De mars-drager, of nieuwe tover-lantaren
(1754)–Anoniem Mars-drager, of nieuwe tover-lantaren, De– AuteursrechtvrijWaar in vertoond word de nieuwste en aangenaamste gezangen, die hedendaags gezongen worden
[pagina 65]
| |
Voys: O schoon Cato, &c.
HOe lang is 't geleen,
O schoone Iulia,
Dat ik u Vryden en steeds volgde na,
U teere Lipjes heb ik duyzendmaal gekust,
En op u Tipjes mijnen brand geblust.
't Was door de vlamme van u zoete Ziel,
Dat 'k u tegen kwam gy in mijn Arm viel,
't Was door u Woorden en lieve Tong,
Die mijn bekoorden en tot Minnen dwong.
Wat heb 'k niet al moeyten om u aan geleyd,
Om u mijn Ziele-troost om u schoonheyd,
Doen ik u Vryden in het Minne-vlam,
Zo dra ik scheyden, ik droefheyd vernam.
Ach Iulia ik verlaat noyt uwe Min,
Ik offer mijn traantjes aan uw schoon Godin,
Zo lang de dagen zijn van Iulia,
Is dat die naam mijn voor de zinnen ga.
Nu moet ik als een Tortel-duifje doet,
Alleenig treuren in mijn droef gemoed,
Gestadig zitten in mijn eenzaamheyd,
Tot dat de dood mijn Vonnis heeft bereyd.
|
|