maddy Buysse herinnerde zich de anekdote die haar man (Cyriels zoon) van zijn vader had gehoord. Toen Cyriel al werkzaam was in de fabriek, bleef zijn vader dikwijls dagen-, soms weken- of maandenlang zwijgzaam tegen zijn moeder. Er heerste dan een soort van