De mars-drager, of nieuwe tover-lantaren
(1754)–Anoniem Mars-drager, of nieuwe tover-lantaren, De– AuteursrechtvrijWaar in vertoond word de nieuwste en aangenaamste gezangen, die hedendaags gezongen worden
Stem: 'k Ben in de tijd van Negen dagen.
ALs de goude Zon haar Stralen,
Liet op het Aardrijk neder dalen,
Dreef Kloris langs de groene Laan;
Alwaar zijn jonge Schaapjes sprongen,
Terwijl de Nagtegaaltjes zongen,
In 't ruyzen van de groene Blaan.
Hy speelden op zijn Herders-rietje,
Op de wijs een Morgen-lietje,
ô! Aangename Dage-raad;
Hoe leyd den Dauw met lieve Dropjes,
En blinkt op Blaadjes en op Knopjes,
Terwijl het Roosjen open gaat.
Hy zag van verre langs de Boomen,
Zijn lieve Herderinne komen,
Hy trad haar datelijk tegemoet;
Hy storten menig Minne-beden,
| |
[pagina 64]
| |
En sprak voort met beleefde reden,
ô! Schoone zijt van mijn gegroet.
Den Hemel moet u Vee behoeden,
Voor alle ramp en tegenspoeden,
Mijn alderliefste Silvia,
Ik kan mijn liefde niet verzwijgen:
Ach mogt ik, Kloris eens verkrygen, Dat aangename Woord van Ia.
Silvia.
Doorlugte Kloris wild niet vrezen,
Ik zal u Dienaresse wezen,
Ik heb u trouwheyd lang gezien;
Gy zult mijn voor u deel verwerven,
Tot dat wy een van beyde sterven,
Mits gy mijn uwe trouw komt bien.
Kloris.
ô! Schoone laat ik u omhelzen,
Hier in het schaduw van de Elzen,
Ik kus u roode Roze-mond;
Waar uyt die lieve reden vloeyen,
Volmaakte gy komt mijn besproeyen,
Met Balzem voor mijn Minne-wond.
Ik zal voor u een Kransje cieren,
Van Rozen, Tulpen en Anjelieren,
Groene Palme en Violet.
Silvia.
'k Zal ook ô roem der Herders-smegten,
Voor u een Zomer-kransje vlegten,
Dat uwer op het Hoofd gezet.
Besluyt.
Herders wild nu zamen springen;
En met elkander vrolijk zingen:
Ter eeren van dees Ionge twee,
Laat Herders Instrumenten hooren
De regte tijd is nu gebooren:
En wenst het paar geluk en vree.
|
|