Mariken van Nieumeghen
(1996)–Anoniem Mariken van Nieumeghen– Auteursrechtelijk beschermdX Hoe Emmeken ende Moenen na Nieumegen reysden.Aldus zijn Emmeken ende Moenen na Nieumeghen ghereyst, daer si quamen op den ommeganckdach, des Emmeken seer blide was ende Moenen seide tot haer aldus:Ga naar voetnootProza X 685[regelnummer]
Nu Emmeken, naer u bede aen mi versocht,
So zijn wi emmer hier gherochtGa naar voetnoot686
Te Nieumeghen. Oec eester heden ommegancdach.
Ghi segt dat u moeye hier te wonen plach,Ga naar voetnoot688-689
Wildise niet gaen besien?
Emmeken
Ick mach gaen tot daer,Ga naar voetnoot689
690[regelnummer]
Maer als om te begeeren aen haerGa naar voetnoot690
Herberghe of eenich eten of drincken,
Dat en sal ic niet dincken.
Si mochte mi schincken
Scandelike woorden, wreet onbetamelijck,
Also si eens dede ontscamelijc.Ga naar voetnoot694
| |
[pagina 107]
| |
695[regelnummer]
Haer onwetende woorden onverstandelijckGa naar voetnoot695
Brochten mi eerst int dleven scandelijck
Daer ic mi nu in ondraghe, eylaes.Ga naar voetnoot697
Moenen
Ick soude gheloven, mijn lief, mijn solaes,Ga naar voetnoot698
Als daer te gane dats u ghenen noot es.Ga naar voetnoot699
700[regelnummer]
[D 4r] Weet dat u moeye wel drie iaer doot es.
Emmeken
Wat dinghe, doot?
Moenen
Ja, liefste greyn.Ga naar voetnoot701
Emmeken
Hoe weeti dat, Moenen?
Moenen
Ick weet serteyn.
Emmeken
Dats mi groot hindere.Ga naar voetnoot703
| |
[pagina 108]
| |
Moenen
Tes nochtans so.
Emmeken
Ontbeit, wat sie ic ghindere?Ga naar voetnoot704
705[regelnummer]
Laet ons dat vernemen eer wi van hier scheen.Ga naar voetnoot705
Siet, siet, daer vergadert veel volcx over een.Ga naar voetnoot706
Scuylter wat? Wilt yemant vraghen snel.Ga naar voetnoot707
Moenen
Neen troost, men salder gaen spelen een waghenspel,Ga naar voetnoot708
Dats alle iaer op desen dach te doene.Ga naar voetnoot709
Emmeken
710[regelnummer]
Als icker om peyse, tes tspel van Masscheroene.Ga naar voetnoot710
Die weerdicheit van dien spele en es niet te sommen.Ga naar voetnoot711
Mijn oom pleecher om hier te com(m)en.Ga naar voetnoot712
Ke, Moenen, laet ons gaen hooren.
| |
[pagina 109]
| |
Moenen
Tes een soete snabbelinghe.Ga naar voetnoot713
Lust u te hoorene sulcken brabbelinghe?Ga naar voetnoot714
715[regelnummer]
Ke, ga wi biden roost ende biden wine.Ga naar voetnoot715
[D 4v] Emmeken
Ey Moenen, het pleech so goet sine.
Ic heb mijnen oom hooren seggen op ander saiso(e)nenGa naar voetnoot717
Dat dit spel beter is dan sommige sermoenen.
Daer zijn goede exempelen somtijts in (s)elcke spelen,
720[regelnummer]
Dus troost, en liettijs u niet vervelen,Ga naar voetnoot720
Ick sout wel willen sien.
Moenen
Ic en consenteers niet gheerne.
Ic heb al vreese, bi Lucifers achterqueerne,Ga naar voetnoot722
Oft si int spel iet hoorde van degheGa naar voetnoot723
Daer si berou oft achterdencken bi ghecreghe.Ga naar voetnoot724
725[regelnummer]
Bi Lucifer, so waer mijn hoghe vermet niet.Ga naar voetnoot725
Emmeken
Ey Moenen, laet mi hooren.
| |
[pagina 110]
| |
Moenen
Nu wel, maer en let nietGa naar voetnoot726
Langher dan ic u en roepe, oft ic vererre.Ga naar voetnoot727
Emmeken quelde Moenen so langhe om dit spel te hooren dat hijt haer te lesten consenteerde, maer hi deet seer node ghelijck ghi ghehoort hebt. Ende dat spel begonst aldus:
Masscheroen
Bre, hierioh, (ic) Masscheroen, advocaet van Luciferre,Ga naar voetnoot728
Wil gaen appelleren mijn ghedingheGa naar voetnoot729
730[regelnummer]
Teghen den oppersten iuge gheringhe,Ga naar voetnoot730
Waerom dat hi dmenschelijke geslachte misdadich
Meer ontfermt ende es ghenadich
Dan ons arme gheesten, eewich versmaet.
