De mars-drager, of nieuwe tover-lantaren

Waar in vertoond word de nieuwste en aangenaamste gezangen, die hedendaags gezongen worden

[p. 7]

De aangename Vryheyd.

Op een aangename Voys.

DE liever-tijd wil ik gaan prijzen,
Want zy die alles te boven gaat,
Daar toe wil ik haar eer bewijzen,
Boven den Houwelijken-staat:
Maar wanneer gy bent getrouwt,
Aan zo booze kwade Vrouwe,
De liever-tijd bent gy dan kwijd:
Adieu dan de liever-tijd
Adieu dan, de liever-tijd.

Wil ik een praatje gaan verhalen,

By een schoone Dogter hier of daar,
Het Minne-vuur begind te stralen,
Al op het Hert van een Minnaar,
Staat dees Dogter mijn niet aan,
Hey zo gaan ik weer mijn gange,
Ik wensch haar pleyzier zonder droefheyd;
Viva dan de liever-tijd;
Viva dan de liever-tijd.

Als ik ga een Pintje drinken,

Geen Vrouw in Huys die na mijn wagt,
Dan zit ik zonder agter-dinken,
Zomtijds de heele halve Nagt,
Hey kom ik dan weder t' huys,
Ik en zal niet moeten hooren;
Het droevig Vrouwtjen haar verwijd,
Viva dan de liever-tijd:
Viva dan de liever-tijd.

Daar is geen Vrouw die my kan dwingen,

Als ik dan ga spelen met de Kaart,
Al speel ik met de Dobbel-lingen,
Daar af ben ik niet vervaard,
En verspeel ik dan wat Geld,
Hey daar ben ik mee te vrede,
Het droevig Vrouwtje zit en schreyd,
Viva dan de liever-tijd:
Viva dan de liever-tijd.

Als ik een Pintje heb gedronke,

Mijn Buykje vol ende daar toe rond,
Al na mijn Bedje gaan ik

[p. 8]

 

ronke,

 

En in de slaap val ik terstond:

 

In het midden van mijn rust,

 

Daar en zal mijn niemand stooren:

 

Het droevig Kinderen geschreyd:

 

Viva dan de liever-tijd:

 

Viva dan de liever-tijd.

 

Oorlof Ionkmans wild dit onthouden,

 

Al van de zoete liever-tijd,

 

Maar als gy dan eens komt te trouwen,

 

De liever-tijd bent gy dan kwijd,

 

Want als gy bent aan den band,

 

Van het Huwelijk verbonden,

 

De liever-tijd bent gy dan kwijd,

 

Adieu dan de liever-tijd,

 

Adieu dan de liever-tijd.