Mariken van Nieumeghen
(1996)–Anoniem Mariken van Nieumeghen– Auteursrechtelijk beschermdVIII Hoe Emmeken haer sondich leven een luttel beclaecht.Emmeken aldus tAntwerpen wonende ende merkende dat si een seer quaet sondich leven leyde, want om haren wille bi toedoen van Moenen wonderlijke veel quaets daghelicx gheschiede, seide tot haer selven aldus:Ga naar voetnootProza VIII | |
[pagina 100]
| |
590[regelnummer]
O memorie, verstandenisse, waerdi dinckendeGa naar voetnoot590(603)-(604)617Ga naar voetnoot590
Op dleven daer ick mi nu in ontdraghe,Ga naar voetnoot591
Het soude u duncken sondich ende stinckende.
Ghi laet die claerheyt der hemelen blinckendeGa naar voetnoot593
Ende gaet den wech der hellen, vol meshage.Ga naar voetnoot594
595[regelnummer]
Ick sie ende mercke meest alle daghe
Es hier yemant om mi ghequetst of doot
[D 1v] Ende ick weet wel, desen Moenen, dat es de plaghe,Ga naar voetnoot597-600Ga naar voetnoot597
En es vanden besten niet, dit es den noot.Ga naar voetnoot598
Ic ghevoelt wel, al en seyt hijs niet al bloot,Ga naar voetnoot599
600[regelnummer]
Dat een viant moet wesen of niet veel betere.Ga naar voetnoot600
O moeye, moeye, u fel verwiten groot,
Sal mi maken een verdoemt sletere,Ga naar voetnoot602
Eewelijc uuter gracien vanden hoochsten wetere.Ga naar voetnoot603
Ey lasen, al eest voor mi wat claghelijcx,
605[regelnummer]
Ick ben te verre, al woudick mi te keeren pooghen.Ga naar voetnoot605
Ic plach ooc Maria te dienen daghelijcx
Met bedinghen oft anders iet behagelijcx,
Ende die devocie es oec al vervloghen,
Ende oec en wil (hi) se mi niet ghedoghen,
610[regelnummer]
Ende dat ic mi seghenen soude en gedoecht hi ooc niet.
Daerbi soumen oec ghevoelen moghen
Dat hi quaet es, omdat hi tseghenen vliet.
| |
[pagina 101]
| |
Wat wil ic ooc achterdencken, besiet doch, siet,Ga naar voetnoot613-614Ga naar voetnoot613
Tes nu te verre comen om achterdincken.Ga naar voetnoot614
615[regelnummer]
Hola, ic hebber ghinder twee bespietGa naar voetnoot615
Die ic ghisteren dach stelde om scincken ende drincken;
Daer wil ic mijn keelken laten clincken.
Na desen esse weder gaen sitten drincken metten ghesellen, daer Moenen soe wracht als datter weder een doot bleef. Ende diet dede wert van Moenen geleit buyten der stadt, daer hi noch een vermoerde bij rade van Moenen die hem wijs ghemaect hadde dat die ghene die daer vermoort wert veel ghelts had, om dat hien vermoorden soude, waerom Moenen seer verblide, seggende:Ga naar voetnootProza
[D 2r] Hulpe, Lucifers kagie ende helscaps clove,Ga naar voetnoot618
Hoe ic hier tvolc daghelijcx verdove!Ga naar voetnoot619
620[regelnummer]
Men gheeft mi ghelove
Voor een groot cadet.Ga naar voetnoot620
Ick weet al te segghen wat die lieden let,Ga naar voetnoot621
| |
[pagina 102]
| |
Ende daer omme te bet
Volchtmen mi naer.Ga naar voetnoot622
Ic weet raet te gheven, net ende claer,
So ic desen vrouwen wijs maec met minen blasene
625[regelnummer]
Om die mans na hem lieden te doen rasene.Ga naar voetnoot625
Ic doe hemlieden den mans sulcken broeken gheven,Ga naar voetnoot626
Datser gheen acht daghen naer en leven.Ga naar voetnoot627
Ic hebbe dat hier bedreven
Meer dan eens,
Ende daer en verliest Lucifer niet aen, ic meens.Ga naar voetnoot629
630[regelnummer]
Ende dan beghin ic mi ooc tonderwindeneGa naar voetnoot630
Om tvolc verborghen schat te doen vindene.
Dat heeft alree ghisteren (eenen) dlijf ghecost.Ga naar voetnoot632
Ic wees hem daer eenen scat lach quansuys vermostGa naar voetnoot633
In eenen peertstal, al onder eenen post,
Daer den peertstal al geheele op stont.Ga naar voetnoot634
635[regelnummer]
Ic seyde, hi moeste delven tot inden gront,
Hi sou daer menich pont
Vinden van verborghen scatte.
Ter stont ghinc hi delven datte,
Maer also saen als hi so verre quamGa naar voetnoot638
Dat hi den pilare sijn fondament benam
640[regelnummer]
Ende sinen stant daer hi op stont,Ga naar voetnoot640
Den pilaer sanck tot inden grondt,
Ende daer versmoorde mijn oomken ondre.Ga naar voetnoot642
[D 2v] Ick sal voort stellen dmeeste wondere,Ga naar voetnoot643
| |
[pagina 103]
| |
Comet gheen belet van boven.Ga naar voetnoot644
645[regelnummer]
Men sal noch als een god aen mi ghelooven,
So voer ickse met hoopen ten helschen suchte.Ga naar voetnoot646
. . . . . .
|
|