Al hadde een mensche alle die mesdaetGa naar voetnoot734
735[regelnummer]
[D 5r] Alleen ghedaen die men in die werelt doet,
Heeft hi eens hertelijck berou goet
Met goeder meyninghen, hi comt (t)er ghenaden.Ga naar voetnoot737
Ende wi, arme gheesten, die noyt niet en mesdaden
Dan met eenen ghepeyse cort,Ga naar voetnoot739
740[regelnummer]
Sijn daeromme inden afgront ghehort,Ga naar voetnoot740
Sonder hope in eewighe pijne stuer.Ga naar voetnoot741
| |
[pagina 111]
| |
Ick, Mascheroen, Lusifers procuruer,
Vraech u noch eens, God der ontfermherticheyt,
Waerom dat ons meer ghenade es ontseyt
745[regelnummer]
Dan den mensche die dagelicx sondicht onsprekelijck.Ga naar voetnoot745
God
Mijn ontfermherticheit en es niemant gebrekelijcGa naar voetnoot746
Die berou heeft eer dat leven is gheynt,
Die in tijts met berouwe bekintGa naar voetnoot748
Dat ic een God ben ontfermhertich ende rechtveerdich.
750[regelnummer]
Maer die so versteent bliven in ercheden onweerdichGa naar voetnoot750
Dat si nemmermeer en hebben achterdincken,Ga naar voetnoot751
Die moeten met Luycifer inden afgront sincken,
Daer niet en is dan hande wringhen.Ga naar voetnoot753
Masscheroen
U gherechticheyt faelt in veel dinghen,
755[regelnummer]
Al heetmen u rechtveerdich God in allen siden.Ga naar voetnoot755
In Abrahams, in Moyses, in Davids tijden,Ga naar voetnoot756
Doen mochtmen u rechtveerdich naemen,Ga naar voetnoot757
Doen sachmen u den menschen blamen ende beschamenGa naar voetnoot758
Ende puneren om een onreyn ghedachte.Ga naar voetnoot759
760[regelnummer]
Nu, al waert dattet kint die moeder vercrachte,
Oft dattet den vader torte oft smeete,Ga naar voetnoot761
Oft dat deen broeder dander verweete
[D 5v] Alle quaet dat ye was ghebrouwen,Ga naar voetnoot763
| |
[pagina 112]
| |
Heeft hi eens hertelijc berouwen,
765[regelnummer]
Ter stont es uwe ontfermherticheit verworven.
God
Waerom ben ic die doot ghestorvenGa naar voetnoot766
Soo schandelijck, so smadelijc aen tscrucen hout,Ga naar voetnoot767
Dan om dat elc mensche, ionc ende oudt,Ga naar voetnoot768
Ter ghenaden soude staen van mijnen vadre?Ga naar voetnoot769
Masscheroen
770[regelnummer]
Dies hoordi te wesen te stranger ende te quadreGa naar voetnoot770
Dan te voren, aengesien dat ghi naect hebt
Sulcken scandelijcken doot ghesmaect hebt,
Omdat ghi die mensche daer met sout reenen.Ga naar voetnoot773
Ende meer dan te voren dat si versteenenGa naar voetnoot774
775[regelnummer]
In onbetamelike sonden horribile,Ga naar voetnoot775
(Die) te becondighen of te verhalen waer impossibele,
Die redelike hem int overdincken vereysen.Ga naar voetnoot777
Datmen in doude wet niet en dorste peysen,Ga naar voetnoot778
Dat derren die menschen nu wel stoutelijken doen.Ga naar voetnoot779
God
780[regelnummer]
Daer en liechdi niet, Masscheroen.
Het volck es nu in quaetdoen so verhert,
| |
[pagina 113]
| |
Eest datter gheen beteringhe af en wert,
Ick sal mijn stranghe sweert van iusticienGa naar voetnoot783
Moeten doen sniden met punicien
785[regelnummer]
Ende mijn plaghen senden, quaet om verdraghen.
