Het is niet zeker of zij nog met mekaar correspondeerden buiten de vermelde periode. Delen bewaarde veel ontvangen brieven, zodat het, ook omwille van zijn bewondering voor Buysse, weinig waarschijnlijk is dat hij brieven zou hebben vernietigd. Misschien bestonden nog sporadisch contacten na 1913. Ongetwijfeld bleef Delen het oeuvre van Buysse op de voet volgen, ook na 1918, want de anti-aktivistische Delen kon zich zonder twijfel verenigen met de pro-Belgische stellingname van Buysse.
Adriaan (‘Ary’) Jan Jozef Delen (Leuven 10 maart 1883 - Antwerpen 17 juni 1960), literator en kunsthistoricus, was te Antwerpen conservator van het Stedelijk Prentenkabinet (1936-1944) en hoofdconservator van het Museum voor Schone Kunsten (1944-1948). Publiceerde veel over Vlaamse grafiek. Zijn Iconographie van Antwerpen (1930) wordt nog steeds geraadpleegd. Op latere leeftijd verschenen twee naturalistische romans in de stijl van Elsschot, Het donkere huis (1952) en Niemand ontsnapt dan zijn noodlot (1953), gesitueerd in het Antwerps politiek en artistiek milieu. Delen studeerde met Willem Elsschot aan het Atheneum, waar hij onder invloed kwam van Pol de Mont. Vanaf dan engageerde hij zich sterk in het jonge literaire, wat anarchistisch getinte milieu van ‘De Kapel’ en de tijdschriften ‘Ontwaking’ en ‘Alvoorder’. Hij bleef aan het Atheneum in voeling met de kringen ‘Vlaamsche Bond’ en ‘Nieuwe Wegen’. Delen was een sociaal-democraat, die na de eerste wereldoorlog in de toenmalige B.W.P. uiterst links militeerde.
Hij bleef zijn hele leven bevriend met Elsschot, zodat hij vooral door de nauwe intellectuele bindingen tussen beiden af en toe op het voorplan trad om over zijn beroemde kameraad te getuigen. Zo in het interview dat G. 's-Gravesande van hem afnam in 1933. (Gepubliceerd in boekvorm in 1935 en herdrukt in 1979 in: Sprekende schrijvers. Gesprekken met Nederlandse en Vlaamse letterkundigen (p. 137-154) als Ary Delen over Willem Elsschot en zichzelf).
Delen was een non-conformistische, vrijzinnige, politiek linksradicale figuur, wiens scherp geprofileerde persoonlijkheid en zijn wat hoekig karakter bij zijn tijdgenoten algemeen bekend stonden. Zijn voorkeur voor een door ideologie en religie onbevoogde literatuur wekte de sympathie van Buysse op.