Mariken van Nieumeghen
(1996)–Anoniem Mariken van Nieumeghen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 141]
| |
XV Hoe die enghel Gods Emmekens ringhen af dede van haren halse ende handen.Emmeken in dit voerscreven clooster wonende, leefde so heylichlijck ende dede so strangen penitencie, dat haer die ontfermhertige Christus al haer sonden verghaf, sinen inghel tot haer seindende daer si lach en sliep, die welcke haer die ringhen af dede, waer af Emmeken seer blide was, segghende:
[F 5v] houtsnede 9 Langhe nachten zijn selden den ghenen lief
Die druck int herte hebben, oft swaermoedicheit.
1105[regelnummer]
Sijn slapen es grote onruste of, meerder grief,Ga naar voetnoot1105
Swaer droomen verscrickende of sulcken meskief.Ga naar voetnoot1106
Mi ghebuert vele alsulcken onspoedicheyt.Ga naar voetnoot1107
Wie sal mi segghen die rechte bevroedicheytGa naar voetnoot1108
Van minen droome, daer ick in heb gheleghen?
1110[regelnummer]
Mi dochte ic was genomen uuter helscer gloedicheitGa naar voetnoot1110
Ende van daer boven inden hemel ghedreghen.
Daer quamen mi vele witter duyven teghen,Ga naar voetnoot1112-1113
Die sloeghen mijn banden af met haren vlercken.Ga naar voetnoot1113
Ontbeyt, wat sie ic? O Godheyt vol seghen,Ga naar voetnoot1114
1115[regelnummer]
[F 6r] Heb ic u hoghe ghenade vercreghen?Ga naar voetnoot1115-6, 1124, 1126
Och ia ic, mijn banden zijn af, somen mach mercken.Ga naar voetnoot1116
| |
[pagina 142]
| |
9
| |
[pagina 143]
| |
Si ligghen hier neven mi. O godlike wercken,
Wat crachtiger schermschilt sidi tegen tvercrancken!Ga naar voetnoot1118
Dies en can men u nemmermeer voldanckenGa naar voetnoot1119
1120[regelnummer]
Te gheenen stonden.
O mensche vol ghebreken ende vol sonden,
Hier aen moechdi nemen exempele,Ga naar voetnoot1122
Ende ter eeren deser weerdicheit sonder grondenGa naar voetnoot1123
Den almoghende God eewighen lof vermondenGa naar voetnoot1124
1125[regelnummer]
Naer u arm macht seer sempele.Ga naar voetnoot1125
Weldaet dient wel ghedaen in Gods tempele.Ga naar voetnoot1126
|
|