Ons lieve vrouwe
O kint, wijsdi den menschen plaghen,Ga naar voetnoot786
Dat moet mi wanhaghen. Mach u verbeden wesen,Ga naar voetnoot787
Laet den menschen doch noch wat met vreden wesen:
[D 6r] Sent hemlieden eerst teekenen oft v(o)erboden,
790[regelnummer]
Alsoe ghi pleecht in sulcken noode,
Eertbevinghe, dobbel sonnen oft sterren met steerten,Ga naar voetnoot791-799Ga naar voetnoot791
Dat si bevroeden moghen met sulcke gheveertenGa naar voetnoot792
Dat ghi ghestoort sijt uutermaten.Ga naar voetnoot793
Si selen dan bi aventueren die sonden latenGa naar voetnoot794
795[regelnummer]
Uut vreesen van meer gheplaecht te sijne.Ga naar voetnoot795
God
Neen, moeder, dats al verloren pijn(e).Ga naar voetnoot796
Ick heb dicwils soe veel teekenen ghebaertGa naar voetnoot797
| |
[pagina 114]
| |
Daer si af behoorden te sijn vervaert,
Pestelencien, orloghen, dier tijden,Ga naar voetnoot799
800[regelnummer]
Daermen met rechte voer soude vermiden
Die sonden die mijn Godheit verleden:Ga naar voetnoot801
Mer hoe si meer geplaecht sijn, hoe si meer wreden,Ga naar voetnoot802
Niet denckende op deewighe doot vol gheweens.Ga naar voetnoot803
Tes al: waer voor sorge ick, versucht ic ten lesten eens,Ga naar voetnoot804
805[regelnummer]
Dontfermhertige God wert mijns ontfermende.
Emmeken, dit spel horende, wert haer sondich leuen bedinckende, met bedructer herten in haer selven seggende: Here God, hoe wert mijn bloet verwermendeGa naar voetnoot806
Int hooren van desen wagenspele!
Ick hoor dier redenen ende argumenten soe vele,Ga naar voetnoot808
Dat ick puer achterdincken crighe ende berou.Ga naar voetnoot809
Moenen
810[regelnummer]
Wel, sullen wi hier bliven staende? Ou, seg, ou,Ga naar voetnoot810
Wat wildi aen dese brabbelinge hooren?Ga naar voetnoot811
Gaen wi doch minne.
| |
[pagina 115]
| |
[D 6v] Emmeken
Neen, tes verlorenGa naar voetnoot812
Gheroepen, ghetrocken of ghesluert.
Also langhe als dit spel duert
815[regelnummer]
En crijchdi mi van hier niet, gaen die willen.
Tes beter dan een sermoen.
Moenen
Hulpe, Lucifers billen!Ga naar voetnoot816-821Ga naar voetnoot816
Dat si hier blijft staende, des versuchte ick.Ga naar voetnoot817
Si sal hier achterdencken crighen, duchte ick,
Doer die prasinghe die si daer staet en hoort.Ga naar voetnoot819
820[regelnummer]
Ick sal noch wat beyden, maer comse dan niet voort,Ga naar voetnoot820
Ick salse wel met vuysten van hier doen trenten.Ga naar voetnoot821
Aldus hadde Moenen gheerne dat spel belet te horen, maer si bleeft hoorende, oft hy wilde oft en wilde. Dwelck aldus voorts luyde.
Masscheroen
O beleeder der hemelen ende der elementen,Ga naar voetnoot822
God inder rechtveerdicheyt in die hochste segh(i)e,Ga naar voetnoot823
Soudi Lucifer ende die helsche collegie
825[regelnummer]
Gheen consent willen grieven ende gehinghenGa naar voetnoot825
Dat wi die mensche wat castien ghingen
Van haren mesdaden ende van haerder quaetheyt?Ga naar voetnoot827
| |
[pagina 116]
| |
Anders en crijchdijs nemmermeer verlaetheitGa naar voetnoot828
Vanden vervaertheit die si plien.Ga naar voetnoot829
830[regelnummer]
V hant van iusticien moetse castien,
Suldi nu onder menschen die bekinde wesen.Ga naar voetnoot831
God
Masscheroen, het sal moeten int inde wesenGa naar voetnoot832
Dat ic consent sal gheven tvolck te plaghen,
Want met gheenen dinghen en sijn si te versagenGa naar voetnoot834
835[regelnummer]
[E 1r] Voer si den slach hebben op den hals.
