De mars-drager, of nieuwe tover-lantaren
(1754)–Anoniem Mars-drager, of nieuwe tover-lantaren, De– AuteursrechtvrijWaar in vertoond word de nieuwste en aangenaamste gezangen, die hedendaags gezongen worden
Voys: O Wreede stuurze Maagt.
OCh Maagden wie gy zijt,
Wild Ionkmans noyt betrouwen,
Want zy zijn vol valsheyd,
| |
[pagina 82]
| |
Waar door zy veel kwaad brouwen,
Als ik bevind aan mijn,
Een Ionkman wonder schoon,
Dog was heel vol fenijn
Die vlugt, is dit mijn loon.
Hy zwoer by God Iupijn,
Dat hy mijn zou beminnen,
En eeuwig trouw zou zijn,
Wijl ik lag in zijn zinnen,
Ik die onnozel was,
Geloofden al zijn praat,
Hy deed zijn wil heel ras,
Tot zijn lust waar verzaad.
O al te korten vreugd,
Die ik daar heb genoten,
Hy vlugt en is verheugt,
En doet mijn smert vergrooten,
Ik schreeuwden hem wel na,
Maar by ontaard van mijn,
Zoekt een ander Ega,
Wie zal mijn hulper zijn.
O Valze jonge Kwant,
Zijn dit de diere Eeden,
Die gy zwoer hand aan hand,
God Iupijn zal u heden,
Nog straffen eer gy 't weet,
Eylaas bedroefde Maagt,
Wie dagt ont ou dit leed,
Waarom mijn Ziel dus klaagt.
Kom dood kom wreede dood,
Wild mijn nu ras verslinden,
Rukt mijn in Carons-boot,
Hier is geen vreugt te vinden,
Ik ben geen Maagt of Vrouw,
Vermits ik draag een Kind,
Adieu Minnaar ontrouw,
Die ik zo heb bemind.
|
|