De mars-drager, of nieuwe tover-lantaren
(1754)–Anoniem Mars-drager, of nieuwe tover-lantaren, De– AuteursrechtvrijWaar in vertoond word de nieuwste en aangenaamste gezangen, die hedendaags gezongen worden
Stem: 't Is nu ruym vijf Jaar geleden.
PRonk en schoonste der Boerinnen,
'k Groet u met een Morgen-groet,
Wijl gy waardig
| |
[pagina 81]
| |
bent te minnen,
Door u schoonheyd die mijn doet,
Lijden een gestage pijn,
Gy kond mijnen hulpster zijn.
Leysje.
En loop jou regte jonge kinkel
Alias een groote zot,
Lange Quibus Scharre-minkel,
Waardig dat elk met u spot,
Speel nog wat met Knikkers maat,
Eerje van het Vryen praat.
Koen.
Leysje 'k ben al twintig Iaaren,
En dat is bekwame tijd,
Voor een Ionkman om te paaren,
En weest dog zo kwaad niet Meyd,
't Zal u dienen waar ik kan,
Als ik ben u Egte Man.
Leysje.
Hoor al kanje nog zo praten,
Nog heb ik geen zin in jou,
Daarom kan u praat niet baten
Want ik wil noyt zijn een Vrouw,
Van een kwant alwaar ik mee,
Niet zoude derven gaan na Stee.
Neen ik moet een kittig Kwantje,
Aardig en heel wonder rap,
Want ik hou veel van een trantje,
Eet maar zeven Iaar nog pap,
En zoek 'er dan een ô Koen,
Die braaf platen heeft of Poen.
Met zo gink zy heene stappen,
Maar Koen was niet wel te vreen,
Want hy gink aanstonds aan 't nappen,
Ende zoop hem vol zo 'k meen,
Ik wil na niet zijn in ly,
Sprak hy om die zotte Pry.
|
|