Ons lieve vrouwe
O sone, die menschen sullen hem beteren van als,Ga naar voetnoot836
En wilt niet te haeste u punicie toogen.Ga naar voetnoot837
Denckt om die borstkens die ghi hebt ghesoghen,Ga naar voetnoot838-839
Denckt om dat buixken daer ghi inne gelegen hebt,
840[regelnummer]
Dinckt om die passie die ghi gheleden hebt,
Dinckt om alle dbloet dat ghi stortet in ghescille.Ga naar voetnoot841
Waert niet al om smenschen wille,
Om dat si thuus vaders genaden souden geraken.Ga naar voetnoot843
Ghi hebt stelve ghesproken, wat wildi maken,Ga naar voetnoot844
845[regelnummer]
Al hadde een mensche alle die sonden alleene
Ghedaen van alle die werelt ghemeene,Ga naar voetnoot846
Riep hi eens hertelijck op u ontfermen,Ga naar voetnoot847
| |
[pagina 117]
| |
Hi soude ontfanghen sijn met openen armen.
Dits u woort, menich mensche es vroedere.Ga naar voetnoot849
God
850[regelnummer]
Ick sprac ende ten es mi niet leet, vrou moedere,
Ende noch seg ic, al hadde een mensche alle die sonden
Ghedaen diemen soude connen gronden,Ga naar voetnoot852
Kent hi mi met berou, hi sal vercoren sijn.Ga naar voetnoot853
Ende liever dan een siele soude verloren sijn,
855[regelnummer]
Ick soude noch eer alle die pijne dobbel lijden
Die mi die ioden deden in voerleden tijden.
O mensche, hier om behoordi te dincken(e).
Hoe Emmeken dit spel langher hoorde, so si haer sonden meer overdenckende wert, seggende aldus: Nu eerst beghinnen mi die tranen tontsinckene
Even ghedichte over mijn wanghen claer.Ga naar voetnoot859
860[regelnummer]
Och, welcke wroeghen heb ick ontfanghen daerGa naar voetnoot860
[E 1v] Int hooren dier woerden! O, Heere der heeren,
Waert ooc moghelijc, woudic mi bekeeren,
Dat ic ter genaden soude comen van u?
Noyt en had ic achterdencken dan nu.
865[regelnummer]
Waert ooc moghelijck? Ick duchte neent,
Ick hebbe mijn consente te verre verleent,
Sonder redene mijn voernemen ghebruyckende,Ga naar voetnoot867
Och, eerde, ontdoet u ende zijt mi beluyckende,Ga naar voetnoot868
Want ic en ben niet weerdich dat ic u beterde.Ga naar voetnoot869
| |
[pagina 118]
| |
Moenen
870[regelnummer]
Hulpe, Modicack, hoe ick blaecooghende werde!Ga naar voetnoot870
Dit meysen crijcht berou den balch al vul.Ga naar voetnoot871
. . . . . .Ga naar voetnoot872
Ga wi yewers int scoonste vander ste(den)
Een kanne wijns meten.
Emmeken
Laet mi met vredenGa naar voetnoot874-877Ga naar voetnoot874
875[regelnummer]
Ende vliet van mi, fel viant boos!
Weemi, dat ic u oyt verkoos
Ende aenriep u, verghetende die Godheit ontfermhertelic.
Och, och, ick crighe sulcken berouwen hertelijc
Dat nu therte sal besluyten. Och, ic beswilte,Ga naar voetnoot879
880[regelnummer]
Mijn cracht faelgeert mi.
Moenen
Hulpe, Lucifers leveren, longheren ende milte,Ga naar voetnoot880
Nu mach ic wel borlen, blaecooghen ende huylen.Ga naar voetnoot881
Mijn meeninghe wil hier al vuylen.Ga naar voetnoot882
Onder die helsche guylen
| |
[pagina 119]
| |
Wert nu mijn daet van cleender vramen.Ga naar voetnoot883
Rijst, in alder duvel namen,Ga naar voetnoot884-885Ga naar voetnoot884
885[regelnummer]
[E 2r] Oft ic draech u ghecoust, ghescoeyt in Cacabo!Ga naar voetnoot885
Emmeken
O Heere, ontfermt u mijns!
Moenen
Ja, eest also?Ga naar voetnoot886-887
Nu hoor ic wel dat achterdencken in haer gaet cnaghen.
Tot in t(s)werck der wolcken wil icse draghen,
Toornen hooghe ende worpense van boven neder.
890[regelnummer]
Coemtse dan te haer selven weder,Ga naar voetnoot890
So heeftse gheluck, die leelijcke vrucht.Ga naar voetnoot891
Her, her, ghi moet mede in die lucht!Ga naar voetnoot892
houtsnede 5 | |
[pagina 120]
| |
5
| |
[pagina 121]
| |
[E 2v] (N)ae dese woorden heeft Moenen die duvel Emmeken hoogher dan eenich huys ofte kerke in die locht ghedraghen, dat haer oom ende alle die lyeden saghen, dwelck hem allen seer verwonderde, niet wetende wat dat bedieden mochte. |
|