De mars-drager, of nieuwe tover-lantaren
(1754)–Anoniem Mars-drager, of nieuwe tover-lantaren, De– AuteursrechtvrijWaar in vertoond word de nieuwste en aangenaamste gezangen, die hedendaags gezongen worden
Voys: Mijn Lief is niet als ik gezind.
O Pronk en schoonste ongemeen,
O roem van d' Amsterdamze Maagden,
Wel waard van Minnaars aan gebeen,
Door u schoonheyd die elk behaagden,
Wiens Oogjes en wiens zoet gezigt
Bezwalkt het helder Zonne-ligt.
Schoon nu in deze guure tijd,
Geen puyk van roode Roozen groeyen,
Egter staanze ô waarde Meyd,
In haar volle fleur te bloeyen,
Op Koontjes daar het Lely-wit,
En meer bevalligheden zit.
| |
[pagina 83]
| |
Indien dat Venus u eens zag,
Zy zou gewis van schaamt bezwijken,
Ik weet zy riep niet anders ach!
Voor deze Maaget moet ik wijken,
Dat mijn Adoom in 't leven waar,
En hyze zag hy minden haar.
Minerva trat gy in 't verstand,
Gy bent heel wonder vlug en vaardig,
Ia wel zo vlug als Attelant,
Gy bent die naam van schoonheyd waardig,
In kuysheyd tart gy een Diaan,
Ach mogt ik eens u gunst ontfaan.
|
|