weg, die ten hemel opklimt. D'Engelen en de geesten zullen in de dag des Oordeels tot hem opklimmen. Deze dag zal den bozen schijnen vijftig duizent jaren te duren. Verwacht met gedult. De bozen menen dat zy noch verre van deze dag af zijn; maar gy zult hem haast zien. In deze dag zal de hemel gesmolte metaal schijnen. De bergen zullen wezen gelijk gekaarde wol, die neêrvalt; en niemant zal aan zijn gebuur vragen wat het is. Zy zullen malkander aanzien. De bozen zullen wenschen zich met het verlies van hun kinderen, wijven, broeders, makkers, gebuur, en met het verlies van al 't geen, dat op aarde is, van deze pijnen vry te kopen. De vlam zal zich over hen verheffen, en hen 't vel van 't hooft afbranden. Zy zullen de genen roepen, die achter hen zijn, en, gelijk zy, Gods wet hebben verlaten, en de gierigaarts, die schatten opgehoopt hebben. De mensch is blode geschapen; hy is verschrikt als hem enig quaat overkoomt, en verwaant als hy enig goet verkrijgt; uitgezondert de gelovigen, die vast in hun geloof zijn, die in hun gebeden volharden, die aalmoessen aan d'arme bedelaars, en aan d'arme schamelen doen, die in de dag des Oordeels geloven, die Gods straffing vrezen, en die geen andere wijven bekennen, als de hunnen, en hun slavinnen. Zy zullen in de dag des Oordeels vry van